Op donderdag 15 juni verwelkomde het Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding (MILO) Brusselse leerkrachten, directies en educatieve partners in het Belvue Museum. Vanuit hun ervaringen met duurzaamheidseducatie in een stedelijke context bepaalden ze mee welke onderzoeksvragen hierin relevant zijn. “We kiezen er bewust voor om het werkveld zelf mee de koers te laten bepalen van ons onderzoek”, vertelt prof Tom Kuppens over het initiatief. “We willen dit vaker doen, voor verschillende expertiselijnen en thema’s.”
Alumna en Brussels minister Elke Van den Brandt beet de spits af van de keynotes met een pleidooi voor een mensvriendelijke invulling van de publieke ruimte in de stad. Met de cijfers na zes maanden circulatieplan in Brussel kon ze een duidelijke impact aantonen: min 19% auto’s, plus 20% fietsers, snellere bussen en trams, 8 nieuwe pleinen of parken. “Wanneer je de stad anders organiseert, gaan de mensen ze anders gebruiken”.
Is dat ook toepasbaar in het onderwijs?
Stijn Dhert, coördinator van ASPnet Vlaanderen, legde de link met transformatief onderwijs en de UNESCO-millenniumdoelstellingen. “Je kan al lerend de maatschappij veranderen, maar de essentie van het onderwijs blijft altijd het leren”. Hij benadrukte het belang van kritisch denken en een veilige omgeving voor kwetsbare jongeren. Hij pleitte voor een pedagogie die het volatiele, onzekere, complexe en ambiguë tijdperk omarmt.
Justitiepaleis van de duurzaamheid
Dan was het tijd voor een korte wandeling in het Warandepark. Tijdens de photo voicing gingen duo’s onbekenden met elkaar in gesprek over wat duurzaamheid en duurzaamheidseducatie voor hen betekent. Ze capteerden hun inzichten in een foto.
Alumnus en directeur Marc Rabaey wil zijn school verduurzamen door verbouwingen en open spaces die de gemeente ook na de schooluren kan gebruiken als kruisbestuiving. Leerkracht Maarten Cuypers werkt op biodiversiteit en organiseert met enkele collega’s een milieuzorgteam waarin leerlingen actief ideeën kunnen aandragen. Op hun foto blinken de steigers van het justitiepaleis: “Met duurzaamheid ben je nooit klaar, het blijft een werf.”
Uitdagingen van duurzaamheidseducatie in een stedelijke context
De stedelijke publieke ruimte biedt een specifieke context voor duurzaamheid en onderwijs. Het contrast met de landelijke context behoeft geen landschapstekening. Het onderwijs in de stad kent daarenboven een hogere concentratie kwetsbare jongeren. Armoede en levensomstandigheden zijn voor hen meestal een grotere urgentie dan een duurzame planeet. Nochtans zijn het die mensen die de effecten van de klimaatopwarming eerst voelen, zeker in de stad.
Terug in het museum gingen de aanwezigen in kleine groepjes debat. Betrokkenheid en draagvlak kwam in alle gespreksgroepen als rode draad naar voor als een zorg van het werkveld. Hoe creëren we meer draagvlak en urgentie voor duurzaamheidseducatie bij leerkrachten? Hoe creëren we meer betrokkenheid bij leerlingen en verbinding met hun leefwereld?
Daarnaast kwamen er nog twee structurele onderzoeksvragen naar boven. Hoe maken we duurzaamheidseducatie duurzaam en betrekken we partners? Wat zijn de voorwaarden om aan onderwijs voor duurzame ontwikkeling te doen? Met andere woorden, wat is er nodig om te starten en wat om het structureel vol te houden? Duurzaamheidseducatie mag niet blijven steken in een zoveelste routineuze project. We moeten het verankeren om impact te genereren.
Antwoorden vanuit het MILO-onderzoek
Op Ă©Ă©n van de vragen heeft onderzoekster Saphia Zenasni al enkele antwoorden klaar, de voorwaarden voor duurzaamheidseducatie in het stedelijke secundair onderwijs. Ten eerste is er voor duurzaamheidseducatie en multicultureel onderwijs een shift nodig in de schoolcultuur en het curriculum. Het is belangrijk om een schoolbrede, interdisciplinaire aanpak te verankeren in scholen, en deze gedragen te zien door een gedeelde visie en duurzaam leiderschap.
Ten tweede is een “community-based” aanpak belangrijk. De voeling met de directe omgeving en de gemeenschap waartoe de leerlingen behoren is van belang. Betrokkenheid van ouders, interactie met de brede gemeenschap en zorg voor de natuurlijke omgeving treden hier naar voor.
Ten derde hanteer je best effectieve onderwijsmethoden, die rekening houden met de cultuur en context van de leerlingen, die waarden voorop stellen als onderwijsparadigma en die leiden tot duurzame gedragsveranderingen en academisch succes. Essentieel is een zorgzame leraar-leerlingrelatie, een sterk gevoel van vertrouwen, responsabilisering naar het eigen leren van de leerlingen en een samenhorigheidsgevoel in de klas en school.
Ten vierde zijn er competenties nodig. Bij de leerling door transformatief onderwijs als meest compatibele pedagogische aanpak, bij de leraar door onder andere zelfreflectie, vooral inzake culturele vorming en eigen duurzame praktijk.
Dat zijn de voorlopige inzichten uit Saphia’s doctoraatsonderzoek. “De uitdaging ligt erin om de duurzaamheidseducatie te implementeren”, aldus een tevreden onderzoekster met de richting vanuit het werkveld.
Op naar het vervolg
In december organiseert MILO een vervolgsessie rond dit thema. Er komen ook ontmoetingsdagen rond andere expertiselijnen.
Alumnus Piet Van de Velde van het Atheneum in Schaarbeek blikt tevreden terug. “Ik wou mijn blik verruimen en partnerschappen vinden. Dat is gelukt. Ik ben vooral op zoek naar technieken om duurzaamheidsonderwijs te verduurzamen.”
“Delen in duurzaamheid, groeien in samenleven”, zo levert Filip Rogiers een potentiële titel voor ons stuk. Na 30 jaar in de journalistiek start hij in september met lesgeven in het Atheneum Unesco in Koekelberg, een bewuste keuze. Na het schrijven over mens en de maatschappij wil hij er actief aan bijdragen, samen met jongeren. In september start hij in de educatieve master aan onze VUB. Lees meer over zijn ambities in zijn interview met Bruzz.
Prof Inge Placklé capteert het dominante gevoel bij deze ontmoetingsdag. “Het is fijn te voelen dat mensen samen dezelfde richting willen uitgaan”.
Bekijk hier de beelden van deze educatieve workshop.