Dit opiniestuk verscheen eerder op De Morgen(+). Auteur: Caroline Pauwels, VUB-rector en professor communicatiewetenschappen.
Jonge mensen horen niet te sterven. Zeker niet als gevolg van een totaal uit de hand gelopen ontgroening bij een studentendoop. Maar dat zijn spijtig genoeg de feiten: een student is gestorven, in mensonterende omstandigheden. De droom die hij had, die zijn ouders voor hem hadden, zal nooit worden gerealiseerd.
Andere studenten dragen daarvoor de verantwoordelijkheid. Een verpletterende verantwoordelijkheid. Een die ze de rest van hun leven zullen meedragen. Hun individuele en/of collectieve betrokkenheid maakt het voorwerp uit van het juridisch debat voor de rechtbanken. Feiten zullen van speculaties onderscheiden moeten worden.
Als VUB zijn we jammer genoeg betrokken in deze tragische kwestie. Ook dat is een feit: een van onze studenten onderging de doop als schacht. Dat wisten we al vroeg via de pers. Een andere VUB-student wordt van medeplichtigheid verdacht. Dat feit en de naam van de betrokken studenten vernamen we onlangs via de pers en de sociale media.
Feiten zullen van speculaties onderscheiden moeten worden.
Alles in deze zaak draagt bij tot een emotionele heftigheid die begrijpelijk is, en die we delen tot in het diepst van onze vezels. Maar er is ook nood aan sereniteit, aan zorgvuldig wikken en wegen, met respect voor de rechtsgang die nog zijn beslag moet krijgen. Een duidelijk antwoord op veel van onze verontwaardiging en vragen is er niet, daarvoor is het nog te vroeg.
We vernamen tot hiertoe de feiten in de zaak-Reuzegom via de pers en de sociale media. We moesten ons baseren op indirecte informatie en dat noodzaakt een grote voorzichtigheid. Het gerechtelijk onderzoek loopt en de VUB hoopt dat er klaarheid over de zaak komt op basis van een eerlijk en sereen proces.
We boden de student die als slachtoffer wordt genoemd psychologische bijstand aan. Het behoort tot de privésfeer van het slachtoffer of hij daarop is ingegaan of niet. De VUB startte een intern orde- en tuchtonderzoek naar de student die als medebeschuldigde zou zijn betrokken. Zelf kunnen we niet oordelen over de gegrondheid van de hem mogelijk ten laste gelegde strafrechtelijke feiten. Daarover gaat het gerecht en daarvan moeten we de afloop afwachten.
Universiteiten zijn zoals alle menselijke instellingen feilbaar, maar ook verbeterbaar.
Het is wel onze verantwoordelijkheid om enerzijds te waken over de normen, de waarden en de principes van onze universiteit en anderzijds te waken over de rust op de campus, in het algemeen, dus ook wanneer zowel slachtoffer als mogelijke dader zich op die campus begeeft. Daarvoor dient een orde- en tuchtonderzoek.
Universiteiten en de leden van haar gemeenschap zijn zoals alle menselijke instellingen feilbaar, maar ook verbeterbaar. Dat is ons werk, dag in, dag uit, ook in dezen. We hebben daarom de voorbije jaren onze Codex Studentenleven en ons orde- en tuchtreglement aangepast. De zaak-Reuzegom noopt ons ertoe om dit werk verder te zetten en dit in permanente dialoog met de studenten zelf en met de erkende verenigingen.
De VUB staat voor vrijheid, gelijkwaardigheid en verbondenheid.
Studentikoziteit of folklore mogen nooit een excuus zijn om daden te stellen die strijdig zijn met de waarden van onze instelling. De waarde, waardigheid en psychische en lichamelijke integriteit van iedere mens moeten altijd gerespecteerd worden. Hiërarchie, ondergeschiktheid, seksisme, discriminatie, vernedering of geweld zijn absoluut uit den boze. Zo staat het ook in de Codex Studentenleven van de VUB die een leidraad is voor alle activiteiten van, voor en door VUB-studenten. Daarover zijn de erkende studentenkringen die onze codex onderschrijven het eens. Ze maken daar ook onderlinge afspraken over.
Wij houden de studenten aan die afspraken, zoals onze studenten en anderen ons aan onze waarden en principes mogen houden. Maar tegelijkertijd past het ook hier om maat en nuance te houden: vele studentenkringen en -vertegenwoordigers doen uitmuntend onthaal- en begeleidingswerk, nemen verantwoordelijkheid en besturen mee onze universiteit, dragen bij tot een gemeenschapsvorming die mooi en inclusief is. Ook dat is een feit.
De VUB staat voor vrijheid, gelijkwaardigheid en verbondenheid. Ze laat zich leiden door het door Henri Poincaré geformuleerde beginsel van vrij onderzoek. Ze staat – zo benadruk ik steeds intern en extern – voor rechtvaardigheid, waarheid en de waardigheid van een mens. Dat zijn principes waaraan we allemaal ons gedrag als leden van een gemeenschap, als leden van de VUB-gemeenschap moeten toetsen. Elke dag opnieuw. Iedereen. Een permanente opdracht, een dagelijkse gewetenskwestie. Nooit eenvoudig, altijd leerrijk. Ook zeer leerrijk over onszelf. Dat werk is nooit af en op ieder van ons komt het aan. Meer dan ooit.