Tijdens examens lijden studenten, maar door de lockdown is het helemaal een zware beproeving geworden. Het hoger onderwijs ging brutaal digitaal en de studenten hebben het geweten. Terecht dat we hen een hart onder de riem steken.

Dit opiniestuk verscheen eerder op demorgen.be (+). Auteur: Gustaaf Cornelis, filosoof aan de VUB.

Arbeidseconoom Stijn Baert laat de zwoegende studenten met een kennisclipje weten dat de inzet van de laatste weken niet voor niets is: "Een hoger diploma verhoogt de kans om werk te vinden, en biedt een grotere kans op een hoger loon", zo klinkt het op de nieuwssite van de VRT.

Het is allemaal wetenschappelijk bewezen. Op dit moment, met de eindstreep in zicht, kunnen studenten natuurlijk élke motivatie gebruiken. Het zou sneu zijn dat ze nu de handdoek in de ring zouden gooien: elk geslaagd academiejaar levert later meer geld op (en je hebt evident sneller een inkomen). Beste studenten, als je een dipje hebt, denkt dan aan de buidel goud die later voor je klaarligt. Het diploma is niets anders dan waardepapier.

Elk geslaagd academiejaar levert later meer geld op en je hebt evident sneller een inkomen.

Maar laat dan net nu Baerts UGent-collega en verplegingswetenschapster Veerle Duprez stellen dat "economische beweegredenen of jobzekerheid niet voldoende (zijn). Studenten met die laatste drijfveer zien we nu sneller afhaken", stelde ze in De ochtend op Radio 1. Uit de onderzoeksresultaten van haar coronabevraging, die deze krant publiceerde, blijkt dat een op de vijf studenten verpleegkunde tijdens de coronacrisis is beginnen twijfelen aan de opleiding of heeft die zelfs stopgezet.

Duprez onderstreept dat we de juiste studenten moeten hebben: zij die zich willen bekwamen in het vak en het talent hebben om domeinspecifiek te redeneren. (Radio1) Dat is ook waar werkgevers op uit zijn, volgens Baert, want zij zien diploma's als een garantie van unieke vaardigheden of als teken van ambitie en intelligentie. Dat kan verklaren waarom diploma's altijd voordelig zijn.

Baert promoot jobkansen en jobvoordelen als studiemotivator; Duprez acht de interesse voor een job veel belangrijker. Extrinsieke versus intrinsieke motivatie. Voorhouden dat het diploma meer geld zal opleveren (15 tot 20 procent) en de kansen op een job aanzienlijk verhoogt, maakt externe factoren tot criteria van de studiekeuze. Belangstelling en gepassioneerdheid zijn dan Duprez' interne richtsnoeren.

De kansen op slagen vergroten aanzienlijk wanneer een student een passie heeft voor een vak.

Het een sluit het ander natuurlijk niet uit: je kan aan een studie beginnen en tijdens de blok mijmeren over het latere maandelijkse loon, omgekeerd kan je beginnen aan om het even wat en in de loop van het jaar een liefde voor het vak ontwikkelen; het lijkt me echter sterk dat dit tijdens de bloktijd zal gebeuren. Het gaat er om dat intrinsieke motivatie in meerdere mate dan een extrinsieke drijfveer ervoor zorgt dat een student de vruchten van zijn of haar studie-inzet überhaupt zal kunnen plukken. De kansen op slagen vergroten aanzienlijk wanneer een student een passie heeft voor een vak.

Geen passie voor eender welk studiegebied? Dan begin je er beter niet aan. Baert merkt op dat iemand die niet voor een hoger diploma gaat natuurlijk wel sneller een inkomen heeft. Overweeg dan te kiezen voor een knelpuntberoep; dat vergroot altijd de kans op een job.

Waar iedereen bij gebaat is? Dat studenten zo weinig mogelijk studieduurverlenging oplopen, zich totaal inzetten om hun vak door en door te kennen, om de domeinspecifieke vaardigheden te beheersen, en ten slotte, maar wel het belangrijkst van al: een liefde voor de job hebben, zo niet ontwikkelen. De creditcultuur (als pendant van de zesjescultuur in het secundair) zal wellicht afnemen, studenten houden iets makkelijker hun studie vol. En het begint allemaal bij de studiekeuze.

Kies voor een studie die leidt tot een beroep dat met hart en ziel zal worden uitgeoefend.

De coronacrisis heeft voor velen die studiekeuze lamgelegd. Wellicht meer dan ooit tevoren zien ouders en leerlingen die hun middelbaar diploma bijna in handen hebben het bos niet meer door de bomen. Wat het respectievelijke werk van Baert en Duprez duidelijk maakt, is dat een diploma wel degelijk het verschil maakt op de arbeidsmarkt, maar dat de kandidaat-student vooral moet gaan voor een welbepaalde studie op basis van een uitgesproken persoonlijke interesse en aanwezige talenten. Anders is de kans erg groot dat de jonge student tijdens onvoorziene omstandigheden zoals de lockdown zijn of haar studie afbreekt.

Anders gezegd, kies niet in de eerste plaats voor een diploma omwille van economische redenen, maar voor een studie die leidt tot een beroep dat met hart en ziel zal worden uitgeoefend. De intrinsieke motivatie aan een vak verbonden verhoogt de kans dat je dat bijhorende diploma ook zal behalen, samen met alle voordelen die eraan verbonden zijn.