Academiejaar 2019-2020 is niet alleen voor de Vrije Universiteit Brussel (VUB) een feestelijke aangelegenheid. Ook de Oudstudentenbond Vrije Universiteit Brussel vzw (OSB) viert dan zijn vijftigste verjaardag. Op 24 september 1969 werden te Brussel de statuten ondertekend ter oprichting van deze vzw; een heel aantal maanden voor de universiteit zelf de rechtspersoonlijkheid verwierf! Op 9 oktober 1969 stuurden de oud-studenten een persbericht de wereld in waarin ze hun doel verduidelijkten: de OSB wilde “de uitbouw van de VUB, waarmee hij vergroeit is, en de uitstraling van de vrijzinnigheid in het Vlaamse land bevorderen.” In de afgelopen 50 jaar heeft de OSB zich op tal van manieren ingezet voor de VUB en haar gemeenschap. Ondanks het jubileumjaar dat de OSB samen met de VUB viert, is het echter niet zo dat het engagement van de oud-studenten pas in 1969 begon.
De allereerste pogingen om een alumnivereniging voor Nederlandstalige studenten van de Brusselse universiteit op te richten dateren van veel vroeger. De bekende alumnus August Vermeylen neemt in 1925 een initiatief. De informatie die we hebben over deze eerste Nederlandstalige alumnivereniging is eerder beperkt, maar we weten wel dat Vermeylen zelf de allereerste voorzitter van de vereniging wordt. Hoe actief de oud-studenten in die periode precies zijn, blijft onduidelijk. In de archieven vinden we geen informatie over hun doen en laten, tot er in 1932 een doorstart gemaakt wordt. Daarbij wordt August Vermeylen als voorzitter opgevolgd door Nico Gunzburg. De alumnivereniging stelt zichzelf op dat moment voor als de Oud-ledenbond “Geen Taal Geen Vrijheid”, een verwijzing naar de Nederlandstalige Vooruitstrevende Studentenkring “Geen Taal Geen Vrijheid” (GTGV; i.e. de voorloper van het huidige Brussels Studentengenootschap) die in datzelfde jaar eveneens een doorstart maakt. Heel actief lijken de alumni in deze tijd echter nog steeds niet te zijn. Behalve de aanwezigheid op het eeuwfeest van de ULB is het enige wapenfeit een financiële bijdrage voor een nieuwe vlag voor GTGV, die in maart 1935 ingehuldigd wordt. Nadien lijkt de alumnivereniging stilletjes uit het zicht te verdwijnen. De voormalige voorzitters daarentegen blijven prominente figuren. Vermeylen is in het Interbellum een belangrijk politicus en hij wordt in 1930 de eerste rector van de vernederlandste Universiteit Gent; het latere Vermeylenfonds wordt naar hem vernoemd. Gunzburg wordt na de Tweede Wereldoorlog door de Amerikaanse president Roosevelt gevraagd om de processen van Neurenberg voor te bereiden.
In 1949 wordt opnieuw een poging ondernomen een alumnivereniging op te richten, dit keer onder de naam Brussels Oud-studentengenootschap. Ook deze vereniging bestaat maar kort en lijkt een jaar na oprichting alweer verdwenen te zijn. Pas in 1956 kennen de Nederlandstalige alumni van de ULB meer succes. In dat jaar wordt het honderdjarige bestaan van GTGV gevierd. Gespreid over twee weekends worden tal van feestelijkheden georganiseerd. Een van de activiteiten die met stip op de agenda staat, is de oprichting van de Oudstudentenbond Vrije Universiteit Brussel. De aankondiging luidt als volgt:
De afgestudeerden zullen de Oudstudentenbond Universiteit Brussel oprichten, die naast en in de schoot van de “Union des Anciens Etudiants” een actie zal voeren om de Vlaamse afdeling te doen gedijen. De werking is dusdanig beraamd dat het zo maar niet “nog een vereniging bij” zal worden.
De Oudstudentenbond is de eerste Nederlandstalige alumnivereniging die werkelijk levensvatbaar blijkt. Zoals de aankondiging ook aangeeft staat de vereniging niet op zichzelf, maar opereert ze als onderafdeling van de Union des Anciens Etudiants (UAE), de overkoepelende alumnivereniging van de ULB. Ze had toen tal van onderafdelingen, veelal gebaseerd op specifieke afstudeerrichtingen of regionale werkingen. De Oudstudentenbond wordt gezien als de Nederlandstalige onderafdeling van de UAE. Zowel de toenmalige voorzitter van de UAE als de rector van de ULB zijn uiterst enthousiast over de oprichting van de Nederlandstalige alumnivereniging. Zij zien de nieuwe vereniging voornamelijk als een instrument voor de verdere ontplooiing van de universiteit in Vlaanderen, vooral dan met het oog op studentenwerving. In de daaropvolgende jaren zullen de oud-studenten zich dan ook actief inzetten voor de promotie van de ULB in Vlaanderen. Zo verspreiden ze in samenwerking met o.a. de Studiekring Vrij Onderzoek en de Vereniging voor Nederlandstalig Vrijzinnig Hoger Onderwijs, de brochure “Studeer in het Nederlands aan de Vrije Universiteit Brussel”. De publicatie en verspreiding van die brochure is het eerste wapenfeit van de OSB.
Daarnaast fungeert de OSB als drukkingsgroep, want de alumni proberen er voor te zorgen dat de lessen aan de ULB systematisch in beide landstalen gedoceerd worden en de opleidingen ‘verdubbelen’. Tot op dat moment zijn de meeste opleidingen nog Franstalig en worden de vakken in het Frans gedoceerd. De strijd voor een structurele verdubbeling van de lessen komt in een stroomversnelling wanneer in 1968 studentenrevoltes plaatsvinden. Het momentum dat daardoor ontstaat leidt er uiteindelijk toe dat de leergangen niet gewoon verdubbeld worden, maar dat er naast de ULB een volledig Nederlandstalige universiteit opgericht wordt.
Met het ontstaan van de VUB beseffen de Nederlandstalige alumni dat de situatie als onderafdeling van een Franstalige overkoepelende vereniging niet langer houdbaar is. Met wederzijdse instemming en in de beste verstandhouding beslissen OSB en UAE daarom om, net zoals de universiteit, te splitsen. Op 24 september 1969 wordt de Oudstudentenbond op die manier een zelfstandige vzw, nog voor de oprichting van de VUB geofficialiseerd is. De oprichting van de vzw Oudstudentenbond Vrije Universiteit Brussel betekent het begin van een geëngageerde alumniwerking die zich zal inzetten voor de net opgerichte VUB, haar studenten en oud-studenten.