Eind 1977 opende het AZ Jette, zoals dat toen nog heette, de deuren. Verpleegkundige Rita ‘Rin’ Scheers was een van de eersten die er aan de slag ging en ze is nu nog altijd verbonden aan het ziekenhuis.

“Wat me is bijgebleven is de enorme ruimte die we toen nog hadden. Het leek wel of ze eerst een gebouw neergezet hadden en daarna pas gaan nadenken zijn over het ‘opvullen’ met allerlei diensten. Zo was het natuurlijk niet, achter de schermen was het allemaal wel doordacht. Ik ben in 1978 als verpleegkundige begonnen op de dienst vaatheelkunde. Het was in die tijd de normaalste zaak dat je al vanaf jouw eerste werkdag zelf je plan moest trekken. Verpleegkunde was toen anders dan vandaag.

Enerzijds verbleven patiënten toen veel langer in het ziekenhuis. Voor een liesbreuk bijvoorbeeld was dat 7 tot 14 dagen, nu gaan patiënten hiervoor na 2 dagen naar huis. Anderzijds wordt er nu veel meer verwacht van de verpleegkundigen: de zorg is veel complexer geworden, het is een specialistische zorg die van een zeer hoogkwalitatief niveau moet zijn en onze patiëntenpopulatie is ook niet meer dezelfde als toen. De eisen en verwachtingen van overheden, maar ook van patiënten zijn veel hoger en groter dan vroeger. En naast dit alles is de patiënt ook veel mondiger geworden dan vroeger…”

 

Verpleegkunde was toen anders dan vandaag.

 

“We waren allemaal jong en enthousiast en gingen er volop voor. We wilden er iets van maken, dit ziekenhuis met zijn zeer specifieke karakter doen slagen. En dat is ook gelukt. Ik ben niet begonnen vanuit een vrijzinnige overtuiging. Die is later gekomen. Het AZ bleek al gauw een heel ander ziekenhuis te zijn dan de andere. Er heerste en heerst nog altijd een heel andere cultuur, sfeer en omgangsvormen.

Hier heb je geen last van ‘bazen’ in een strikte hiërarchie. Wij kunnen eender wie direct aanspreken, en er wordt altijd geluisterd. Men staat hier ook open voor alles. Een van mijn eerste nachten - dat zal ik nooit vergeten, ik was net afgestudeerd - was er een dame voor abortus. Dat was nog illegaal. En aan de andere kant lag een zeer katholieke man op sterven. Toen dacht ik: dat kan hier allemaal. Ik had over die zaken toen nog geen uitgesproken meningen. En eigenlijk is dat nog zo.

 

We wilden er iets van maken, dit ziekenhuis met zijn zeer specifieke karakter doen slagen.

 

Mijn standpunt was en is nog altijd hetzelfde: ik zie patiënten te kort om over hen te oordelen. Ik ga er altijd vanuit dat de patiënt die hier komt in eer en geweten een besluit genomen heeft en dat wordt gerespecteerd. Wie ben ik dan om daarover te oordelen? Er werd indertijd wel aan je gevraagd of je wilde meewerken aan abortus of euthanasie, niemand werd verplicht, alles werd op een open en transparante manier besproken. Er waren verpleegkundigen die uit principe niet meewerkten, voor een deel ook uit angst. Het was ook illegaal hé. Je kon ervoor in de bak vliegen.”

 

Het AZ bleek al gauw een heel ander ziekenhuis te zijn dan de andere.

 

So what?

“Ik heb nog op een stage in een katholiek ziekenhuis meegemaakt dat een patiënt die vermeldde homo te zijn, stante pede werd ontslagen. Hier werd uiteraard elke seksuele geaardheid aanvaard. Op mijn dienst werkte ik ooit samen met een verpleger die zich na lang aarzelen, uit angst ontslagen te worden, outte als homo. Het enige dat ik hem kon antwoorden was: ‘So what? Wat belangrijk is, is dat je je werk goed doet’. Dat typeert dit ziekenhuis.”

--

Ontdek alle artikels van het UZ Brussel in ons feestmagazine:

--

Een volledig overzicht van ons feestmagazine vindt u hier.