Frustratie, berusting en hoop. De coronacrisis doet tegenstrijdige gevoelens in ons opborrelen. Frustratie omdat de vergelijking met hoe het voordien was voor velen in het voordeel van een onbestemd vroeger uitvalt. Ja, het klimaat vaart er misschien wel bij, maar het gemis aan fysieke ontmoetingen en authentieke beleving blijft altijd voelbaar. Rector zijn van een lege campus is frustrerend. Dat de studenten nu deels terugkeren voor hun examens veroorzaakt - naast logistieke kopbrekens - een hoopvol gevoel. Ook al was het natuurlijk vreemd om onze grootste aula voor amper een vijfde gevuld te zien met studenten die maximaal afstand hielden.

Dit opiniestuk verscheen eerder op tijd.be. Auteur: Caroline Pauwels, rector aan de VUB.

Voor de crisis brachten we al veel tijd door in de digitale nevenwereld, treffend beschreven door Alessandro Baricco in zijn essay ‘The Game’. Die digitale wereld bewonen we nu haast voltijds. De werkelijke wereld lijkt zich in de schaduw te bevinden. Dinsdag lazen we in De Standaard de noodkreet van een UGent-studente: ‘Gesprekken met een scherm zijn geen gesprekken. Online lessen zijn geen lessen.’ Jongeren hebben er een tweede onzichtbare vijand bijgekregen: ‘het online leven dat geen leven is’. Ik weet dat velen van onze studenten met gelijkaardige frustraties worstelen.

Wie techaandelen heeft, doet alvast een goede zaak. ‘Het lijkt alsof de coronacrisis op het lijf geschreven is van de Big Tech, met zijn online alternatieven voor een fysieke wereld in lockdown’, lazen we zaterdag nog in deze krant.

Dat we anders gaan leven zijn, blijkt ook uit de cijfers van Attentia. Het aantal telewerkuren ging maal 14. Willen we nog wel opnieuw naar kantoor? En in mijn sector: willen we massaal terug naar aula’s en leslokalen? Eerlijk gezegd, ik denk het wel. Voor studenten en docenten is het een uitgemaakte zaak. Ook voor mij. Als rector wil ik met, tussen en onder de mensen zijn. Geen avatar, algoritme of wat dan ook kan dat evenaren.

Na corona zullen we beter kunnen inschatten wanneer onze fysieke aanwezigheid aangewezen is en wanneer we beter vanop afstand werken.

Maar tegelijk hebben we, naast de beperkingen, ook de voordelen van online werken ontdekt. Na corona zullen we beter kunnen inschatten wanneer onze fysieke aanwezigheid aangewezen is en wanneer we beter vanop afstand werken.

Het simultaan aanwezig zijn én afstand houden is dan weer iets waarvan we hopen dat het snel verdwijnt. Toekomstige generaties zullen ongetwijfeld met verbazing naar de surrealistische beelden kijken van gemaskerde mensen die in lange rijen voor de ingang van de supermarkt staan. Berustend, want er is geen alternatief.

We kunnen alleen met zijn allen afwachten tot onze vertrouwde wereld weer opengaat. Bang afwachten ook, want het zal niet voor iedereen een feest zijn. Kinderen uit kansarme gezinnen zullen met leerachterstand kampen, jobs zullen verdwenen zijn, bedrijven failliet zijn en onze overheden - wij dus - zitten nog jaren opgezadeld zitten met de facturen. Maar er is ook hoop. Zelfs op een nieuwe regering, een jaar na de verkiezingen. ‘België is een gestold land, maar het komt in beweging als de externe druk immens wordt’, schreef politiek commentator Bart Haeck in deze krant.

We hoeven niet in sprookjes te geloven om te hopen dat de pandemie ons ten goede zal veranderen.

De jonge Britse dichter Tom Roberts maakte een video waarin hij een sprookje vertelt, terugblikkend vanuit de verre toekomst naar het vermaledijde jaar 2020. Zijn boodschap raakte wereldwijd een gevoelige snaar. Het sprookje begon met de duale wereld voor de pandemie, een wereld van overvloed en armoede, die plots door het virus uit elkaar viel om plaats te maken voor een nieuwe, vriendelijker wereld. Met mensen die veel meer mindful zijn.

We hoeven niet in sprookjes te geloven om te hopen dat de pandemie ons ten goede zal veranderen. En te verwachten dat een evenwichtige verhouding tussen online en offline een positieve en blijvende impact zal hebben op wat echt essentieel is: klimaat, welzijn en gezondheid, gelijkheid, vrijheid en verbondenheid.