Sinds gisteren verzamelt de liberale elite in München voor de jaarlijkse veiligheidsconferentie. Emmanuel Macron is er, Nancy Pelosi, alsook de nieuwe adel - Mark Zuckerberg van Facebook. Voor de animatie werden ook een paar minder overtuigde liberalen uitgenodigd, zoals de buitenlandministers van Amerika, Rusland en Iran. Dit jaar kreeg de conferentie een intrigerende titel ‘Westlessness’, Westenloosheid.

Dit opiniestuk verscheen eerder op demorgen.be (+).

Een mogelijke, positieve betekenis daarvan is dat het Westen niet langer het centrum van de wereld is. In het begin van de 20ste eeuw tekenden Europa en de Verenigde Staten voor haast 80 procent van de totale economische productie van de wereld. Op het einde van de 20ste eeuw nog voor een derde en dat aandeel slinkt gestaag. We kunnen ons ook afvragen of het nog zinvol is van ‘het Westen’ te spreken nu de VS en Europa steeds verder uit elkaar drijven. Met het gevolg dat de Europese leiders de rekening voor defensie niet langer naar Washington kunnen doorschuiven, net nu spelers als China, Rusland, Turkije en Iran barsten van de geopolitieke ambities. China bokst op gewicht. Rusland pokert met een zwakke hand. De Iraniërs, lepe Perzen, blijken te subtiel voor de makers van het Amerikaanse buitenlandse beleid. De European kijken ernaar en het mag al een diplomatisch wonder heten als hun mond niet al te opzichtig openvalt van verbazing.

Looking at the bright side of life, lijkt dit een geschikt moment om twee besluiten te nemen: laat andere landen, andere beschavingen en culturen ongehinderd hun eigen project uitbouwen en laten wij letten op onze eigenheid en veiligheid.

Dat is niet hoe het rapport ter voorbereiding van de conferentie het ziet. Daarin wordt meteen Jacinda Ardern geciteerd, de sinds de aanslag in Christchurch wereldbekende eerste minister van Nieuw-Zeeland. “In de plaats van fel nationalisme en eigenbelang”, zo betoogt zij, “moeten we onze stammen vormen rond waarden die universeel kunnen en moeten zijn”. Stammen? Uch, uch opperhoofd, welke stammen? Het deed me denken aan Samuel Huntington die, nu al weer een kwart eeuw geleden, zulke stam beschreef. “Elk jaar verzamelen een duizendtal zakenlui, bankiers, ambtenaren, intellectuelen en journalisten zich voor het World Economic Forum in Davos, Zwitserland (…) Zij (…) spreken allemaal redelijk goed Engels, worden tewerkgesteld door overheden, corporaties of academische instellingen, allemaal internationaal actief. Zij reizen veel buiten hun eigen land. Bijna allemaal geloven zij in individualisme, in de vrije markt, in politieke democratie… De Davos-mensen controleren nagenoeg alle internationale instellingen, veel van ‘s werelds regeringen…” Die stam slaat nu de tenten op in München.

 

Wie Westlessness leest, stelt vast dat deze elite-in-het-nauw enthousiast blijft over haar verwezenlijkingen, rücksichtlos nostalgisch terugblikt op de tijd toen zij geen weerstand ondervond.

 

De universele waarden waarvan sprake zijn immers de hunne. De inleiding tot de conferentie somt ze zelfs niet op, maar zegt meteen waar het op staat: liberale democratie, markteconomie en mensenrechten. Over de laatste halve eeuw maakte de stam duidelijk wat ze daar precies onder verstaat.

Hun markteconomie: staten worden getrivialiseerd. Landen moeten wedijveren om bedrijven en investeringen aan te trekken. Dat leidt tot een drastische verlaging van de bedrijfsbelastingen. In de OESO-landen bedroegen die in 1981 gemiddeld nog 41

procent in 2014 nog 23 procent. Het inkomen van het rijkste percent van de wereldbevolking neemt tussen 1980 en 2016 toe met 80 procent, dat van de rest stagneert nagenoeg. Het aantal miljardairs explodeert. Volgens Oxfam vloeit tussen 1988 en 2016 wereldwijd 44 procent van de toegenomen rijkdom naar de 5 procent rijksten.

Hun liberale democratie: de vrije meningsuiting wordt steeds meer beperkt. Ondemocratische centrale banken beslissen over monetair en op die manier economisch beleid. Kiezers worden getrivialiseerd en gaan steeds minder stemmen. Hun vertegenwoordigers worden vervangen door een gouvernement des juges. Liberale democratie wordt liberalisme zonder democratie. De EU voert beleid zonder politiek, voor de nationale democratieën rest dan politiek zonder beleid.

Hun mensenrechten: die werden pas echt belangrijk in de jaren 70, samen met de opkomst van het neoliberalisme. Zij kwamen in de plaats van het streven naar nationale soevereiniteit en gelijkheid. Ook al helpen ze enkelen, tot een verbetering van het leven van velen leidden zij niet. Dat doen, stel je voor, regimes als dat van China, die de mensenrechten niet respecteren. Uiteindelijk blijken mensenrechten vooral effectief in de strijd tegen degelijke en menselijke grenscontrole.

Wie Westlessness leest, stelt vast dat deze elite-in-het-nauw enthousiast blijft over haar verwezenlijkingen, rücksichtlos nostalgisch terugblikt op de tijd toen zij geen weerstand ondervond, ons zowaar wil laten geloven dat als hun wereld verdwijnt, dan ook meteen het Westen. Een billenkletser. Hopelijk zijn er in München ook een paar mensen die het uitproesten als ze dat verhaal horen.