President Trump en Twitter hebben de afgelopen weken een robbertje gevochten, wat de discussie over de rol van politici op sociale media en het verspreiden van nepnieuws weer op scherp zette. Ook de traditionele nieuwsmedia zitten in een gevaarlijke catch 22 en moeten schipperen tussen het al dan niet publiceren of uitzenden van soms feitelijk foute uitspraken van politici. Publiceren ze wel, dan worden ze beschuldigd van het versterken van valse boodschappen. Publiceren ze niet, dan worden ze beticht van censuur. Het is dan ook nooit goed. Facebook staat erbij en laat betijen.
Dit opiniestuk verscheen eerder op demorgen.be (+). Auteurs: Ike Picone, professor communicatiewetenschappen aan de VUB. Hij coördineert het Belgische luik van de DNR-studie. Jonathan Hendrickx en Ruben Vandenplas zijn onderzoekers bij imec-SMIT-VUB.
Enkele weken geleden tekende Trump een decreet dat ‘misbruik’ door sociale media moet indijken. Ook bij ons worden er vragen gesteld bij de efficiëntie van zelfregulering en staat de gedwongen regulering van grote platformen nog steeds op de Vlaamse en Europese politieke agenda’s.
Journalistieke en juridische inzichten zullen de contouren uitzetten van nakende beleidskaders. Een brede publieksbevraging komt er wellicht niet, maar gelukkig is er nog het Digital News Report. In de jaarlijkse studie van het internationaal gerenommeerde Reuters Institute for the Study of Journalism werden burgers uit veertig landen wereldwijd, waaronder België, aan de tand gevoeld over hun gebruik van en vertrouwen in de mediasector.
Ook het aantal Vlamingen dat zich zorgen maakt over wat waar is en wat niet waar is online groeit.
SCHREEUWERIGE BANNERS
Volgens het rapport, dat vandaag wordt gepubliceerd, is namelijk een meerderheid van de Vlamingen (52 procent) er voorstander van om boodschappen en advertenties van politici die mogelijk inaccuraat zijn te bannen van sociale media, omdat technologiebedrijven zelf verantwoordelijk zijn om de juistheid van informatie op hun platformen te garanderen. Slechts 23 procent vindt omgekeerd dat dergelijke advertenties moeten kunnen.
Ook het aantal Vlamingen – vier op de tien – dat zich zorgen maakt over wat waar is en wat niet waar is online groeit. Het meest bezorgd lijken ze daarbij om misleidende informatie vanwege politici. Dit is vooral interessant in het licht van de groeiende aanwezigheid van politici op sociale media. Vlaamse politieke partijen hebben immers al lang begrepen dat ze niet meer moeten wachten tot ze door nieuwsuitzendingen of kranten worden opgepikt om dan nog te riskeren kritisch tegengas te krijgen en op onjuistheden vastgepind te worden. Het loont voor hen veel meer om zelf actief online propaganda te voeren via eigen socialemediakanalen met schreeuwerige banners en video’s, van Facebook tot TikTok.
Een meerderheid van de Vlamingen is tegenstander van politieke advertenties op zowel televisie, sociale media als zoekmachines.
Daarnaast spenderen ze ook honderdduizenden euro’s aan advertenties op sociale media. Die kunnen veel gerichter worden verspreid om nieuwe doelgroepen aan te boren, maar belangrijker is dat ze niet gereguleerd zijn en alle partijen er dus quasi vrij spel in hebben. Onderzoek van de Universiteit Antwerpen toont aan dat politieke reclame op Facebook inhoudelijker, presidentiëler (meer op één toppoliticus geënt) en negatiever is dan reclame in kranten.
Het is niet verrassend dat het Vlaams Belang, dat gebannen wordt om in traditionele media te adverteren, de grote koploper is qua Facebook-reclame. Tussen maart en november vorig jaar spendeerde extreemrechts er 1,2 miljoen euro aan, ruim de helft van het totaalbedrag van alle partijen samen. Politieke partijen mogen in Vlaanderen niet adverteren op radio en televisie, al wordt al lang gefluisterd dat daar verandering in zou kunnen komen. Op zo een moment is het belangrijk om te beseffen dat volgens het Digital News Report een meerderheid van de Vlamingen (51 procent) tegenstander is van politieke advertenties op zowel televisie, sociale media als zoekmachines, terwijl slechts een op de vijf voorstander is van reclame op alle dragers.
We zullen erop moeten vertrouwen dat journalisten over de nodige morele expertise beschikken om de ‘juiste’ beslissing te nemen.
MORELE EXPERTISE
En om de cirkel rond te maken en terug te komen op de catch 22: wat moeten Vlaamse media doen als een politicus een mogelijk foutieve uitspraak doet? Erover berichten, en zo mogelijk de foutieve informatie versterken? Of erover zwijgen, en van censuur beschuldigd worden? Ook burgers lijken hierover verdeeld in twee zo goed als gelijke kampen. Het toont inderdaad de moeilijke positie waarin journalisten moeten manoeuvreren. We zullen erop moeten vertrouwen dat journalisten hier over de nodige morele expertise beschikken om de ‘juiste’ beslissing te nemen. En dat doen we ook...
Wanneer journalisten straks moeilijke beslissingen moeten nemen over hoe te berichten over de weerslag van de coronapandemie – wie weet tot zelfs nieuwe verkiezingen toe – kunnen ze zich gesterkt voelen door het feit dat het vertrouwen in de belangrijkste Vlaamse nieuwsmerken hoog blijft in Vlaanderen, hoewel vertrouwen in het nieuws in het algemeen er ook dit jaar op achteruitgaat. Toch een lichtpuntje in de ongetwijfeld moeilijke financiële en politieke tijden die ons te wachten staan.