Student Jehan Arrazola de Oñate bestudeerde in het kader van de Stage Master Geschiedenis het diversiteitsbeleid dat de VUB opzette.
De VUB heeft zich al vrij snel na haar ontstaan ingezet om zich zo toegankelijk mogelijk te maken voor iedereen. Zo wordt in het academiejaar 1975-1976 het avondonderwijs ingericht voor werkstudenten in de faculteit Rechten. Ongeveer 10 jaar later heeft zo goed als elke faculteit aan de VUB de optie om te studeren via avondonderwijs. Vanaf het einde van de jaren 1980 ontstaat ook meer aandacht voor gehandicapten en worden met behulp van vrijwilligers cursussen in brailleschrift gemaakt. In het nieuwe millennium wordt Brussel nog meer dan voordien een smeltkoers van diverse culturen en talen. Het bestuur van de VUB vindt een algemeen diversiteitsplan hierdoor noodzakelijk. Op woensdag 26 oktober 2005, tijdens de week van de diversiteit, wordt dit voorgesteld. Hiermee is de VUB de eerste Vlaamse universiteit die een diversiteitsplan invoert.
Het doel van het diversiteitsplan bestaat erin om elk individu te respecteren in onderwijs, onderzoek en beleid, meer vrouwen te laten doorstromen naar hogere functies en de instroom van personen met een migratieachtergrond en personen met een handicap of chronische ziekte te bevorderen. In deze periode bestaat het personeel van de universiteit voor ongeveer de helft uit mannen en de helft vrouwen, maar slechts een derde van het academisch korps en een vijfde van de professoren zijn vrouwen. Het aandeel personen met een migratieachtergrond bedraagt slechts een tiende van het personeel en het aandeel personen met een handicap slechts 0,4%. Omdat Frans de voertaal is in Brussel, en mensen met een migratieachtergrond hierdoor vooral Frans spreken, is het aanwerven van personen met een migratieachtergrond aan een Nederlandstalige Universiteit moeilijk. Het uiteindelijke doel van de universiteit is om bij de aanwerving van personeel, waar mogelijk, in de helft van de gevallen te kiezen voor een vrouw, in één op de twintig gevallen voor een persoon van vreemde origine en in één op de vijftig gevallen voor een mindervalide. Buiten het percentage mindervaliden vallen de eerder vermelde cijfers over de verdeling van het personeel grotendeels binnen het streefdoel van de universiteit. Maar het diversiteitsplan focust zich niet alleen op het geheel van het personeel. Een andere focus is de verhoudingen in de hogere functies. Deze worden namelijk hoofdzakelijk ingevuld door mannen. Ook hier zou meer diversiteit moeten worden ingevoerd.
Het diversiteitsplan wil ook een flexibel examen- en onderwijsreglement voor studenten in een ongewone situatie; Nederlands van taalzwakke studenten helpen verbeteren via lessen die geïntegreerd worden in hun eigen leerstof; en gespreksavonden organiseren om in dialoog te gaan met ouders die een migratieachtergrond hebben. Ter gelegenheid van de voorstelling van het plan wordt een diversiteitsfoto onthuld met hierop zo veel mogelijk personen die studeren en werken aan de Vrije Universiteit Brussel. Naast de voorstelling van het nieuwe plan en de foto worden verschillende evenementen georganiseerd om mensen bekend te maken met de leefwereld van personen met een handicap, zoals onder andere rolstoelrugby en een initiatie gebarentaal. De VUB ontwerpt ook een Diversiteitsmeter waarmee jaarlijks kan worden nagegaan wat de actuele stand van het beleid is en wat de behoeften, opvattingen en beelden hieromtrent zijn bij personeel en studenten.
In 2013 wordt een stuurgroep Genderactieplan opgericht waarin alle faculteiten vertegenwoordigd zijn. Dit komt één jaar nadat de Vlaamse Interuniversitaire Raad de Gemeenschappelijke Verklaring over een Beleid met betrekking tot Gender en Seksuele Geaardheid in het Onderwijs ondertekende (23 oktober 2012). Via de stuurgroep Genderactieplan wordt in 2019 uiteindelijk het gelijkheidsactieplan ingevoerd dat focust op de genderquota. Deze quota houden in dat in elke branche hoogstens twee op drie personeelsleden van hetzelfde geslacht mogen zijn. Professor Karen Celis, één van de drijvende krachten achter het gelijkheidsactieplan, stelt dat de genderquota geen voordeel meebrengen voor personen van het ondervertegenwoordigd geslacht bij sollicitaties, aangezien nog steeds wordt uitgegaan van competenties. Toch kunnen bij dit initiatief vraagtekens geplaatst worden. Als intensief op zoek wordt gegaan naar vrouwen of mannen om te solliciteren, kan al gesproken worden van een voordeel voor het ene of het andere geslacht. Bovendien past het aannemen van een lid van de ondervertegenwoordigde groep in het gelijkheidsactieplan (en dus in het beleid) van de VUB. Hierdoor bestaat de kans dat sommige beoordelaars tijdens de sollicitatie meer open staan voor leden van die ondervertegenwoordigde groep.