In de lessen over het denken over internationale politiek spitsten we ons onlangs toe op hoe staten omgaan met internationale schokken. Kwetsbare staten laten zich door schokken uit hun evenwicht brengen, sterke staten houden vaste koers. Vergelijk het met twee schepen die een plotse storm te verduren krijgen. In het ene geval is het alle hens aan dek en staat iedereen op de brug druk te doen. Maar door een gebrek aan routine, goed onderhoud en duidelijke rolverdeling raakt het schip van koers. In de poging om de storm te trotseren, loopt dat vaartuig alsnog op de klippen. In het andere geval zijn de procedures duidelijk, kent ieder zijn rol, is het schip in goede staat en houdt het vaste koers tussen de talrijke andere gevaren. Drukdoenerij versus vastberadenheid.

Dit opiniestuk verscheen eerder op knack.be (+).

Ik laat even in het midden met welk van de twee schepen we ons land in deze periode van rampspoed kunnen vergelijken. Soms is het aandoenlijk om te zien hoe politici over elkaar heen buitelen om hun stukje corona-aandacht op te eisen. Al bij al lijken we het er ondanks de versnippering niet meteen slechter af te brengen dan andere Europese landen. Ik houd daarbij een slag om de arm, want de strijd is nog niet gestreden. En waar ik vooral naartoe wil, betreft natuurlijk de belangrijkste test voor sterk bestuur: vaste koers houden en voorkomen dat we door de drukte de aandacht verliezen voor andere gevaarlijke obstakels, die voorlopig misschien onder het wateroppervlak schuilen.

Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan het energiebeleid. Vandaag zijn de kerncentrales misschien het laatste waar we van wakker liggen, maar als de coronastorm weer is gaan liggen en we vaststellen dat we weer een jaar verloren hebben om knopen door

te hakken, zal plotseling blijken hoe groot de gevolgen zijn qua bevoorradingszekerheid, energieprijzen en economischeslagkracht. Terwijl de regering op zoek was naar de levensnoodzakelijke mondmaskertjes, trok het Grondwettelijk Hof een streep door de plannen om de centrales in Doel langer open te houden. Doel 1 en 2 zouden nu binnen de twee jaar dicht moeten. Hoe dat moet worden opgevangen, weet niemand, laat staan dat een instantie een strategie uitwerkt die de economische, ecologische en geopolitieke factoren in overweging neemt. Het gebrek aan zo’n strategie kan ons land op lange

termijn jaarlijks miljarden kosten.

Soms is het aandoenlijk om te zien hoe politici over elkaar heen buitelen om hun stukje corona-aandacht op te eisen.

Ik denk ook aan het 5G-dossier. Ook dat is zo’n sector die de komende decennia tientallen miljarden aan economische waarde zal genereren én een enorme impact zal hebben op de veiligheid van ons land. Wie de 5G- netwerken domineert, domineert de

economie. Wie de 5G-netwerken controleert, controleert de politiek. Het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie legt mee de laatste hand aan een risicoanalyse, maar deskundigen maken zich zorgen dat de coronacrisis ertoe zal leiden dat beslissingen op de lange baan worden geschoven, dat de telecombedrijven al van start gaan met het uitrollen van hun infrastructuur en zelfs dat het gebrek aan aandacht bepaalde ministers, voor wie vriendelijke relaties met China belangrijker zijn dan de nationale veiligheid, zal toelaten de adviezen naast zich neer te leggen. Risicovolle leveranciers zouden dan alsnog toegang krijgen tot onze vitale netwerken. Ook dat thema is misschien niet zo mediatiek vandaag, maar van groot belang voor de welvaart en veiligheid op lange termijn.

Een sterke overheid is niet alleen in staat om de crisis te bestrijden, maar vooral om tijdens de crisis het andere werk te blijven doen, vaste koers te houden en te voorkomen dat dit land nog kwetsbaarder wordt.

Tot slot bevestigde de protectionistische reflex binnen Europa dat het voor ons land onontbeerlijk wordt om meer economische zelfredzaamheid op te bouwen, te beginnen met een stevig eigen industriebeleid. Het is nuttig om hier en daar wat financiële

steun te bieden, maar het blijft symptomenbestrijding als we onze economie op lange termijn niet sterker maken. Van het investeringsplan van de voorganger van de huidige premier, Charles Michel, is niets in huis gekomen. Er zijn weinig andere landen in West-Europa waar de voorbije jaren zo beperkt geïnvesteerd werd in de industrie. Of wat te denken van de roekeloze plannen om verder te privatiseren in het openbaar vervoer, de zorg en andere publieke functies die vooral grote buitenlandse investeerders rijker zullen maken en ervoor zullen zorgen dat onze overheid nog minder hefbomen heeft in tijden van crisis?

Een sterke overheid is niet alleen in staat om de crisis te bestrijden, maar vooral om tijdens de crisis het andere werk te blijven doen, vaste koers te houden en te voorkomen dat dit land nog kwetsbaarder wordt.