Student Jehan Arrazola de Oñate zocht in het kader van de Stage Master Geschiedenis uit waarom Fatou Bensouda een eredoctoraat van de VUB kreeg op 28 mei 2013.
Fatou Bensouda (Banjul, 31 januari 1961) is een Gambiaanse juriste en voormalig minister van Justitie van Gambia. Vanaf 2004 werkt ze als plaatsvervangend aanklaagster bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Zij wordt er in 2012 met een overweldigende meerderheid officieel verkozen als openbaar aanklaagster. Bij haar verkiezing wordt ze ondersteund door de Afrikaanse Unie, hoewel deze het Internationaal Strafhof neokolonialisme verwijt en ervan beschuldigt te weinig onderzoek te doen naar oorlogsmisdaden gepleegd door westerse landen.
Doorheen haar carrière strijdt Bensouda hoofdzakelijk tegen gender crimes en misdaden tegen kinderen. Ze is ook een gezaghebbende stem bij Afrikaanse regeringen in verband met rechtvaardigheid. Hiernaast klaagt ze ook regelmatig schendingen van de mensenrechten aan, zoals de marteling van gevangenen door de Verenigde Staten in Afghanistan en door Groot-Brittannië in Irak. Voor haar werk krijgt ze de World Peace Through Law Award van het Whitney Harris World Law Institute van Washington University, een prijs uitgereikt aan iemand die via zijn werk de wetgeving vooruithelpt, en de Internationale Juristenprijs van de Internationale Commissie van Juristen in 2009. In 2010 wordt zij door het pan-Afrikaans tijdschrift Jeune Afrique uitgeroepen tot vierde meest invloedrijke Afrikaan.
Fatou Bensouda kan tijdens de ceremonie op 28 mei 2013 niet aanwezig zijn, maar kaart in een vooraf opgenomen filmpje wel aan hoe belangrijk het is om op te komen tegen genocide en oorlogsmisdaden. Bensouda komt uiteindelijk haar eredoctoraat persoonlijk in ontvangst nemen op 24 oktober 2013. Voor de ceremonie geeft zij tezamen met onder andere professor internationaal recht Paul De Hert een seminarie over de rol van de aanklager in het internationaal recht. Hierin benadrukt Bensouda nogmaals de belangrijke rol die het Internationaal Gerechtshof speelt in de ogen van vele slachtoffers.
Alle eredoctoraten die worden uitgereikt in 2013 zijn voorbehouden aan vrouwen, en dit is geen toeval. Deze actie kadert in het verlengde van een actief genderbeleid, gevoerd vanuit de VUB, om meer evenwicht te creëren tussen mannen en vrouwen in de academische wereld. De Raad van Bestuur krijgt een positief advies voor deze uitreikingen van de VUB-vrouwenraad. De VUB wil in de toekomst een evenwichtige verhouding tussen mannen en vrouwen in de kandidatuur voor eredoctoraten creëren. Door meer eredoctoraten uit te reiken aan vrouwen hoopt de universiteit topvrouwen in de kijker te zetten. Kennelijk blijkt dit niet evident. Bij de uitreiking twee jaar later is de verhouding tussen mannen en vrouwen nog gelijk, maar in 2017 is nog maar één van de vijf eredoctores vrouw. In 2019 stijgt dit aantal terug naar vier vrouwen op de zeven eredoctoraten, al delen drie van deze vrouwen hun eredoctoraat met een man. In een wereld gedomineerd door mannen is het vaak nog moeilijk om een vrouw naar voren te schuiven voor een eredoctoraat, ondanks alle goede bedoelingen van de professoren en de beleidsmakers.