Behalve de protestactie van mei 68 waaraan ik actief heb deelgenomen, werd ik vrij vlug ingeschakeld in het democratiseringsproces van de beleidsstructuren van de universiteit. Eind juni, begin juli werd onder impuls van Prof. Henry Vander Eycken in de faculteit Economische, Sociale en Politieke wetenschappen (ESP wetenschappen), een faculteitsraad “avant la lettre“ opgericht en dit op tweetalige basis. Ik nam hierin de functie waar van Nederlandstalige secretaresse naast een vrouwelijke Franstalige collega. De dagorde van deze drukke en geëngageerde vergaderingen bestond uit het opstellen van een eisenbundel met betrekking tot het functioneren van de faculteit met name organisatie van de lessen en examens, samenstelling van cursussen, vertegenwoordiging van de diverse geledingen (professoren en assistenten, administratief en wetenschappelijk personeel en studenten) in de beleidsstructuur van de universiteit. Na het behalen van mijn licentiaatsdiploma werd ik als assistent bij Prof. H. Vander Eycken aangesteld aan de faculteit van de ESP wetenschappen. Ik stelde mij nadien kandidaat als vertegenwoordiger van de assistenten voor de te verkiezen raad van bestuur van de VUB en werd hierin verkozen. Ik herinner me dat deze prille raad van bestuur gekenmerkt werd door zeer lange en late vergaderingen die soms nogal chaotisch verliepen, doch  dit is wellicht de prijs van het democratiseringsproces. Als jonge vrouw heb ik in deze functies en taken geenszins tegenstand ondervonden, er was absoluut geen sprake van vrouwonvriendelijkheid die elders nog wel heerste. Ten slotte heb ik in deze bewogen periode als studente het voorrecht gehad om college te volgen van onder meer Marcel Liebman en Ernest Mandel, beiden sterk links geëngageerde professoren. Toont dit misschien aan dat de contestatie en de linkse strekking aan de ULB een invloed hebben gehad? Ik heb in elk geval genoten van hun verruimd gedachtegoed!