Het grote misverstand : opleidingen Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen leiden op tot “turnleraars”
In een vraag om uitleg in de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement over de problemen die de opleidingen Lichamelijke Opvoeding in coronatijden ondervinden, bleek dat sommige parlementsleden in clichés spreken over deze opleidingen. Dit taalgebruik viel zwaar in de sector. Prof. dr. Evert Zinzen, decaan van de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen, reageert.
“Turnleraren” en “turnleerkrachten”
De opleidingen Professionele Bachelor Leraar in de Lichamelijke Opvoeding en de academische Bachelor en Educatieve Master Lichamelijke Opvoeding ondervinden bij de organisatie van hun praktijklessen en stages in het onderwijs problemen omwille van de Covid-19 pandemie. Op donderdag 28 januari stelden Vlaams Parlementsleden Kathleen Krekels (N-VA), Koen Daniëls (N-VA) en Kristof Slagmulder (Vlaams Belang) daarom enkele pertinente vragen aan de Minister van Onderwijs en Sport Ben Weyts (N-VA). Tot mijn grote verbazing gebruikten zij verschillende malen het woord “turnleraar” en/of “turnleerkracht” waar de voornoemde opleidingen zouden tot opleiden. Dit valt binnen onze sector nogal zwaar.
Het beroep of diploma turnleerkracht bestaat nalmelijk helemaal niet. De Vlaamse Trainersschool heeft wel opleidingen tot trainers gymnastiek (turnen) maar niet tot leerkrachten. Ik weet wel dat de “volksmond” de leerkracht Lichamelijke Opvoeding vaak de “turnleerkracht” noemt. Dit is echter niet alleen oubollig maar gaat ook totaal voorbij aan de kwaliteit die zowel de professionele Bacheloropleidingen als de Masteropleidingen bieden.
Turnen wordt door sommigen de “moeder” aller sporten genoemd … ik durf dat niet want riskeer de Atletiekers tegen te krijgen. Bovendien bieden onze opleidingen veel meer dan turnen en atletiek.
Het beroep van turnleerkracht bestaat niet. - Evert Zinzen
Het belang van fysieke conditie in coronatijden
Als deze pandemie iets duidelijk maakt dan is het dat een gezonde fysieke conditie je een zekere bescherming geeft tegen een virale (o.a. Covid-19) infectie; en dat als je toch besmet raakt de symptomen duidelijk minder erg zijn dan voor mensen die in een niet zo’n goede fysieke conditie verkeren.
Onze sector verkondigt al jaren dat een gezonde levensstijl - dus bewegen en gezond eten - kan aanzien worden als primaire preventie van hart- en vaatziekten, bepaalde kankers, obesitas, rugklachten, enzovoort. En het er zelfs voor zorgt dat je hersencellen bijmaakt. Naast deze strikt fysieke voordelen zal een gezonde levensstijl bovendien de cognitieve functies verbeteren (je kan beter nadenken) en dankzij de productie van endorfines (gelukshormonen) er voor zorgen dat je je veel beter in je vel voelt.
Eerstelijns zorgverstrekkers
Dit alles is ruim aangetoond in de wetenschappelijke literatuur en hierover is er geen wetenschappelijke discussie meer. Dit onderzoek werd grotendeels uitgevoerd door Masters in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen en niet door “turnleraars”. Dit maar als klein voorbeeld om aan te tonen dat onze Masters veel meer in hun mars hebben dan turnles geven. Zij kunnen dit uiteraard ook, zij kunnen dit zelfs voor een brede waaier van sporten en dienen aan onze leerlingen in het lager en secundair onderwijs het plezier en het belang van bewegen op een professionele manier aan te brengen om een permanente gezonde levensstijl te bewerkstelligen. Dit vereist kennis van al deze sporten en bewegingsvormen om deze technisch, methodisch en didactisch juist aan te leren maar vereist ook kennis van motivatietheorieën, sociologische gevolgen, differentiatie, enzovoort.
Onze leerkrachten Lichamelijke Opvoeding (zowel de professionele bacheloropleidingen als de academische Educatieve Masters) zijn, wat mij betreft, de eerstelijns zorgverstrekkers voor heel wat aandoeningen waar we in onze zittende maatschappij mee worden geconfronteerd. Al te vaak echter worden zij gereduceerd tot “turnleraars”, wordt er weinig rekening gehouden met de scores die zij aan leerlingen geven, schrijven artsen maar al te snel afwezigheidsbriefjes, … Met deze dus een warm pleidooi om het belang van de leraar Lichamelijke Opvoeding niet te onderschatten. De nieuwe eindtermen geven dat nu ook eindelijk aan en ik hoop oprecht dat al de leerkrachten ook de faciliteiten krijgen om deze op hun school te verwezenlijken.
De rol van specialisten Lichamelijke Opvoeding en Bewegingstwetenschappen
Een academische Bachelor in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen heeft niet alleen een finaliteit om door te stromen naar de Educatieve Master Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen. Je kan ook kiezen voor de Master Bewegings- en Sportwetenschappen waarin een 3-tal specialisaties te onderscheiden zijn: Sportmanagement, Training en Coaching en Fitheid en Gezondheid. Hier leiden we specialisten op die tewerkgesteld kunnen worden binnen de organisatie van de sport en sportevents, die het beleid mee helpen bepalen, die topatleten mee begeleiden naar topprestaties of gewoon kinderen op een juiste manier recreatief plezier laten beleven binnen hun sport, personal trainers, gezondheidsbevorderaars, enz. Binnen al deze richtingen kan je dan ook nog een onderzoekscarrière uitbouwen. En het mag gezegd worden, onze Belgische bewegingswetenschappers bekleden een mooi plaatsje in de internationale onderzoekswereld.
Zo zal je zeker al de vragenlijsten zijn tegengekomen die jouw beweeggedrag nagaan tijdens deze Covid-19 periode. Het mag niet verwonderen dat we met zijn allen veel meer zijn gaan wandelen en dat is zeker een goede zaak. Aan de andere kant stellen onze onderzoekers vast dat leerkrachten tot 14u meer zitten tijdens de pandemie dan bij de normale uitvoering van hun job. Daarnaast wordt ook vastgesteld dat het alcoholgebruik behoorlijk is toegenomen. Op basis van o.a. deze onderzoeksresultaten kunnen we nu gericht gaan werken om het bewegingsniveau terug op peil te brengen, het plezier/ontspanning niet in alcohol te zoeken maar in beweegactiviteiten. Allemaal taken voor onze gespecialiseerde afgestudeerden.
Tot slot
En toch, ondanks overweldigend bewijs van de voordelen van bewegen worden sporthallen ingericht als vaccinatiecentra, wordt alles gedaan om gezamenlijk sporten (ook buiten) te beperken omwille van besmettingsgevaar, kunnen door het ophouden van de lessen Lichamelijke Opvoeding op de scholen onze studenten niet voldoende stage meer lopen en dreigen deze maatregelen nu net onze studenten studieduurvertraging te laten oplopen.
Als opleidingsverstrekkers doen we er alles aan om dit in de mate van het mogelijke en binnen de gestelde veiligheidsgrenzen zo goed mogelijk te vermijden want we zijn allen overtuigd dat onze afgestudeerden mee de oplossing kunnen betekenen in de strijd tegen Covid-19 en zoveel andere gezondheidsproblemen eigen aan onze tijd.
Onze afgestudeerden zijn dus zoveel meer dan “turnleraars”!