Studie analyseert euthanasieverzoeken van gedetineerden

Caroline Devynck behaalde recent de graad van Doctor in de Criminologische Wetenschappen aan de VUB met het proefschrift ‘Imprisonment and mental suffering: Euthanasia requests by prisoners’. Onder begeleiding van haar promotor criminoloog prof. Sonja Snacken en co-promotor palliatief specialist prof. Wim Distelmans deed ze onderzoek naar het verband tussen detentie en ondraaglijk psychisch lijden. De studie geeft inzichten over hoe lange en onbepaalde straffen kunnen leiden tot ondraaglijk psychisch lijden en mogelijks tot een verzoek van euthanasie.

Voor het behalen van haar doctorstitel voerde Caroline Devynck een kwalitatief onderzoek uit op basis van de levensverhalen van 16 participanten in combinatie met een analyse van hun gevangenisdossiers. De kandidaten werden geselecteerd op basis van hun euthanasieverzoek op grond van ondraaglijk psychisch lijden, waarvoor ze contact opnamen met ULteam (Uitklaring Levenseindevragen).

“Uit het onderzoek blijkt dat de participanten allen een (levens)lange straf of een maatregel van onbepaalde duur uitzitten. Hun lijden bestaat uit een complex geheel van factoren waarbij de duur van de detentie, de beleving van het regime, de interacties met penitentiaire beambten en de toekomstperspectieven van de aanvragers betreffende hun re-integratie een belangrijke rol spelen”, licht Caroline Devynck toe. “Dit onderzoek helpt te begrijpen hoe lange en onbepaalde straffen ondraaglijk psychisch lijden kunnen creëren en zelfs aanleiding kunnen geven tot het verzoeken van euthanasie.”

Sinds 2013 dienden geïnterneerden en gedetineerden euthanasieverzoeken in op grond van ondraaglijk psychisch lijden. Tijdens het onderzoek vanaf begin 2013 tot begin 2017 waren er 24 euthanasieverzoeken. De Belgische euthanasiewet van 28 mei 2002 erkent ondraaglijk psychisch lijden als legitieme grond als een ongeneeslijke aandoening dat lijden veroorzaakt; de wet sluit gedetineerden dus niet uit. De Basiswet van 2005 over het gevangeniswezen, in lijn met Europese Standaarden, stelt dat gedetineerden en geïnterneerden recht hebben op gezondheidszorg die gelijkswaardig is aan die in de vrije samenleving.

De specificiteit van de gevangeniscontext is echter ook gekend voor het teweegbrengen van leed, waardoor vragen rijzen over de impact van de gevangeniscontext op het ondraaglijk psychisch lijden, zoals uitgedrukt in de euthanasieverzoeken van gedetineerden. Die vragen vormden de basis voor dit onderzoek”, besluit Caroline Devynck.