In de coronapandemie wordt snel het onderscheid gemaakt tussen essentieel en niet-essentieel. Maar ook het nutteloze heeft een plek in een samenleving in balans.

Dit opiniestuk verscheen eerder op tijd.be (+). Auteur: Caroline Pauwels, VUB-rector en professor communicatiewetenschappen.

De coronacrisis lijkt ons te doen inzien dat er essentiële en niet-essentiële beroepen zijn. Moeten we jongeren dan voortaan aanmoedigen om vooral arts, viroloog of verpleegkundige te worden? Uiteraard verdienen ze onze bewondering, net als leerkrachten, vuilnisophalers, winkelbedienden en iedereen die de samenleving in de donkere lockdownperiode overeind heeft gehouden.

Maar als rector van een universiteit die de meest uiteenlopende opleidingen aanbiedt en in een associatie zit met een conservatorium en een filmschool denk ik dat alleen essentiële beroepen promoten geen goede zaak is. Niet zozeer voor de universiteiten en hogescholen, maar voor de samenleving. Want hoe essentieel sommige beroepen ook blijken te zijn tijdens de gezondheidscrisis, en hoe schijnbaar nutteloos andere, in het jaar één na corona zullen we het nutteloze opnieuw koesteren. En ik hoop stellig dat we veel meer dan voor de crisis het diepere nut ervan inzien.

Net als wetenschap opent de theaterkunst vensters op de wereld. Ze zijn het beste middel tegen blikvernauwing.

In Oostende, mijn tweede verblijfplaats, speelt de zee haar eeuwige spel van eb en vloed. Maar toch lijkt iets veranderd. Het gevoel bekruipt me dat er voorbij de einder niets meer is. Corona heeft ons teruggeworpen in een kleinere wereld. Een wereld waar de dimensies van de ontmoeting, de verbeelding en de verwondering aangetast zijn.

Zonder corona was ik deze zomer gastcurator geweest van Theater Aan Zee. Toen het festival dat na afloop van de editie 2019 wereldkundig had gemaakt, mocht ik het thema uit de doeken doen: verwondering. Ik zei toen dat wetenschappers verwondering delen met artiesten en kunstenaars. Verwondering geeft het leven kleur, stuwt ons voort en maakt dat we onze talenten ontplooien en grenzen verleggen. Net als wetenschap opent de theaterkunst vensters op de wereld. Ze zijn het beste middel tegen blikvernauwing.

We niet vergeten dat ook een andere groep getroffen wordt: het publiek. Voor vele mensen is theater geen bijzaak maar essentieel.

Vandaag lezen we elke dag alarmerende berichten over bloedende sectoren. Niet alleen de cultuursector, maar ook de aanverwante evenementensector, de horeca, het toerisme en ga zo maar door. Het zijn sectoren die mensen samenbrengen. En uiteraard treffen de coronamaatregelen in de eerste plaats alle mensen die professioneel met kunst, cultuur en evenementen bezig zijn. Velen zien zwarte sneeuw in volle zomer. Toch mogen we niet vergeten dat ook een andere groep getroffen wordt, een veel grotere groep: het publiek. Voor vele mensen is theater geen bijzaak maar essentieel.

Naar aanleiding van TAZ 2020 benadrukte ik de menselijke nood aan collectieve momenten waarbij we opgaan in een groep om samen met anderen spanning te delen, te lachen of triest te worden. ‘In een wereld waar zo veel ons scheidt of uit elkaar drijft, brengt theater ons samen’, schreef ik vorige zomer. Een verplaatsing naar een plaats waar een voorstelling plaatsvindt, is geen niet-essentiële verplaatsing. Het is een essentiële, zij het op voorwaarde dat de voorstelling kan plaatsvinden. Het is de amor mundi van de filosofe Hannah Arendt. Het geloof dat mensen onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar en met de natuur.

We hebben kunst en cultuur nodig om troost, ontroering en verrassende inzichten te geven.

Daarom heb ik de oproep van oud-politica Wivina Demeester voor meer ecowelvaart ondertekend. Ook bedrijfsleiders hebben dat gedaan en dat is belangrijk. Een bloeiende economie en een wereld in balans hoeven elkaar niet uit te sluiten. We moeten af van een louter door winst gedreven denken zonder oog voor natuur en klimaat, zonder oog voor individuele ontwikkeling en collectieve beleving, zonder oog voor de privacy - big tech ligt niet voor niets onder vuur - en zonder ruimte voor verwondering.

Corona heeft diepe wonden geslagen. We hebben kunst en cultuur nodig om troost, ontroering en verrassende inzichten te geven. We hebben bevlogen ondernemers nodig die de economische tran­sitie mogelijk maken. We hebben gedreven wetenschappers nodig die met nieuwe inzichten en innovatieve ideeën op de proppen komen. En uiteraard hebben we alle beroepen die vandaag het etiket ‘essentieel’ krijgen broodnodig. Een wereld in balans heeft ze allemaal nodig. Ons allemaal. Zonder al die heel verschillende bijdragen - ook de zogenaamd nutteloze - is de wereld niet in balans. We hebben elkaar nodig. Het coronavirus heeft heel wat op losse schroeven gezet. Die tabula rasa biedt echter ook nieuwe kansen. Welke, vroegen we onze opiniemakers.