We worden gemiddeld wel ouder maar blijven niet per se langer gezond. Prof. Ivan Bautmans is hoofd van de onderzoeksgroep Frailty in Ageing aan de Vrije Universiteit Brussel en wil daar verandering in brengen. Vanuit zijn expertise in de gerontologie, de studie van het ouder worden, coördineert hij een adviesgroep van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met een focus op healthy ageing. “Er is nood aan een paradigma-shift binnen onze gezondheidszorg”, zegt Bautmans. “We moeten focussen op preventie en niet wachten tot het misgaat. Dan is het vaak al te laat voor onze oudere bevolking.”
De Verenigde Naties heeft de jaren 20 van deze eeuw uitgeroepen tot de Decade of Healthy Ageing. Maar wat bedoelen ze juist met healthy ageing? “Healthy ageing, of gezond ouder worden, is gebaseerd op wat men intrinsieke capaciteit noemt”, zegt Bautmans. “Dat zijn de reserves die iemand in zich heeft, fysiek, emotioneel, psychologisch, in combinatie met de omgeving waarin de persoon die reserves moet aanwenden. De interactie tussen onze reserves en de omgeving bepalen ons functioneringsniveau. Het is op basis van dat functioneringsniveau dat de WHO gezond ouder worden definieert. Gezond ouder worden is de mogelijkheid om een adequaat functioneringsniveau aan te houden dat bijdraagt tot welbevinden op hogere leeftijd. Om dat allemaal goed op te volgen, moeten we het ook kunnen kwantificeren. De intrinsieke capaciteit zit opgesplitst over verschillende domeinen zoals het locomotorische systeem of ons bewegingsapparaat, het cognitief systeem, het sensorisch systeem, zoals gehoor en zicht, en de vitaliteit. Vitaliteit of levenskracht is eerder het biologische onderliggende mechanisme, de voorwaarde waardoor de andere domeinen tot ontwikkeling kunnen komen.”
Om die opvolging optimaal te doen verlopen, steunt de WHO op de expertise van Bautmans en zijn collega’s. “De WHO wil van een ziekte-gebaseerd model naar een functie-gebaseerd model. Ze hebben mij gevraagd om een werkgroep in te richten en te coördineren die zich buigt over het operationeel definiëren van vitaliteit. In het najaar vond een tweedaags overleg plaats met meer dan twintig internationale experten over het definiëren van vitality capacity. Op basis daarvan hebben we een shortlist gemaakt van potentiële biomarkers, indicatoren waarmee je vitality capacity zou kunnen meten en opvolgen.” De onderzoekers stelden drie groepen van indicatoren op om vitaliteit te meten. Een eerste groep draait rond energie en metabolisme. Een tweede groep indicatoren gaat over de neuromusculaire functie en een derde groep focust op immuniteit, inflammatie en de stressrespons van het lichaam. “Voor de twee eerste domeinen hebben we aan de VUB al een performant e-healthsysteem ontwikkeld om de indicatoren te meten en objectiveren.”
Het is de expertise in monitoring en opvolging door de VUB-onderzoeksgroep die zo relevant is voor de ontwikkeling van een nieuw ouderenbeleid. Maar hoe implementeer je zoiets op een wereldwijde schaal? “Er zijn experten uit verschillende landen en regio’s betrokken”, zegt Bautmans. “De aanbevelingen moeten implementeerbaar zijn over heel de wereld. Dan moet je ook rekening houden met culturele verschillen, de beschikbaarheid van technologie en de bereikbaarheid van de doelgroep. In april zijn we in Genève met een technische werkgroep samengekomen om aanbevelingen te ontwikkelen over hoe we healthy ageing wereldwijd kunnen meten en opvolgen.”
Maar ook in eigen land is er nog veel werk aan de winkel. “Het probleem is dat ons gezondheidssysteem zich bij ouderen momenteel enkel focust op het identificeren van beperkingen”, zegt Bautmans. “Oudere mensen die gevallen zijn, mensen die niet meer uit de voeten kunnen… Maar dan komen we systematisch te laat. Er is onvoldoende aandacht voor preventie. We moeten ingrijpen wanneer de intrinsieke levels aan het verminderen zijn. Dat vertaalt zich niet automatisch naar een beperking. De beperkingen treden pas op wanneer de reserves zo verminderd zijn dat de persoon het niet meer kan opbrengen om op een fatsoenlijk niveau te functioneren. Op dat punt is het bijzonder moeilijk tot zelfs onmogelijk om de situatie nog om te keren. Terwijl we weten dat we met goedkope en ongevaarlijke interventies al eerder de intrinsieke capaciteit kunnen verbeteren en mensen langer zelfstandig kunnen laten leven. Want dat is eigenlijk wat we nodig hebben. Mensen moeten langer thuis kunnen blijven en zelfstandig wonen. Anders wordt het onbetaalbaar voor het zorgsysteem.”
Er zijn drie pijlers waar mensen op kunnen focussen om op een gezonde manier ouder te worden: voeding, oefening en het beperken van inflammatie. “Met fysieke training zie je spectaculaire resultaten”, zegt Bautmans. “Daar hebben we momenteel ook een project rond lopen. Meer dan tweehonderd ouderen komen drie keer per week trainen in de Basic Fit-fitness in Jette. Ze focussen op spierversterkende oefeningen en hun spierkracht neemt fenomenaal toe. We hebben ook al aangetoond dat het afweersysteem positief beïnvloed wordt. Zo sleutelen we aan de onderliggende processen. Het immuunsysteem wordt performanter waardoor de deelnemers beter bestand zijn tegen infecties en ze minder snel ziek worden. Wanneer mensen uitgeput raken, heeft dat negen kansen op tien te maken met sluimerende ontstekingen in het lichaam. Die vreten aan de energiereserves tot je dermate verzwakt bent dat je begint te struikelen, valt en een heup breekt. Door de inflammatie die je al hebt, herstel je minder makkelijk en loop je een infectie op tijdens het verblijf in het ziekenhuis. Dan kom je terecht in een negatieve spiraal die moeilijk te stoppen is. Daarom hebben we een paradigmashift nodig. Focussen op preventie en niet wachten tot het misgaat is de boodschap. Dat is ook wat we willen implementeren met ons interdisciplinair onderzoeksprogramma rond Active and Healthy ageing, ook in samenwerking met de WHO. We willen Healthy Ageing Centers of Vitality Centers oprichten. Dichtbij de ouderen, waar mensen die nog geen zelfzorgtekorten hebben, advies en begeleiding kunnen krijgen om gezond en actief ouder te worden.”