Driekwart van de Vlamingen geven in een recente enquête van Humo en De Morgen aan dat de toestand van de wereld hen bang maakt. Op sociale media en in televisieprogramma’s getuigen influencers en bekende Vlamingen zonder schroom over hun angsten. Angst is duidelijk weg uit de taboesfeer. Kan het zijn dat al die aandacht voor angst ons nog banger maakt? Prof. Imke Baetens, prof psychologie aan de VUB en therapeut bij BRUCC: ‘Angst is besmettelijk.’
Merk jij als therapeut bij BRUCC - een ambulant centrum voor psychologische dienstverlening - dat er een toename is van angstklachten?
‘Sinds Covid rapporteren meer mensen - en al zeker jongeren - psychologische symptomen: angsten, maar ook depressieve klachten. Een toename van de diagnose angststoornis zien we echter niet. Het gaat veeleer om een algemeen gevoel van angst.’
Angst is voor een groot stuk bepaald door onze genen en persoonlijkheid, en slechts voor een stukje door wat we meemaken. Wat veroorzaakt die toename?
‘Mensen zoeken sneller hulp, dat verklaart het ten dele. Maar de wereld is ook onzekerder geworden. Na de pandemie hadden we de energiecrisis, de oorlog in Oekraïne, extreme weersomstandigheden ten gevolge van de klimaatopwarming... De toekomst is onzeker en dat brengt stress met zich mee. Wat niet helpt, is dat we via sociale media en pushnotificaties voortdurend zijn blootgesteld aan dat nieuws. Mensen die de hele dag door het nieuws binnenkrijgen, ervaren meer angstige gevoelens.’
Melden nieuwe patiënten zich dan aan met de boodschap: “Ik ben angstig?”
‘Soms wel. Ik merk dat meer mensen - ook jongvolwassenen - met existentiële vragen komen. Ze weten niet wat ze met hun leven moeten en zitten met vragen als: “Is het nog verantwoord om kinderen te krijgen in deze wereld?” Aan de andere kant melden patiënten zich soms aan met burn-out of spanningsklachten. Pas als je hen gaat bevragen, blijkt dat daar een angstproblematiek onder zit.’
Ook in de publieke ruimte - op sociale media of in televisieprogramma’s zoals Patiënt Pedro - getuigen influencers en bekende Vlamingen over hun angsten. Is dat een goede evolutie?
‘Getuigenissen van lotgenoten helpen om te weten dat je niet de enige bent die ‘s nachts wakker ligt uit angst voor de toekomst. Ze verkleinen de eenzaamheid en kunnen ervoor zorgen dat je sneller de stap zult zetten richting hulpverlening. Maar er zijn ook nadelen aan spreken over angsten. Angst is besmettelijk. Als je spreekt over je angst, kunnen mensen die al een aanleg hebben die angst overnemen. In een cultuur waar veel angsten leven, zullen zelfs positivo’s meer alert worden op gevaar. Al is dat dan weer niet per se negatief. Angst maakt dat we voorzichtiger zijn en geen roekeloos gedrag stellen. Het is deels dankzij angst dat we ons gedrag gaan aanpassen om bijvoorbeeld de klimaatopwarming proberen tegen te houden.’
Kan dat praten over angststoornissen er ook voor zorgen dat we ons nodeloos zorgen gaan maken over onze angstklachten? Dat we onszelf een mentale stoornis aanpraten bijvoorbeeld of zonder reden een psycholoog raadplegen?
‘We zijn het een beetje verleerd om milde klachten te ervaren, dat klopt. Maar in België wachten we in vergelijking met onze buurlanden veel langer om uit te reiken naar professionele hulp. Dat we iets sneller hulp zoeken dan vroeger, is een goede evolutie. Het nieuwe systeem van eerstelijnspsychologie is daar ook op ontworpen: om al bij milde klachten hulp te zoeken en niet te lang te wachten.
“Vergeet niet dat angst ook onze vriend is.”
Al denk ik dat de juiste maatstaf is: zoek professionele hulp als de klachten een impact hebben op je dagelijkse leven. Als je niet goed kunt studeren, omdat je al wekenlang ‘s nachts ligt te piekeren bijvoorbeeld, of omdat je merkt dat je prikkelbaar bent en met iedereen ruzie krijgt. Als je daarentegen af en toe wat klachten hebt, kan het ook heel helpend zijn om er in je eigen netwerk over te spreken. Die stap slaan we tegenwoordig vaak over. Dat is jammer, want zo kunnen irrationele gedachtegangen snel worden gecorrigeerd. Als je je angsten voor jezelf houdt, hebben ze de neiging om enorme proporties aan te nemen in ons hoofd.’
Als praten over angst besmettelijk is, tot welke mensen kunnen we ons dan best richten met onze angstklachten?
‘Niet tot mensen die zelf al wat bang zijn, maar wel tot vrienden en familieleden die wat beter kunnen relativeren. Een goede gesprekspartner is iemand die je enerzijds ondersteunt met mildheid en warmte, maar die je anderzijds ook aanmoedigt om je angsten te overwinnen. Zo ben ik bijvoorbeeld angstig om bij vriesweer met de auto de baan op te gaan. Dat is een normale en gegronde angst. Toch helpt het niet om de angst te delen met iemand die dingen zegt als: “Je moet wel gek zijn om bij dit weer buiten te komen. Blijf maar thuis.” Zo wordt mijn angst bevestigd en zal ik misschien vermijdingsgedrag gaan vertonen. Terwijl blootstelling net een belangrijk onderdeel is van de therapie voor en de omgang met angstklachten. Je hebt meer aan iemand die zegt: “Ik snap dat je bang bent, maar als je traag rijdt en dat ene gevaarlijke baantje vermijdt, is de kans heel klein dat je zult slippen.”’
Welke boodschap heb je voor de studenten die af en toe angstklachten hebben?
‘Het is heel normaal om angstig te zijn. Bijna één op drie heeft ooit een episode van paniekaanvallen en dat gaat in vele gevallen ook vanzelf weer over. Vergeet niet dat angst ook onze vriend is. We hebben angst nodig. Ze beschermt ons. Maar als je veel piekert, praat er dan over met iemand uit je omgeving. Zo vermijd je dat je angst groter wordt.’
BIO Imke Baetens
Prof. Imke Baetens is internationaal bekend voor haar onderzoek naar preventie en behandeling van mentale klachten bij jongeren en jongvolwassenen. Naast academicus is Imke gezins- en relatietherapeut bij BRUCC, het Brussels University Consultation Center dat ze mee oprichtte in 2017. Aan die wisselwerking - tussen haar klinische praktijk en haar onderwijs en onderzoek - hecht Imke veel waarde.