Deze column verscheen eerder op detijd.be.
Als ik dat soort berichten hoor en lees, dan schiet mijn hartslag in de eerste plaats de hoogte in. Omdat ik als rector van een universiteit in een grootstad maar al te goed besef wat een buitengewone kans de krapte op de arbeidsmarkt biedt. Een kans om eindelijk eens overal te laten doordringen dat al die vacatures wel degelijk ingevuld kunnen raken. Het enige wat we moeten doen, is het talent van onze eigen jongeren in onze eigen grote steden tot ontwikkeling brengen. En zo vroeg mogelijk beginnen: bij de lagere school.
Aan mijn universiteit hebben we eerder deze maand een Kinderuniversiteit gelanceerd. We konden daarvoor rekenen op fundraising, maar ook op het onbezoldigde engagement van onze doctoraatsstudenten. Met de Kinderuniversiteit volgen we het voorbeeld van onze Franstalige zusteruniversiteit ULB. Geen enkel kind dat vandaag opgroeit in een Brusselse volkswijk droomt ervan om later een werkloze te worden. Kinderen hebben heel andere dromen en verwachtingen over wat ze later zullen doen als ze groot zijn.
Geen enkel kind dat vandaag opgroeit in een Brusselse volkswijk droomt ervan om later een werkloze te worden.
Met de Kinderuniversiteit willen we het pad naar hogere studies helpen effenen, en in het bijzonder naar STEM-opleidingen, het Engelse acroniem voor Science, Technology, Engineering & Mathematics. De Kinderuniversiteit kadert trouwens in het STEM-actieplan van de Vlaamse regering om kinderen op heel vroege leeftijd in contact te brengen met wetenschap.
Moeilijke scholen
We geven daarbij heel bewust voorrang aan Brusselse GOK-scholen, moeilijke scholen zeg maar. Scholen met kinderen die volgens de statistieken beduidend meer kans hebben om later zonder diploma het secundair onderwijs te verlaten. Daarom willen we ze al op jonge leeftijd ondersteunen en motiveren in hun onderwijstraject. Ze zijn niet alleen de universiteitsstudenten van morgen, maar ook de talenten waar bedrijven wanhopig naar op zoek zijn.
Het tekort aan kandidaten voor vacatures met een STEM-profiel staat in schril contrast met de jeugdwerkloosheid in het Brussels Gewest en in andere grote steden. We moeten dus met z’n allen de handen uit de mouwen steken, en niet alleen in de analysefase blijven zitten.
Ik verwijs hierbij even graag naar andere, schitterende initiatieven, zoals de ToekomstATELIERdelAvenir (TADA), een initiatief dat Brusselse tieners uit achtergestelde wijken kennis laat maken met uiteenlopende beroepen. Even lovenswaardig is CoderDojo, een wereldwijde beweging waar onze Telenet-topvrouw Martine Tempels haar schouders onder heeft gezet. CoderDojo’s zijn plekken in heel Vlaanderen waar jongeren in hun vrije tijd kunnen leren programmeren. Denk aan een teken- of muziekacademie, maar dan met computers. En heel belangrijk: de CoderDojo’s trekken steevast naar plaatsen waar de drempel voor ouders en kinderen laag is, zoals jeugdclubs en bibliotheken.
Het tekort aan kandidaten voor vacatures met een STEM-profiel staat in schril contrast met de jeugdwerkloosheid in het Brussels Gewest en in andere grote steden.
In een duale stad als Brussel - maar dat geldt net zo goed voor Antwerpen, Gent of Mechelen - heb je kinderen die opgroeien in een omgeving waar ‘je best doen op school’ vanzelfsprekend is, een omgeving waar mensen boeken lezen en waar de meeste grote mensen wel een of ander hoger diploma op zak hebben. Maar in dezelfde stad zijn er zoveel andere wijken, dichtbevolkte buurten waar ouders evenveel van hun kinderen houden, maar niet vertrouwd zijn met ons onderwijssysteem, waar kinderen geen stimulansen krijgen, geen rolmodellen in hun omgeving zien en naar scholen gaan waar de overgrote meerderheid van de leerlingen in hetzelfde schuitje zit.
Veel mensen in het onderwijs, het middenveld en het bedrijfsleven kennen het probleem en beseffen wat voor een enorm potentieel aan jong talent verloren dreigt te gaan. Laat de schaarste op de arbeidsmarkt een wake-upcall zijn en laten we er allemaal samen, met vele grote en kleine initiatieven, voor zorgen dat de spreekwoordelijke druppel op de hete plaat een dikke krachtige waterstraal wordt.
Lees ook: 'VUB-onderzoekers en kinderen? Een mooie match!'