Ons academisch project is gestoeld op het principe van het vrij onderzoek: 'het denken onderwerpt zich niet; niet aan dogma’s, partijen, hartstochten, belangen, vooroordelen, niet aan om het even wat. Zich onderwerpen betekent immers het einde van alle denken'.
De Vrije Universiteit Brussel is een huis met vele kamers
De Vrije Universiteit Brussel is een huis met vele kamers. Collega’s en studenten denken onderling zeer verschillend over maatschappelijke, politieke en ethisch-filosofische kwesties. Dat is maar goed ook. Het is pas door die confrontatie van ideeën dat we er in slagen ons denken aan te scherpen en tot een beter inzicht te komen in de vraagstukken waarmee we als samenleving worstelen.
De confrontatie van ideeën is ons dierbaar. We moedigen studenten dan ook aan maatschappelijk actief te zijn. We stimuleren collega’s om hun academische expertise toegankelijk te maken voor een breder publiek, om te participeren aan maatschappelijke debatten, onder meer door opiniestukken en columns in kranten en tijdschriften en optredens in de media.
Uiteraard spreken collega’s, als ze hun visies en standpunten publiek maken, eerst en vooral voor zichzelf. Niemand spreekt voor de Vrije Universiteit Brussel, ook de rector niet. Uiteraard is niet iedereen het altijd eens met de publieke standpunten en analyses van collega’s. Dat hoeft ook helemaal niet, integendeel. We hebben nood aan woord en wederwoord.
Oproepen tot geweld, haat of discriminatie kunnen voor mij niet
Kan alles dan zomaar worden gezegd? De enige grenzen die er voor mij zijn hebben te maken met een aantal humanistische waarden. Oproepen tot geweld, haat of discriminatie kunnen voor mij bijvoorbeeld niet. Een andere grens heeft te maken met de wijze waarop we met elkaar omgaan. De man of de vrouw spelen hoort niet, de bal des te meer. We bestrijden argumenten, niet mensen. Intellectuele eerlijkheid veronderstelt respect voor feiten, voor de kracht en het gefundeerd zijn van argumenten en ook voor elkaars waardigheid.
Los daarvan kan inderdaad alles worden geschreven of gezegd. Ik huldig het vaak aan Voltaire toegeschreven gezegde: “Je ne suis pas d’accord avec ce que vous dites, mais je me battrai jusqu’à la mort pour que vous ayez le droit de le dire”. In die geest organiseer ik zelf ook al een aantal jaar Difference Day in Bozar, een dag vol activiteiten over de persvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en het respect voor de mening van anderen.
Er was deze week wel wat te doen over de bijdrage die Jonathan Holslag schreef voor het nog te verschijnen boek van Tom Van Grieken. Ik volgde het debat met meer dan gewone belangstelling, want het gaat over een thema dat mij ook al een hele tijd bezighoudt: hoe ga je in dialoog met mensen die er totaal andere, zelfs extremistische of radicaliserende meningen op nahouden. Jonathan Holslag gaat daarover met iedereen in debat, tot welke politieke partij of ideologische strekking ze ook behoren. En schrijft ook voorwoorden.
Andere collega’s, zoals bijvoorbeeld Eric Corijn, vinden dat je dat beter niet doet. Zo legitimeer je immers partijen en ideologieën die haaks staan op de waarden waarvoor we staan. Ik begrijp en overweeg ook die argumenten. En ik geef toe dat ik er zelf niet uit ben hoe je de dialooglijnen best open houdt.
Waar ik wel zeker van ben, is dat we alleen maar kunnen komen tot een beter begrip van de problemen waarmee onze samenleving worstelt, door oprecht en met respect met elkaar van mening te verschillen. En door over die meningen met goede argumenten en met op feiten gebaseerde redeneringen in dialoog te gaan. En naar elkaar te luisteren.
Als collega’s die dialoog met elkaar voeren via de media, dan is dat prima. Daar kunnen we als samenleving alleen maar wijzer van worden. Woord en wederwoord, op basis van feiten, argumenten en wederzijds respect. Persoonlijk stelling nemen, maar geen stellingenoorlogen voeren. Precies dat is voor ons vrij onderzoek.