NULLHallo Nathan! De Tour De France komt alsmaar dichterbij. Hoe vlot de voorbereiding?
Wel ondertussen werk ik ongeveer 5 jaar met de ploeg samen. Het concept van een ploeg is wel totaal verschillend ten opzichte van de voetbalwereld, omdat de renners allemaal heel verspreid zitten. Dat geldt overigens ook voor de staff. We voorzien in de tussentijd wel al in individuele begeleiding, maar de échte teamvoorbereiding schiet pas enkele dagen voor de start in gang. De renners zitten dan samen voor de teampresentatie en medische tests, dus kunnen wij werken op de teamspirit, gemeenschappelijke doelen uittekenen, nadenken over het plan van aanpak,…
Merk je dat de stress begint toe te nemen? Of hebben de vele jaren ervaring binnen het team voor enige afstomping gezorgd?
Het team gaat inderdaad al even mee en we hebben in het verleden best wel mooie prestaties kunnen neerzetten. Wat wel zo is, is dat men alles onder een vergrootglas houdt. Eén detail kan uitvergroot worden tot een grote misser. Op die manier lijkt het wat op het WK-voetbal, met als bijkomende uitdaging dat het Tourcircus zich voortdurend verplaatst. Het is ook niet zo dat we onze renners nu als één team klaarstomen. Een deel van de ploeg zit op dit moment in Zwitserland, een ander deel in Engeland en er is dan ook niet echt sprake van een gezamelijke nervositeit. Ik denk dat dat anders ligt voor de mensen die achter de schermen werken en de hotels boeken. Dat kan bij tijden vrij chaotisch zijn.
De Lotto-Soudalploeg telt opvallend veel renners van Belgische bodem, wat de verwachtingen van Belgische wielersupporters vanzelfsprekend de hoogte injaagt. Hoe gaan jullie renners daarmee om?
Ik denk niet dat heel verschillend is van andere sporten. De meeste renners ervaren dat ook niet echt als een extra balast. Integendeel, vaak putten ze zelfs moed uit het gejoel van fans en de helikopters die boven hun hoofd cirkelen. Meestal zijn de écht grote talenten ook succesvol met een reden, bijvoorbeeld omdat ze goed met de druk kunnen omgaan. Natuurlijk kan het wel zijn dat een individuele renner worstelt met de eigen verwachtingen of die van de ploeg of buitenwereld, maar ik denk dat iedereen van ons dat gevoel wel kent en daarmee moet leren omgaan.
Wie niet helemaal thuis is in de koerswereld weet misschien niet wat psychologische ondersteuning voor profwielrenners inhoudt. Wat moeten we ons hierbij voorstellen?
Eerlijk gezegd denk ik dat veel koersfanaten daar ook geen flauw benul van hebben. Ik denk dat de aanpak binnen ons team toch wel een uitzonderlijk verhaal is. Vaak zie je dat men het psychologenteam pas erbij haalt wanneer de renners met een traumatische valpartij of een ongeluk geconfronteerd worden. Bij ons is het meer een stapsgewijs proces. We werken nauw samen met de medische staff en de performance manager. Om het concreet te maken: het is niet makkelijk voor een topsprinter om 250 km lang op zijn zadel te zitten, om de laatste 300 meter nog eens alles te geven. Dat gaat niet zonder een gezonde state of mind. Maar het is natuurlijk breder dan dat, het kan ook gaan over het uitwerken van een goede flow voor het team of het wegnemen van angsten of zelftwijfel. Zo proberen we de prestaties van onze renners tot het hoogst mogelijke niveau te tillen.
Natuurlijk varieert de aanpak sterk naar gelang het bijvoorbeeld over een tijdrit of een meerrittenkoers gaat. Onze performance manager Kevin De Weerdt is intensief bezig met dat soort dingen. Dat brengt ons ook meteen bij het wereldrecord van Victor Campenaerts. De aanloop naar dit moment ging gepaard met een toegespitste voorbereiding, waarbij ik zelf ook betrokken was. De eerste stap in dit traject meteen ook één van de belangrijkste: gaan we ervoor of niet? Eens de bal aan het rollen was, verliep alles volgens de regels van de kunst, maar eerst moet er gekeken worden naar de haalbaarheid en de voor- en nadelen, want het is toch wel een heuse onderneming.
Oké, er gaat dus een flinke voorbereiding aan vooraf. Draaien jullie ook dubbele shifts tijdens en na zo’n zware rittenkoers?
Tijdens de ronde zijn het vooral de performance managers en sportbestuurders die een actieve rol spelen. De renners worden enorm belast tijdens zo’n rit en het is dan ook het doel om hen zo snel mogelijk in het hotel te krijgen. Dat wil niet zeggen dat er van psychologische begeleiding geen sprake is. ‘Iedereen mental coach’ is het motto bij Lotto-Soudal. Als de renner op de massagetafel ligt, wordt een deel van de psychologisch begeleiding bijvoorbeeld door de soigneur gedaan. Hij luistert naar de renner, gaat mee in zijn verhaal,… Hetzelfde geldt voor onze artsen en sportdirecteurs. An sich zit onze taak er dan al op, maar wanneer het uitkomt gaan we uiteraard eens langs om polshoogte te nemen.
