De voormalige ministers van Energie Bart Tommelein en Lydia Peeters werden persoonlijk gedagvaard in een zaak rond het debacle over zonnepanelen. VUB-professor publiek en administratief recht, gespecialiseerd in overheidsaansprakelijkheid, Aube Wirtgen geloof niet dat dit wettig is. “Onze grondwet bepaalt dat ministers in principe niet kunnen worden vervolgd of aan een onderzoek kunnen onderworpen voor uitspraken die ze doen, ook op burgerrechtelijk vlak”, aldus Wirtgen.
Begin dit jaar trok het Grondwettelijk Hof een streep door de regeling waarbij Vlamingen met zonnepanelen minstens 15 jaar konden genieten van het systeem van de zogenaamde terugdraaiende teller. Ministers Peeters en Tommelein maakten de afgelopen jaren gebruik van het systeem van de terugdraaiende teller om zonnepanelen te promoten. Nu eist een gedupeerde dat Tommelein en Peeters aansprakelijk worden gesteld voor het verlies dat hij of zij heeft geleden en dat dit uit hun eigen middelen vergoed wordt.
Maar aangezien er geen wettelijk kader bestaat rond het aansprakelijk stellen van ministers is dit volgens professor Wirtgen niet mogelijk. “Onze grondwet zegt uitdrukkelijk dat er een wet moet zijn die duidelijkheid geeft over wanneer je een minister persoonlijk kan dagvaarden; het grote probleem: tot op heden is die wet er niet.” Verder redeneert Wirtgen dat niemand de job van minister nog zou willen opnemen moest dit wel mogelijk zijn. Als alternatief stelt ze voor dat er nu gedebatteerd wordt om dat wettelijk kader te schetsen en duidelijke regels te stellen over wanneer meningen van ministers beschermd zijn of niet. “Dat zou pijnlijke zaken zoals deze vermijden (…) Het is ook zo dat normaal gezien verantwoordelijkheden van ministers opgenomen worden op politiek vlak: in het parlement en bij de verkiezingen", besluit de experte.
Lees het volledige artikel op vrt.be.