In De Morgen verscheen een opiniestuk waarin gepleit werd voor een waardevol financieel meerjarenprogramma voor investeringen in Europees en Belgisch natuurherstel. VUB-prof Franky Bossuyt stelde hem op samen met Fien Debusscher, Frederik Van Den Eeckhaut en Dag Treer.

De laatste vijftig jaar hebben we het biodiversiteitsverlies in Europa, ondanks het Natura 2000-netwerk, niet kunnen stoppen. De klimaatverandering zal bovendien nog deze eeuw een van de belangrijkste oorzaken worden van de verdere ineenstorting van de biodiversiteit. Met het uitsterven van meerdere soorten in korte tijd kunnen ook hun ecologische interacties verdwijnen, zoals bestuiving van planten door insecten, wat abrupte catastrofale gevolgen kan hebben voor ecosystemen. Hierbij kunnen de leefomstandigheden voor heel wat soorten, inclusief de mens, in een zeer korte tijdspanne ongeschikt worden.

Het wordt dus alle hens aan dek om onze ecosystemen te herstellen, ook buiten de natuurgebieden. Dat heeft de Europese Commissie ingezien, waardoor ze een nieuwe natuurherstelwet lanceerde die alle ecosystemen in heel Europa moet herstellen. Het voorstel kreeg forse tegenwind, de kaasschaaf werd ingezet, maar na lange onderhandelingen bleef een versie overeind die toch nog kansen biedt.

GEMISTE KANSEN

Het blijft evenwel opletten voor andere beleidsbeslissingen die deze kansen doen vervagen. In parallel met de voorbereiding van de natuurherstelwet verlengde de Europese Commissie recent de vergunning voor de onkruidbestrijder glyfosaat met tien jaar, terwijl deze chemische stof bodemschimmels en -bacteriën doodt die essentieel zijn voor alle ecosystemen (inclusief landbouw) en een negatieve impact heeft op onder meer bestuivers en akkervogels. Dit vermindert meteen de haalbaarheid van het in de natuurherstelwet nagestreefde doel om de toestand van beide diergroepen te verbeteren.

Ook andere Europese regelgeving laat kansen liggen om de natuurherstelwet te ondersteunen. Een verordening om het gebruik van pesticiden in de EU te halveren en in kwetsbare gebieden te verbieden werd door het Europees Parlement weggestemd, tegen het advies van zijn leefmilieucommissie in. De EU-bodemherstelrichtlijn werd een bodemmonitoringrichtlijn. En het gemeenschappelijke landbouwbeleid zet nog steeds het gros van zijn middelen in voor business as usual in plaats van voor het herstel van landbouwecosystemen en daarmee het garanderen van een gezonde voedselvoorziening voor toekomstige generaties.

Onze huidige landbouwbodems bevatten te weinig organische koolstof en te weinig bodemleven. Nochtans zorgt een biodiverse bodem dat organische stof beter omgezet wordt in voedingsstoffen, die door de plantenwortels opgenomen kunnen worden. Zo worden de gewassen veerkrachtig tegen ziekten en kunnen ze gezondere voeding leveren voor de mens. Biodiversiteit in het landbouwgebied helpt bovendien bij natuurlijke plaagbeheersing, bestuiving en buffering van klimaatextremen zoals stormen, overstromingen en droogtes. Het herstel van (landbouw)ecosystemen is dus ook een noodzaak voor veerkrachtige landbouw en voedselzekerheid.

MISLUKTE OOGSTEN EN HITTEDODEN

Natuurherstel wordt door veel politici vaak nog gezien als een kost, een luxe, terwijl het in realiteit een investering is waarbij wij en de komende generaties allen baat hebben. De Europese Commissie becijferde dat elke geïnvesteerde euro op termijn een return van 8 tot 38 euro oplevert. Uitstel van investeringen zal de kosten net hoger doen oplopen.

De schadekosten ten gevolge van extreem weer worden wereldwijd nu al op een astronomische 133 miljard euro per jaar gerekend. Denk daarbij aan mislukte oogsten door droogte, economische schade door overstromingen, hardnekkige bosbranden en veel menselijk leed zoals hittedoden. Dat is geld dat niet geïnvesteerd kan worden in natuurherstel dat klimaatverandering tegengaat of buffert.

Voor die investeringen in natuurherstel heeft Europa in zijn financieel meerjarenprogramma 2021-2027 meer dan 14 miljard euro per jaar beschikbaar voor ondersteuning van de lidstaten. Slechts een klein deel daarvan is ‘geoormerkt’ voor natuurherstel. Het grootste deel van de middelen zit in een kluwen van Europese fondsen die voor allerlei doeleinden aangewend kunnen worden. Het gevolg daarvan is dat de middelen voor natuurherstel onvoldoende worden opgepikt door de lidstaten en bijgevolg ongebruikt blijven, onder meer door een gebrek aan voldoende gekwalificeerde menskracht en een grote administratieve last.

Als we tot een succesvolle opschaling van de investeringen in natuurherstel willen komen, kan de Europese Commissie maar beter werk maken van een groot zelfstandig fonds voor biodiversiteit, net zoals dat al bestaat voor transport, energie en landbouw.

We kunnen ons dus de vraag stellen of de Europese wetten en het beleid wel coherent genoeg zijn om onze ecosystemen voldoende en snel genoeg te herstellen, en zo onze leefomstandigheden veilig te stellen. Terwijl Vlaanderen een impactanalyse van de natuurherstelwet vraagt, met als kerngedachte dat de economische groei niet geremd mag worden, zou een analyse van de impact van het geheel aan beleidsintenties op onze ecosystemen onze echte zorg moeten zijn. Kunnen zij onze huidige en toekomstige generaties een leefbare planeet garanderen?

Mee ondertekend door Harry Olde Venterink (VUB), Thomas Merckx (VUB), Kim Roelants (VUB), Ines Van Bocxlaer (De Wildernis), An Cliquet (UGent) en Marjolein Visser (ULB)