Laat ons even inzoomen op een specifieke case: in 2017 greep Thomas De Gendt naast de prijs van de strijdlust, met veel misnoegde fans als resultaat. Helpen jullie hem omgaan met de druk die op zijn schouders rust om de prijs ditmaal wél in de wacht te slepen?
Niet echt. Thomas gaat sowieso altijd voor de doelen die hij vooropzet. Als hij zijn kansen als realistisch inschat, dan kan je ervan uitgaan dat hij er alles aan zal doen om die prijs binnen te halen. Dit jaar wou hij deelnemen aan drie grote rondes en dat is ook wat hij aan het doen is nu. Hij is een intelligente renner, die goed en wel weet wat al dan niet mogelijk is. Het klopt dat hij ontgoocheld was toen Warren Barguil de prijs in ontvangst mocht nemen, maar hij neemt dat sportief op.
Op dagdagelijkse basis kom je in aanraking met de mentale perikelen van profwielrenners, kan je de voornaamste struikelblokken waarop men soms botst toelichten?
Wel, een eerste struikelblok voor renners zijn kinderen. Dat klinkt misschien heel verkeerd, maar je mag niet vergeten dat het een gevaarlijke sport is en blijft. Met niet meer dan een badpakje race je soms aan zo’n 60 km per uur. Dat is niet altijd even makkelijk verenigbaar met de verantwoordelijkheid naar je gezin toe. Daar komt nog eens bovenop dat je in het peloton soms een zware valpartij ziet of hoort gebeuren, zonder dat je kan ingrijpen. Je beseft wat er aan het gebeuren is, maar kan niets doen. Dat kan hard aankomen. Een andere valkuil waar men meer dan eens op stuit is het gewicht. Hoe lichter je aan de koers begint, des te sneller je kan rijden. Maar soms durft dat al eens door te slaan. Men vraagt zich af of het niet nog beter zou gaan met een kilogram minder en dat is een hellend vlak. Natuurlijk wordt dat goed gemonitord, maar het is belangrijk dat we daar ook een psychologisch luik aan koppelen. Daaraan gelinkt heb je ook de loyauteit aan het trainingsschema. De grens tussen voldoende en te veel training is meer dan eens een moeilijke balans. Als je dan tegelijkertijd begint te experimenteren met je gewicht, gepaard met alle psychologische stress die erbij komt te kijken,… Dan kunnen de gedachten al eens verduisteren en dan ben je vertrokken.
Als ik dit nu vertel lijkt het alsof ons team een vat vol mentale problemen is, wat natuurlijk niet het geval is. Het zijn gewoon terreinen waarop wij als psycholoog kunnen werken. We zijn allen mental coach, we zijn er om elkaar te helpen, dus al bij al valt het nog best mee.
'Iedereen mental coach' is het motto bij Lotto-Soudal. Van de soigneur tot de performance managers.
Voelt het als een gedeelde overwinning wanneer de wielrenners die je coacht topprestaties neerzetten?
Ik zou liegen moest ik zeggen dat dat niet het geval is. Ik ben een fanatieke supporter. In het verleden was ik ook altijd op de wedstrijden aanwezig. De laatste twee jaren wat minder, omdat ik meer werkte rond performance management: een meer strategisch, interdisciplinair proces dat voornamelijk achter de schermen plaatsvindt. En zelfs dan nog. Toen Tiesj Bennoot zo’n schitterende overwinning behaalde in de Strade Bianche heb ik mijn afstandsbediening bijna door het scherm gegooid van blijdschap. Je gaat daar helemaal in op.
Als een kenner van de sport, wat maakt iemand nu eigenlijk tot een toptalent. Is het niets meer dan aanleg of…
Aanleg is uiteraard een belangrijke factor, maar het is geenszins de beslissende. Kijk maar naar Victor Campenaerts. Hij is eerst in de atletiek begonnen en heeft pas later ontdekt dat zijn hart bij het wielrennen ligt. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij het meest geniet van de discipline die het dichtst bij de atletiek ligt: het tijdrijden. Even belangrijk is dat Victor zijn trainingsschema’s loyaal volgt en elk detail onder de loep neemt. De mensen rondom je spelen ook een belangrijke rol: steunen je ouders je passie, is er een match met je trainer,…? Kort gezegd, het is een samenspel van vele factoren. Goede benen staan niet garant voor succes.
Met toppers als Tiesj Bennoot en Tim Wellens barst jullie ploeg van het jong talent. Blijkt hun jeugd soms een valkuil, omdat ze misschien sneller ten prooi vallen aan een zekere nonchalance?
