NULLHet Standaardmodel beschrijft hoe interacties in de fysica op de kleinste schaal werken. Alle materie bestaat uit elektronen, protonen en neutronen. Protonen en neutronen zijn dan weer opgebouwd uit nog kleinere deeltjes: up quarks en down quarks. Het standaardmodel omvat nog een hele hoop andere elementaire deeltjes. Onder andere quarks, maar ook leptonen, bijvoorbeeld het elektron en de neutrino, en bosonen, zoals het foton en het Brout-Englert-Higgsdeeltje.
Het mysterieuze Higgsboson werd in 2012 blootgelegd bij proton-proton botsingen in CERN’s Large Hadron Collider. Daarmee werd de theorie bevestigd die Robert Brout, François Englert en Peter Higgs bijna vijftig jaar eerder beschreven. Daarin wordt beschreven hoe elementaire deeltjes massa verkrijgen door interactie met het ‘Higgsveld’, waarvan het Higgsboson de handtekening is.
Eens het bestaan van het Higgsveld bevestigd was, wilden fysici onderzoeken hoe het veld precies interageert met elementaire deeltjes. De meest voor de hand liggende kandidaat voor dit onderzoek was de top quark, het zwaargewicht onder de elementaire deeltjes. Omdat top quarks zo veel massa hebben, laten ze diepe voetsporen na in het Higgsveld.
Daarom was het zo’n groot nieuws toen het CERN enkele werken geleden aankondigde dat protonenbotsingen in de LHC waren geobserveerd waarin zowel top quarks als Higgsdeeltjes voorkwamen. Dit opent de deur voor onderzoek naar top quark – Higgs interacties en naar een beter begrip van de werking van het Higgsveld.
Lees meer in het artikel (EN) dat Kiril Skovpen schreef op Wtnschp.be.