Auteurs: Prof. Jeroen Scheerder (KU Leuven), Prof. Annick Willem (UGent), Prof. Inge Derom (VUB) en Prof. Veerle De Bosscher (VUB)
De corona-maatregelen hakken er stevig op in. Ze beginnen te wegen en ook hun economische en mentale sporen na te laten. De sportevenementsector krijgt economische klappen, sportcompetities worden uitgesteld of zelfs afgelast en de sportconsument haakt mogelijks af. Sporters zien de trainingsarbeid voor hun geliefkoosde sportevenement verloren gaan. Ze missen collegasporters om zich mee te kunnen meten, dan wel om tijdens of na het sporten gezellig mee te kunnen keuvelen. Want dit is opvallend: met het wegvallen van zo goed als alle georganiseerd sporten – denk aan het sporten in clubverband, naschools, in een lichte gemeenschap of als deelnemer van een sportevenement – lijkt de coronasporter vandaag op zichzelf aangewezen. Indien hij of zij wil sporten dan is zelforganisatie de sleutel. Dat vraagt discipline, structuur en regelmaat, oftewel juist eigenschappen die eerder eigen zijn aan het sportaanbod door verenigingen, scholen of sportevenementen. Bovendien zijn nog slechts een beperkt aantal beweegvormen toegelaten, waaronder als meest populaire het lopen, wandelen en fietsen (naast skaten, skeeleren, steppen en ook paardrijden die oogluikend worden toegelaten – als ‘noodzakelijke’ verplaatsingsvorm). Niet iedereen vindt dat op eigen houtje ‘in beweging blijven’ aangenaam of uitdagend.
Maar de mens is niet gemaakt om in eigen kot stil te zitten. Hij of zij is sociaal en speels en gaat op zoek naar nieuwe beweegmogelijkheden. Vanuit diverse hoeken worden volop creatieve oplossingen bedacht. Kinderen kunnen deelnemen aan digitale sportkampen van Sport Vlaanderen, competitiesporters vinden hun gading in virtuele challenges via Strava en Zwift, sportklassiekers als de AG Antwerp 10 Miles worden volledig omgetoverd tot een e-event en dankzij Saartje Vandendriessche krijgen salonsporters dagelijks via het scherm hun portie lichaamsbeweging voorgeschoteld. Gaat het om een tijdelijke trend? Of ontwikkelen zich op deze manier ook volop formats die in het post-coronatijdperk verder hun nut zullen bewijzen? Staat de ‘new normal’ eveneens voor een nieuw model van sportevenementen? Voor de geboorte van een nieuwe manier van sport beleven? Zet het ook niet-sporters aan om te gaan sporten?
Een maand geleden sloegen onderzoekers van de KU Leuven, UGent en VUB de handen in elkaar om de coronasporter wetenschappelijk in kaart te brengen. De resultaten van die eerste wave werden intussen publiek gemaakt. Vandaag gaan deze onderzoekers op zoek naar wat de evenementensporter bezighoudt. Was hij of zij volop aan het trainen voor een loop-, fiets-, wandel- en/of triatlonevenement? Vindt deze eventsporter met de huidige corona-maatregelen een waardevol alternatief in de gedigitaliseerde varianten? En is dit een vorm van sportbeoefening die ook kansen biedt op langere termijn? De onderzoekers willen het via de tweede coronasport-enquête te weten komen.
Niet iedereen vindt dat op eigen houtje ‘in beweging blijven’ aangenaam of uitdagend.
Met het tweede onderzoek naar de coronasporter willen we twee zaken nagaan. Ten eerste, treedt er een soort corona moeheid op. Sporters bleven gemotiveerd om te sporten en leken bewust hun sportgedrag aan te passen om te kunnen blijven sporten maar houdt de sporter dit vol of haalt het gemis aan sportvrienden, sportinfrastructuur en het vertrouwde sportleven de bovenhand.