Renners op dat niveau komen er zelden door hun dromen licht op te pakken. Meestal beginnen jongeren met talent al heel vroeg met hun training, waardoor ze aan een snel tempo discipline kweken. Dat brengt ons ook weer bij de talentkwestie. Talent is nooit een bepalende factor in deze sport, zelfbeheersing, motivatie en inzet spelen een minstens even belangrijke rol.
Ik weet niet of je dat zo openlijk mag zeggen, maar heb je eigenlijk een favoriete renner?
Interessante vraag, ik heb daar nooit op die manier naar gekeken. Wel moet ik zeggen dat ik veel respect heb voor het damesteam. Met de weinige middelen waarover ze beschikken streven ze grote, ambitieuze dromen na. Dat vraagt moed, lef en inzet. De media-aandacht is een stuk kleiner, maar qua training is er geen verschil met de mannelijke teams. Dat wil zeker niet zeggen dat ik niet graag met de heren werk, integendeel, maar het is aangrijpend en inspirerend om te zien hoe onze Lotto-Soudal ladies keer op keer alles geven binnen een veel moeilijker kader.
Het is aangrijpend en inspirerend om te zien hoe onze Lotto-Soudal ladies alles geven binnen een veel moeilijker kader.
We kunnen toch wel zeggen dat je in een enigszins unieke job bent beland. Heeft je opleiding Psychologie aan de VUB daarin enige rol gespeeld?
Destijds was ik zelf topatleet, wat niet zo makkelijk te combineren was met een universitaire opleiding. Je moet weten dat studiepunten en het meenemen van vakken toen nog niet waren ingeburgerd. Het was professor De Knop die een studieproject rond topsport en hogere studies op poten had gezet, waar ik dan uiteindelijk ben ingestapt. Ik heb voor Psychologie gekozen omdat het het best aansloot bij mijn vaardigheden, maar de liefde voor het vak is er pas later gekomen. Veel later. Mijn tijd aan de VUB heeft vooral voor een stevig basis gezorgd, waardoor ik mij nu op dergelijke projecten kan storten.
Heb je ondanks de pittige combo van topsport en hoger onderwijs wat kunnen genieten van je studententijd?
Ik heb gezocht naar een tussenoplossing, zodat ik toch wat van het studentenleven kon proeven. Maar eigenlijk was het een fifty-fifty verhaal. Ik heb niet alles uit het studentenleven kunnen halen en mijn resultaten leden toch ook een beetje onder de beperkte tijd. Aan de ene kant vind ik dat natuurlijk jammer, maar ik durf toch zeggen dat dat voor mij de beste keuze was.
Welke herinneringen springen eruit? Wat waren de mooiste momenten?
Goh, de tijd in mijn studentenkot - die kleurrijke hokjes naast de atletiekpiste - was toch wel bijzonder. Je zat daar samen met 3 kotgenoten met wie je in de zomer gezellig kon barbecueën, spelletjes spelen, nakeuvelen,… Je sloeg al eens een praatje met mensen van andere richtingen. Ja, dat is een tijd waar ik meer dan eens naar hunker. Niet uit heimwee, maar omdat ik niet wil vergeten dat ik ooit zo’n persoon was. De leuze van de VUB was destijds ‘Redelijk eigenzinnig’ en nog steeds doet die leuze mij herinneren aan mijn studententijd. Eigenlijk is dat de periode voor je gekneed wordt door de samenleving en maatschappij. Je probeert je eigenzinnigheid te bewaren, zo goed als dat kan, maar soms moet je je aanpassen en meegaan met de flow. Eens rondwandelen op de campus van de VUB houdt dat eigenzinnig vlammetje brandende.
En als we eens wat meer inzoomen op de opleiding zelf en het vakkenpakket, zaten daar ook enkele overtuigde favorieten tussen?
Jammer genoeg kon ik door mijn training niet zo vaak naar de les gaan, maar ik constateer dat de proffen die vanuit hun eigen levenservaring vertelden me het meeste zijn bijgebleven. De theorie is belangrijk, maar het is razend boeiend om te horen hoe dat zich vertaalt naar de praktijk. Kinderpsychologie was een meesterlijk vak en ik heb ook genoten van de lessen Sociale Psychologie van professor Sloore. En dan had je natuurlijk ook professor Marneffe, die als ik het me goed herinner ook psychiater was. Zij was voor mij top of the league, zoals ze zeggen.
En bij wijze van uitsmijter: is er een levensles die je hebt opgepikt aan de VUB, waar je nu nog steeds inspiratie uit put?
Eigenlijk wel. Zoveel jaren terug was de VUB een kleinere universiteit die moest opboksen tegen de grote mastodonten en het met veel kleinere budgetten moest stellen. Mijn alma mater was verplicht om zowel assertiever als creatiever uit de hoek te komen. Soms ging het écht hard, moest de VUB alles uit te kast halen om zich te positioneren, maar om de een of andere reden lukte het elke keer weer. Wees tevreden met wat je hebt, maar probeer steeds om nóg verder te gaan. Die mindset heb ik voor een groot deel aan mijn studententijd te danken.