Aloïs Gerlo groeide op aan de oevers van de Schelde in Baasrode, in een bescheiden, modaal gezin met vier zonen. Zijn liberaalgezinde vader overleed in 1925 op jonge leeftijd. In 1936 behaalde Aloïs zijn licentiaatsdiploma in de klassieke filologie, waarna hij aan de slag ging als studiemeester in het atheneum van Vilvoorde en promoveerde tot doctor in de letteren en wijsbegeerte. Tussen april 1938 en mei 1939 maakte hij een huwelijks- en studiereis naar Parijs.

In Vilvoorde maakten communistische en socialistische intellectuelen deel uit van zijn vriendenkring. Hij werd lid van het Brusselse Comité de Vigilance des Intellectuels Antifascistes. De Nieuwe Orde van 1940 was onverenigbaar met zijn diepgewortelde antifascisme en marxistische achtergrond. Hij kon de ontbinding van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) door Hendrik De Man niet aanvaarden en sloot zich direct aan bij de Kommunistische Partij (KP), de enige mogelijkheid die hij zag om actief verzet te bieden. Aloïs begon al vroeg propaganda van de bezetter te weerleggen. Ondanks het pact tussen Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie richtte hij in mei 1941 een afdeling van het Onafhankelijkheidsfront (OF) op in Vilvoorde. Later werd hij hoofdredacteur van het OF-blad “Vrijheid” (1943-1944). Na de oorlog beschouwde hij de sluikpers als het belangrijkste middel in de strijd tegen de bezetter. In België ontstond er een brede waaier aan sluikkranten om de bevolking een hart onder de riem te steken.

In de ondergrondse organisaties werd uit veiligheidsoverwegingen gewerkt in afzonderlijke cellen, volgens strikte veiligheidsregels. Door zijn ijzeren discipline en gedreven inzet klom Aloïs op binnen het verzet. Vanaf februari 1944 dook hij onder en in mei werd hij nationaal adjunct-secretaris van het OF. Hij kreeg de leiding over de Vlaamse publicaties van de sluikbladen en bleef na de oorlog hoofdredacteur van het blad “Front”. Na de oorlog richtte hij zich verder op zijn wetenschappelijk onderzoek en politiek activisme. Hij streed als flamingant voor de Vlaamse Beweging en pleitte in 1947 als eerste voor federalisme op het Algemeen Vlaams Congres. Van 1948 tot 1954 nam hij deel aan de door communisten geïnspireerde Vredesbeweging. Toen in 1956 de wanpraktijken van Stalin aan het licht kwamen en de Sovjet-Unie de Hongaarse opstand onderdrukte, keerde Aloïs terug naar de Belgische Socialistische Partij (BSP).

Vanaf september 1941 was hij leraar aan het Atheneum in Etterbeek, een positie die hij na de bevrijding voortzette totdat hij in 1956 voltijds docent werd aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Zijn wetenschappelijk werk, dat hij ondanks zijn drukke publieke leven nooit verwaarloosde, was voornamelijk gewijd aan het humanisme in de Nederlanden in de 16e-17e eeuw, Neolatijnse letterkunde en pedagogiek en onderwijs. In 1969 werd Aloïs Gerlo de eerste rector van de nieuw opgerichte Vlaamse Universiteit van Brussel. Tijdens zijn hele carrière verdedigde hij met overtuiging van vrije meningsuiting, vrij onderzoek en vrije uitwisseling van documenten en ideeën. 

 

Bronnen: 

Gerlo, Aloïs. Noch hoveling, noch gunsteling. Een levensverhaal. Kapellen: Pelckmans, 1989.

Verhulst, Adriaan. Aloïs Gerlo. Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, 2023. 

Em. prof. dr. Marcel Hebbelinck over rector Aloïs Gerlo, 2020. Via: https://www.vub.be/nl

CegeSoma, Bestand Gewapende Weerstand, persoonsdossier Aloïs Gerlo (29.01.1915).

ENGLISH TRANSLATION

Aloïs Gerlo

Aloïs Gerlo grew up on the banks of the Scheldt in Baasrode, in a modest, middle-class family of four sons. His liberal father died young in 1925. In 1936, Aloïs obtained his degree in classical philology, after which he became a teacher in the atheneum of Vilvoorde and obtained his PhD in literature and philosophy. In 1938 and 1939, he travelled to Paris on honeymoon and to study.

His circle in Vilvoorde consisted of communist and socialist intellectuals, and he was a member of the Brussels Comité de Vigilance des Intellectuels Antifascistes. The New Order of 1940 was incompatible with his deep-rooted antifascist and Marxist background. He refused to accept the dissolution of the Belgian Workers’ Party (BWP) by Hendrik De Man and immediately joined the Communist Party, the only way he could see to offer active resistance. Aloïs refuted the propaganda of the occupier. Following the pact between Nazi Germany and the Soviet Union, in 1941 he established a branch of the Onafhankelijkheidsfront (Independence Front, OF) in Vilvoorde. He later became editor of the OF newspaper Vrijheid (Freedom) from 1943-1944. After the war, he described the underground press as the most important tool in the fight against the occupier. In Belgium, a range of clandestine newspapers emerged to motivate the people.

For security reasons, work in the underground organisations was carried out in separate cells, according to strict rules. With his iron discipline and commitment, Aloïs climbed up the ranks within the resistance. He went into hiding in February 1944, and in May he became national deputy secretary of the OF. He was given control of the Flemish editions of the underground press and remained editor of the newspaper Front after the war. He continued to focus on research and political activism. He fought for the Flemish Movement and was the first to advocate federalism at the General Flemish Congress in 1947. From 1948-1954, he took part in the communist-inspired Peace Movement. When Stalin’s abuses came to light in 1956 and the Soviet Union suppressed the Hungarian uprising, Aloïs returned to the Belgian Socialist Party.

From September 1941, he taught at the Atheneum in Etterbeek, a position he continued after liberation until, in 1956, he became a lecturer at the Université libre de Bruxelles. His scientific work, which he never neglected despite his busy public life, focused on humanism in the Low Countries in the 16th and 17th centuries, Neo-Latin literature and pedagogy. In 1969, he became the first rector of the newly established Flemish University of Brussels. Throughout his career, he wholeheartedly defended freedom of speech, free enquiry and the free exchange of documents and ideas. 

 

Sources

  • Gerlo, Aloïs. Noch hoveling, noch gunsteling. Een levensverhaal. Kapellen: Pelckmans, 1989.
  • Verhulst, Adriaan. Aloïs Gerlo. Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, 2023. 
  • Em. prof. dr. Marcel Hebbelinck over rector Aloïs Gerlo, 2020. Via: https://www.vub.be/nl
  • CegeSoma, Bestand Gewapende Weerstand, persoonsdossier Aloïs Gerlo (29.01.1915).