Met De zinnen van het leven heeft Van Den Bossche geen makkelijk boek willen schrijven, stelt hij in zijn inleiding. Maar het is evenmin een boek geworden dat voor slecht slechts weinigen toegankelijk is. Het is waar, hij haalt filosofen aan als Martin Heidegger, Hans-Georg Gadamer of John Dewey. Maar zoals hij het zelf formuleert: hij schrijft erover “zoals hij over hen zou praten tijdens een enthousiasmerend en inspirerend bedoelde babbel”. 
 

Mist hij zelf zulke gesprekken? Niet iedereen vertelt voor de vuist weg over de eros van het leven, de zin van het zijn, de kunst van het verstaan, en de verbeelding en het verhaal van anderen: enkele van de titels van de hoofdstukken in het boek. Zou hij dan maar zelf voor een gesprekspartner hebben gezorgd in de vorm van zijn boek? Schrijven als tweespraak, het komt wel meer voor. Zelf ziet Van Den Bossche zijn boek als een soort status questionis. Waar is hij op dit punt aanbeland in de filosofie, vraagt hij zich af. 
 
Zijn antwoord heeft alvast een zeer lezenswaardig boek opgeleverd. 
 
De zinnen van het leven 
of de kunst van het verstaan
Auteur: Marc Van Den Bossche
158 pagina's - uitgegeven door ASP Editions
Winkelprijs: 18,95 euro