Ten tweede, zoomen we in op de groep sporters die nauwelijks vooruitzicht heeft op zijn/haar oude sportleven: de eventsporter. We kunnen die eventdeelnemers in een drietal categorieën indelen. De sporadische participant of eendagsvlieg. Deze eventdeelnemer neemt deel voor de (eenmalige) unieke ervaring en heeft (hopelijk) extra trainingen gepland om zich voor te bereiden. Deze nieuwe eventdeelnemer gaat mogelijks geen tweede poging wagen om aan een massa evenement deel te nemen. Zijn/haar sportieve ambities worden samen met het evenement afgelast. De recreanten. Ze nemen regelmatig deel aan een sportevenement voor hun plezier, om samen met vrienden te zijn, of als aanvulling op hun trainingen. Ze missen hun sportevenementen maar verwacht wordt dat ze in hun trainingsroutine blijven. De professionele amateur. Deze laatste groep is competitief en ambitieus. Hij/zij leeft voor zijn of haar sport. Eventdeelname maakt deel uit van een heuse amateur sportcarrière. Deze sporters staan in de kou. Als loper, fietser of triatleet kunnen ze perfect blijven sporten maar het ontbreken van de competitieve druk en het streven naar de vooropgestelde doelen die ze tijdens de events wil behalen hebben een immense impact op hun sportbeleving. Voor deze sporter gaapt het grote zwarte gat met nauwelijks vooruitzichten of en wanneer hun evenementen terug kunnen doorgaan. Keren we ooit nog wel terug naar de tijd van de vele massa loop- en andere sportevenementen? Omdat de sportevenementen een essentieel onderdeel van hun (sport)leven zijn, moeten ze op zoek naar alternatieven. Voor deze professionele amateurs biedt het digitale evenement mogelijks even soelaas. De eventorganisatoren maken alvast alle potentiële eventdeelnemers warm voor de nieuwe digitale sportevenementbeleving.
Keren we ooit nog wel terug naar de tijd van de vele massa loop- en andere sportevenementen?
Deelname aan massasportevenementen wordt gekenmerkt door een stijgende populariteit. Niet enkel het aantal georganiseerde evenementen (zowel door commerciële organisaties, publieke instanties en non-profit organisaties), maar ook het aantal deelnemers is de voorbije jaren sterk toegenomen. Deze evenementen bevinden zich op een continuum waarbij de inspanning en intensiteit erg kan variëren, om op die manier een breed publiek te inpireren om deel te nemen. Het is belangrijk om te begrijpen dat voor de eventsporter ‘beleven’ steeds meer boven ‘presteren’ staat. Uit voorgaand onderzoek weten we dat deelname aan massasportevenementen ook een positieve impact kan hebben op het sport- en beweeggedrag van de deelnemers.
Hoewel massasportevenementen overwegend een reeds actief deelnemersveld aantrekt, stellen we vast dat de deelnemers zich toch ‘extra’ voorbereiden op hun eventdeelname. De Ronde van Vlaanderen Cyclo is bijvoorbeeld een belangrijke stimulus om extra te trainen gedurende een periode van 3 maanden of meer, voorafgaand aan het evenement. Nadien kunnen de deelnemers deze verhoogde trainingsintensiteit – toch zeker voor een korte priode van 3 maanden – vasthouden. Omwille van het uitstel van de Ronde van Vlaanderen lanceerde Flanders Classics met succes de Ronde van Vlaanderen op rollen, waardoor Vlaanderen via een live-uitzending kennis maakte met de mogelijkheden van e-cycling. De virtuele klassieker werd dankzij indrukwekkende technologie zeer aantrekkelijk op tv gebracht en gevolgd door meer dan 600.000 koersliefhebbers. Belangrijk voor de organisator Flanders Classics is dat deze koersliefhebbers voor een verjonging van het wielerpubliek kunnen zorgen. Maar zullen alle eventsporters nu ook virtueel beginnen sporten en bewegen?
Als we naar de inspanning van Golazo kijken, is het virtuele bewegen de (tijdelijke) nieuwe norm. Golazo kiest nu resoluut voor een online aanpak om de missie en visie van het bedrijf te kunnen blijven nastreven, namelijk mensen in beweging zetten. Via het internationaal platform www.keepmoving.eu kunnen sporters symbolische steun verlenen aan de zorgverleners. Biedt dit platform ook extra mogelijkheden voor beginnende sporters om zich voor te bereiden op hun virtuele eventdeelname? Maken eventsporters gebruik van dit vernieuwd online aanbod? Hoe beleven ze deze evenementen online? Lopen en fietsen we volgend jaar weer met z’n allen door de straten van Antwerpen of is er ook na de corona-maatregelen een markt voor het e-sporten?