Wie ben je?

Een beeldend kunstenaar. Mijn eerste tentoonstelling dateert van 2007 in het Hessenhuis, toen ik nog op Sint Lukas studeerde, met als curator Sarah Weyns. Later ging ik nog naar Breda, Brussel en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Gent. Vanuit die eerste expo zijn nieuwe projecten gevolgd die op hun beurt weer andere teweegbrachten. Vorig jaar onder andere de BE-PART tentoonstelling in Waregem, Musee du Grand Hornu in Mons, en recentelijk Winter Harvest, Museum D'hondt-Dhaenens (MDD), Deurle. Zo ben ik nu ook met meerdere projecten tegelijk bezig, waaronder een project in Liberty London nav de Pink Floyd in de V&A deze zomer. En ik ben verbonden met galerij Nathalie Obadia (Brussel en Parijs) en Krinzinger (Wenen).

 

BANG!#5 vindt plaats in een kerk?

Ja! Dat vind ik fijn. Kerken waren de eerste musea, hun architectuur en akoestiek zijn bijzonder. Deze begijnhofkerk heeft ook mooie glasramen en een prachtig orgel. Je kan de rites en gebruiken van geloofsgemeenschappen trouwens vergelijken met deze van de kunstpraktijk. Elke discipline heeft zo haar standaarden en normen die soms voor anderen onbegrijpelijk zijn. Daarom lees ik bijvoorbeeld graag interviews met andere kunstenaars, ga hun werk bekijken, niet om te kopiëren, maar om verhaal, hun ‘bijbel’ te ontdekken en de oplossingen die ze vonden op hun vragen.

 

Die akoestiek: het valt op dat je eigen werk en dit festival vol muziek zit?

Ja, dat is altijd al zo geweest, hoewel ik er in het begin zelf niet helemaal bewust van was en dat eerder als bijzaak zag. Maar het belang van de muziek in mijn installaties is inderdaad toegenomen. Hoewel ik zelf geen geschoold muzikant ben kan ik toch samenwerken met klassieke ensembles zoals Spectra waarvoor Thomas de Prins enkele improvisaties volledig uitschreef. Vooral de nieuwe klassieke minimale composities uit de jaren 70 en 80 trekken mij aan. Net als tijdens BANG#1 waar ik voor Teun Verbruggen een soort klankkast maakte in die kantoorruimte ga ik nu opnieuw met een installatie van zelfgebouwde luidsprekers en versterkers aan de slag in deze aparte akoestische omgeving.

 

Hoe heb je het programma samengesteld?

Ik heb dat niet alleen gedaan. Maar ik wist dat er 12 avonden gevuld moesten en heb dan 12 anderen uitgenodigd en gevraagd of ze interesse hadden. Dat hadden ze. En ze hebben elk met veel sérieux op hun beurt drie of vier andere namen aangebracht en zo een avond samengesteld. Tijdens de voorbereiding was ik veel bezig met oude meesters en las onder andere de biografie van Breugel. Bij een bezoek aan Mayer-Van den Bergh zag ik daar de twaalf borden met spreuken… Toen kregen mijn invités dus de opdracht met één van die spreuken te werken en deze te verbinden met een bepaalde toonaard. En dit leidt dan tot een veelheid aan producten die toch allen vertrekken vanuit één concept. Elke avond zal ook ingeleid worden met een initiatie ceremonie die een verkorte versie is van de zeven sacramenten voor de performance, die ik uitprobeerde op een Sunday Mess in MDD (glas, vuur, was, wit, rook, natuur, vandaal).

 

De examens komen nu wel heel dichtbij. Waarom zouden studenten hun boeken opzijschuiven voor jouw programma?

Ik denk dat die twaalf avonden een perfecte break in de studie kunnen zijn. Men hoeft ze ook niet allemaal bij te wonen natuurlijk. TIP: zonder alcohol, een break van 7 tot 10, voor amper 5 euro, je brein eens een ander spectrum laten verkennen. Dat is meer dan verrijkend, het is de ruimte die je nodig hebt om die overige boeken er ook nog bij te stouwen.

 

We lopen nog wat rond in zijn atelier. Laswerk, muziekinstrumenten en Breugels’ spreuken in collages uit Playboy foto’s op mica. Nu nog rommelig maar in de Begijnhofkerk waarschijnlijk een sensatie. Ik kijk er naar uit en wens Joris alvast alle succes.

 

À propos: de Begijnhofkerk vind je vlakbij metro St4. Meer info en details van het programma: http://www.kultuurkaffee.be/nl/bang/bang-curated-by-joris-van-de-moortel