“Education is the most powerful weapon which you can use to change the world.” Het is een bekend citaat van Nelson Mandela, die in de jaren negentig nog op de campus van mijn universiteit was om er een eredoctoraat in ontvangst te nemen. Ik moest eraan denken toen ik vorige zondag naar de Zevende Dag keek, naar het grote onderwijsdebat waar leerkrachten, directies, lerarenopleiders en ouders hun vragen mochten afvuren op Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. Ondanks de donkere wolken van schrijnend lerarentekort, dalende kwaliteit en vernietigde eindtermen die boven het onderwijsveld hangen, bleef de sfeer opvallend sereen en zou Mandela’s uitspraak er op algemene instemming hebben kunnen rekenen. Leerkracht worden is een roeping, luidde het.
Dit stuk verscheen eerder op tijd.be. Auteur: Caroline Pauwels, prorector van de Vrije Universiteit Brussel.
Zelf heb ik bijzonder mooie herinneringen aan mijn schooltijd en aan de vaak gepassioneerde leerkrachten die werkelijk alles deden om ons naar een hoger niveau te tillen. Ja, ze waren veeleisend, maar dat ervaarde ik net als een teken van liefde. Liefde voor hun vak, voor jonge mensen en voor het, letterlijk, ‘weg-wijs’ maken van die jongeren. Het is liefde die niet slijt, vandaar dat sommigen vandaag als gepensioneerde terug voor de klas gaan staan om het lerarentekort te helpen lenigen.
Als academica heb ik lesgeven altijd als een van de mooiste aspecten van mijn job beschouwd. In een aula voel je die diepe verbondenheid met de samenleving, die wonderlijke verbinding ook tussen wat mensen van vorige generaties aan kennis en inzichten hebben voortgebracht en de nieuwe betekenissen die de huidige generatie aan die kennis geeft. Daarom dat het recht op onderwijs zo fundamenteel is. We hebben soms heldhaftige voorvechters nodig om ons daaraan te herinneren, zoals kinderrechtenactiviste Malala Yousafzai die haar strijd voor het recht op onderwijs voor meisjes in Talibangebied bijna met haar leven heeft bekocht. “Let us pick up our books and our pens, they are our most powerful weapons”, zei ze in haar toespraak voor de Verenigde Naties op de dag dat ze zestien werd.
Onderwijs als hefboom voor een meer rechtvaardige wereld, met bevlogen leerkrachten die je letterlijk de kracht geven om jezelf te overstijgen en te emanciperen. Maar staat die bevlogen missie niet haaks op het al te strakke keurslijf waarin de onderwijssector is terecht gekomen?
Woorden hebben hun betekenis. Ik hou van woorden als ‘wetenschap’ (het vakmanschap om kennis te verwerven), ‘heuristiek’ (de leer of de kunst van het vinden) of ‘historische kritiek’ (het redeneren met en over bronnen, om zo je eigen oordelen door voortschrijdend inzicht bij te stellen). Daarom sta ik wat huiverachtig bij die nadruk op ‘eindtermen’. Voor mij gaat het eerder om ‘doorstarttermen’, die aanmoedigen om levenslang te blijven leren en waarbij we vooral mogen hopen dat de school ons verslingerd heeft gemaakt aan kennis en kennisverwerving, van welke aard ook. Leren vraagt immers tijd, een leven lang.
Even ongemakkelijk voel ik me bij de steeds luidere roep naar selectieproeven om de kwaliteit te garanderen. Het legt de druk bij ouders, kinderen en jongeren. Maar moet goed onderwijs niet net het niveau van studenten omhoog krikken in plaats van het omgekeerde: de betere studenten die het niveau van het onderwijs omhoog moeten krikken? Wat niet betekent dat er geen kwaliteitsvereisten mogen zijn. Het gaat zoals steeds om de balans. Een balans die we samen kunnen en moeten bewaken.
Laat ons in het onderwijs vooral de liefde voor het leren doorgeven. Laat ons zorgen dat leerkrachten het engagement en de passie voor dat leren kunnen blijven bewaren. Sla die passie niet dood met administratieve ballast, met opdrachten die niet aan de kern raken. Laat leerkrachten vooral de ruimte om te groeien in de job.