Ondanks de goede bedoelingen kan je je afvragen of Europa een goed klimaat schept om artificiële intelligentie te ontwikkelen. Ann Dooms is professor vakgroep Wiskunde en Data Science van VUB en gespecialiseerd in wiskunde voor digitale toepassingen. Haar opiniestuk verscheen op 3 februari in De Tijd.
Ursula von der Leyen was vorige week te gast op het The Future of Europe-event van De Tijd/L’Echo en KBC. In haar charismatische speech richtte de Europees Commissievoorzitter zich tot de aanwezige industriële leiders, die ze loofde voor het mee creëren van het 'Made in Europe-label'. Onze producten staan garant voor kwaliteit en worden milieuvriendelijk gemaakt, terwijl onze werknemers een fatsoenlijk loon verdienen en van sociale zekerheid kunnen genieten. Europa biedt hen toegang tot een eengemaakte markt van 450 miljoen consumenten, terwijl ons toegankelijk onderwijs degelijk opgeleide mensen aflevert. Europa is de plek bij uitstek voor bedrijven om zich te vestigen, klonk het.
Nicolas Deruytter, de topman van de AI-specialist ML6, stelde in de vragenronde dat de kaarten toch moeilijk liggen voor Europese AI-bedrijven. Maar von der Leyen bleef bij haar standpunt en belichtte het verschil in de AI-ontwikkelingen tussen de grote continenten. De Verenigde Staten laten de digitale revolutie over aan de markt, China doet het als overheid en Europa volgt de humanistische aanpak.
De Europese burger moet online dezelfde rechten en bescherming krijgen als in de 'echte wereld'. Dat probeert Europa te realiseren met de EU AI Act. Het wetsvoorstel is het eerste ter wereld dat het ethisch gebruik van AI wil reguleren. Ondertussen denkt de Chinese overheid na over hoe ze met automatische monitoring het gedrag van burgers kan bestraffen of belonen. Bij 'slecht' gedrag zou ze het internet kunnen vertragen. Bij 'goed' gedrag zou ze een korting op de energierekening kunnen toekennen.
De EU AI Act staat daar lijnrecht op: burgers automatisch monitoren met biometrische identificatie is te allen tijde verboden. Daarnaast legt ze toepassingen met een 'hoog risico' op de schending van onze basisrechten aan banden. Ze vraagt onder meer transparantie in algoritmes, om bijvoorbeeld discriminatie te voorkomen bij het automatisch scannen van cv’s.
Gehoopt wordt dat het voorstel, net als de gegevensbeschermingswet (GDPR) uit 2018, een ruimere aanhang krijgt. Toch zijn er nog veel haken en ogen aan, waaronder de flou artistique over wat precies hoogrisicoapplicaties zijn. Het schrijven van zo'n wetsvoorstel is een uiterst complexe interdisciplinaire oefening, waarbij helaas niet altijd de juist geschoolde mensen en relevante stakeholders aan tafel zitten - terwijl onder andere Google, Meta en Huawei vertegenwoordigd zijn. De huidige onduidelijkheid in de afbakening en de handhaving kan de Europese AI-innovatie fnuiken, iets wat zorgen moet baren.
Geschikt investeringsklimaat?
Het wetsvoorstel leidt al tot sterk Europees onderzoek in verklaarbare en faire AI, ook bij ons. Toch moeten we ons afvragen of Europa op dit moment het goede klimaat schept om AI-onderzoek en -ontwikkeling in competitieve producten te gieten die ons een economisch voordeel opleveren op een markt die risicospreiding toestaat.
Het voorstel maakt dat het vermarkten van general purpose of multi-inzetbare algoritmes, zoals diegene die beeld of tekst kunnen genereren, in een grijze zone komt. Enerzijds mogen zulke zelfontwikkelde algoritmes mogelijk niet worden verkocht, omdat ze ook 'verkeerd' kunnen worden ingezet. Anderzijds wil niemand verantwoordelijk worden gesteld voor een mogelijke bias in aangekochte black box getrainde systemen. Het is dus oppassen voor terughoudendheid bij investeerders, een bureaucratische mallemolen en versnippering. En dat terwijl we vandaag al vrijwel afwezig zijn in de top van de grootste AI-bedrijven, die niet toevallig general purpose zijn.
Waarom zet de EU geen CERN voor artificiële intelligentie op?
Hoe zou de Europese Unie de Belgische AI-markt kunnen steunen? Om te beginnen moet von der Leyen in haar discours meer doen dan het belang van de Green Deal onderstrepen. Ze moet ook onze jeugd warm maken om een rol te spelen in de digitale revolutie door over de kracht en pracht van wiskundig modelleren te vertellen, want that’s how AI works its magic. Door de verwerping van de nieuwe eindtermen door het Grondwettelijk Hof wordt ons Vlaams wiskundeonderwijs op dit moment helaas verminkt door de kaasschaaf, terwijl we ooit de koploper waren. De aansluiting met de AI-markt zal er niet op verbeteren, integendeel.
Daarnaast pleiten AI-CEO’s, zoals Deruytter en Robovision-topman Jonathan Berte, voor het wegwerken van het duidelijk voelbare verschil in loonkosten en subsidies in Europa en voor het faciliteren van kapitaalinvesteringen door privéspelers. De EU AI Act mag door overregulering de deur niet sluiten, anders kunnen we de kloof met de VS nooit meer dichten.
Operationeel knelt het schoentje op het vlak van rekenkracht. Wist u dat er zelfs geen structurele langetermijnfinanciering voor de Vlaamse supercomputer is? Waarom zet de EU geen gecentraliseerde ecologisch verantwoorde supercomputerpool op? Een soort CERN voor artificiële intelligentie, waar verklaarbare en faire AI-algoritmes en hardware worden ontwikkeld die minder energie vragen en ons helpen onze levensstandaard te verhogen. Een humanistische aanpak die naadloos aansluit op de Green Deal. Komaan, Europa, waar wacht je op?