Stelt u zich voor, de zeventiende-eeuwse Taj Mahal, het formidabele bouwwerk met zijn hagelwitte koepel en minaretten, moet weldra worden afgebroken. De vijftiende-eeuwse stenen forten van het Mutapa-koninkrijk in Zimbabwe zouden eveneens verdwijnen. De twaalfde-eeuwse Bayontempel, het meest indrukwekkende monument van Ankor Wat: vernietigd. De achtsteeeuwse Borobodurtempel in Indonesië: weg ermee. En dat geldt ook voor de piramides van Gizeh, de Mayapiramides in Mexico, enzovoort.

Dit opiniestuk verscheen eerder op demorgen.be (+). Auteur: Jonathan Holslag, professor internationale betrekkingen aan de VUB. 

Of het nu gaat om een ruiterstandbeeld van Leopold II, de Taj, of vele andere monumenten: als slavernij het criterium wordt om ze te behouden, dan blijven er weinig van zulke gedenktekens overeind. In plaats van monumenten af te breken, is het lonender te bouwen aan wereldwijd historisch besef. Dan zullen we leren dat het kolonialisme onder Leopold II een zwarte pagina is in de geschiedenis, lezen we opnieuw de grandioze onafhankelijkheidstoespraak van Patrice Lumumba, maar dan zullen we ook leren dat slavernij een universele zonde is. Dat het een manifestatie is van machtsverhoudingen en dat het Westen er geen monopolie op had.

De lezing van de geschiedenis van slavernij is vaak selectief. Enkele jaren geleden was er in Brussel een grote tentoonstelling over de geschiedenis van Indonesië. Bij de aanvang werd een tijdlijn geprojecteerd, die weliswaar aanving in de zestiende eeuw. Tekst en beeld legden de bezoeker uit hoe de Portugezen op de archipel neerstreken en gaandeweg een lange periode van kolonisatie inluidden. Bijzonder, bedacht ik me, net terwijl steeds meer intellectuelen uit het Zuiden een prominentere plek voor niet westerse beschavingen in de geschiedenis opeisen, wist Indonesië, dat de tentoonstelling nochtans cureerde, duizenden jaren van zijn geschiedenis uit.

Neem het Indonesische koninkrijk van Srivijaya. Vanuit het eiland Sumatra veroverde het grote delen van het Maleisische schiereiland en stichtte het vooruitgeschoven kolonies tot in het huidige Vietnam. Het lanceerde plundertochten op de Indiase kust, in het huidige Myanmar en in Cambodja. Ofschoon handel in specerijen en edelstenen centraal stond in deze campagnes, legitimeerden de vorsten van Srivijaya hun veroveringen als boeddhistisch missioneringswerk. Op de tempel van Borobodur ziet men nog steeds de schepen afgebeeld die deze campagnes mogelijk maakten.

Het is belangrijk dat we de geschiedenis van het kolonialisme en de slavernij bestuderen, zonder geografische beperkingen en liefst zo ver mogelijk terug in de tijd.

Het gebeurt vaak in histories van landen in het Zuiden. In het gedeelte voor de aankomst van de westerlingen gaat de aandacht naar culturele bloei, staan prachtige kunstwerken centraal; in het gedeelte erna krijg je bloederige taferelen over de koloniale periode. Vaak echter hoefde die eerste periode evenwel niet onder te doen voor wat gewelddadigheid betreft. De monumenten zelf geven soms aanwijzingen. De Bayontempel, een eerbetoon aan koning Jayavarman VII, heeft een fries met geketende slaven. Sommige Mayasculpturen brengen hulde aan de vorsten met slaven aan de voeten. De naam van het Zimbabwaanse koninkrijk Mutapa betekent plundering: de koningen noemden zichzelf de heren van het plunderen.

Niet eens de omvang van het Europees kolonialisme en de bijbehorende slavernij waren bijzonder. Voor wat de gruwel betreft, weten we dat de Chinese Qing bijvoorbeeld verschrikkelijk te keer gingen tegen volkeren in het huidige Yunnan. De Mughaldynastie was bekend voor wijdverbreide slavernij. De Ottomanen 'oogsten' hun slaven, tot in Europa toe. Bijna overal ging kolonisatie gepaard met slavernij. Elders was de kolonisatie vooral continentaal. Waar de Europeanen karvelen gebruikten, verplaatsten de veroveraars in Azië, Afrika en Zuid-Amerika zich met grote groepen infanterie, per paard, met rivierschepen, enzovoort. De vlaktes waren hun zeeën.

Het belangrijkste verschil is dat de Europese slavernij de meest recente en best gedocumenteerde episode van slavernij is. Internationale politiek wordt aangedreven door de wet van de sterkste. En de afgelopen eeuwen waren wij, Europeanen, dat. Het is belangrijk dat we de geschiedenis van het kolonialisme en de slavernij bestuderen, maar dan moeten we haar helemaal bestuderen, zonder geografische beperkingen en liefst zo ver mogelijk terug in de tijd. Dit zal het Europees kolonialisme, de moordpartijen van Hernando Cortez in Mexico of de verschrikkelijke uitbuiting door Leopold II niet weg relativeren, maar wel een evenwichtiger debat toelaten. Het zal ons mogelijk maken genuanceerd inzicht te verwerven in parallellen en patronen, ons toelaten te begrijpen ook dat een aantal van die patronen nog steeds niet helemaal verdwenen zijn. Geschiedenis is vooral een kwestie van nuance.