No Hate is een campagne van de Raad van Europa tegen online en offline haatspraak die gevoerd wordt in 45 lidstaten. Met sensibilisering en vorming werkt No Hate aan meer weerbaarheid en actie tegen haatspraak. In Vlaanderen onderschreven al 107 organisaties de campagne sinds 10 december 2016.
Minister Sven Gatz: “Ik ben bijzonder verheugd dat ook de VUB en de ULB gehoor geven aan de No Hate Campagne. Online én offline haatspraak of discriminatie zijn helaas nog te veel aanwezig in alle sectoren van onze samenleving. Door No Hate mee te ondersteunen tonen de VUB en de ULB dat ze het goede voorbeeld willen geven.”
Rector Caroline Pauwels: “Haat is een stap in de duisternis. Het leidt tot onverdraagzaamheid en discriminatie, ja zelfs tot geweld. Het leidt ook tot niet luisteren en blokkeert elke uitwisseling van gedachten. De vrijheid van meningsuiting, die zo essentieel is in een democratie, komt dan ruw in gevaar. Er is weinig moed voor nodig om alleen maar te haten en extreme standpunten te verkondigen. Naar elkaar luisteren, bereid zijn je te verplaatsen in de positie van de andere en genuanceerd zijn, dat vergt vandaag veel méér moed.”
Het duister overwinnen met wetenschap
Universiteiten vormen bij uitstek de ruimtes waar je meningen leert vormen, uiten en beargumenteren. Met onderzoek en kritisch denken halen ze de waarheid boven en trekken de lijn tussen feiten en geschreeuw. Dat de VUB en de ULB als eerste volledige universiteiten in Europa de No Hate actie officieel onderschrijven is een stevig symbool voor de rol die universiteiten vandaag de dag moeten blijven spelen: debat voeren in plaats van schelden en censuur, feiten en argumenten leveren in plaats van dogma en alternative facts. Het No Hate Speech Platform Vlaanderen roept dan ook de andere Vlaamse universiteiten op om de campagne mee te onderschrijven.
Haatspraak beperkt je vrijheid
Het internet en sociale media openen een bijna eindeloze wereld aan mogelijkheden en positieve contacten. Maar de deur staat ook wagenwijd open voor beledigingen, haat en frustratie. Dat blijkt jaar na jaar uit de cijfers van het Interfederaal Gelijkekansencentrum, Unia. In 2015 ontving Unia 654 meldingen over haatspraak. Er waren vooral klachten over vormen van haatspraak op sociale media als Facebook en Twitter (37%). Verder waren er ook klachten over kettingmails (34%) en commentaren op discussiefora van kranten (10%).
Amerikaans onderzoek toonde recent nog aan dat meer dan 70% van de ondervraagde internetgebruikers ouder dan 15 jaar iemand zag aangevallen worden online, bijna de helft is zelf slachtoffer geweest en meer dan 25% kiest ervoor zichzelf online te censureren om niet aangevallen te worden. Naast alle andere kwalijke gevolgen van discriminatie perkt haatspraak zo je vrijheid om je mening te uiten of om te participeren aan een debat sterk in.
Ook mediabedrijven struikelen dagelijks over het fenomeen haatspraak. Knack koos er in januari nog voor om de reactiemogelijkheid bij hun artikels af te sluiten. Met Facebook, YouTube en Twitter sloot de Europese Commissie in 2015 nog een overeenkomst af om ook daar de haatspraak in te perken. Schelden en haat spuien op dergelijke fora legt ondertussen enkel het debat stil, stopt het gesprek en zorgt verder voor vervreemding of polarisering.
Lees meer over Difference Day:
Exclusief gesprek met Edward Snowden in de Bozar
VUB en ULB reiken prijs uit aan internationaal netwerk voor onderzoeksjournalistiek
Lees ook:
Caroline Pauwels over de verantwoordelijkheid van de pers en mediagebruiker