VUB-professor dr. Karl Verstrynge doceert ethiek en toegepaste ethiek aan de Vrije Universiteit Brussel. In het volgende opiniestuk roept Verstrynge de mensheid op om zorg te dragen voor elkaar. 

 

‘Allen’, dat zijn wij allemaal, zonder uitzondering.

Het welzijn van de aarde en haar bewoners staat al maandenlang onder hoogspanning. Eigenlijk, maar misschien minder zichtbaar voor het grote publiek, is dit al jaren het geval. De reikwijdte van de problemen en de dreiging laten zich inmiddels ook bij ons duidelijk gevoelen. Het klimaat ontspoort, de biodiversiteit staat onder enorme druk en wereldwijde epidemieën vormen een probleem voor de hele planeet.

Vaak krijg ik de vraag waarom ethici zo weinig van zich laten horen, nu “het huis in brand staat”. En niet alleen het huis, maar ook alles daaromheen. Stilte heeft een kracht en je mag haar, zo wil de wijsheid, enkel verbreken als je haar kunt verbeteren. Voor dat verbreken is nu weer zo’n momentum gekomen, in de hoop dat de stilte nadien weer luider kan klinken.

Ik wil me hier richten tot allen die gebukt gaan onder en aan de basis liggen van de wereldproblemen zoals die zich in al hun urgentie aandienen. En ‘allen’, dat zijn wij allemaal, zonder uitzondering. Ook mensen die geen kranten lezen of, om welke redenen ook, nauwelijks iets van de wereldbrand af weten of willen weten.

SCHANDALIG EENVOUDIG

In de ethiek is het eigenlijk schandalig eenvoudig. We zijn elkaar in al wat we doen en op elk moment zorg verschuldigd. Dat is onze eerste en laatste plicht als mens. En hoe meer zorg iemand nodig heeft, des te meer zij of hij op onze zorg aanspraak maakt. Hij of zij confronteert ons met een verplichting tot zorg, gewoon al door er te zijn. Dit betekent concreet dat de zwaksten in de samenleving op elk ogenblik onze meeste aandacht verdienen en voorop moeten staan in de zorg die wij hen moeten schenken. Daarop zijn geen uitzonderingen. Armen, zieken, ouderen, kansarmen, kwetsbaren, kinderen, de lijst is lang en onuitputtelijk. Zij hebben als eerste recht op onze onvoorwaardelijke hulp en bijstand. Zelfs als we er niet toe kunnen komen hen allemaal tegelijk of op voldoende wijze van zorg te voorzien, dan nog moet het ons streven zijn alles te doen wat in onze macht ligt om aan die primaire plicht te voldoen.

Waarom is die ethische plicht ‘schandalig’ eenvoudig? Omdat we die eenvoud nauwelijks onder ogen durven zien. Ze is zo eenvoudig dat ons gedrag schandalig wordt telkens we aan die plicht verzaken. We formuleren voor onszelf ontelbare redenen om telkens weer aan die plicht te verzaken: de evidenties van elke dag, de gewoontes waarin we verzeild raken, de drang om onze eigen behoeftes voorop te stellen, ook al zijn die overbodig of voor het grootste deel al verzadigd, op de eerste plaats te zetten… Maar ook al leeft in ons de drang om te leven en te overleven, we verschillen van andere levende wezens omdat we in de mogelijkheid zijn de ethische plicht te ervaren. Alleen omdat we het vermogen hebben onze eigen verlangens en voorkeuren aan de kant te schuiven, mogen we onszelf mens noemen. Omwille van dat vermogen alleen, verschillen we van de dieren die gebukt gaan onder het recht van de sterkste. Daarom is het ook onze taak als mens die plicht tot zorg voor de zwaksten (en alle andere levensvormen) onder ogen te zien en gevolg te geven.

Met die eenvoudige gedachte aan de plicht tot zorg richt ik me tot iedereen in onze samenleving, waar ik ook zelf toe behoor:

 

De druk en de opdracht zijn groot.

Aan alle jongeren:

Jullie zullen een dubbele rekening betalen: de rekening van de steeds groter wordende klimaatproblematiek en de rekening van het corona-virus. Jullie toekomst wordt, onbegrijpelijk, gehypothekeerd en jullie huidige levens worden, noodgedwongen, beknot. Beide rekeningen hangen met elkaar samen, in een neoliberale wereld waar aandacht voor natuur en de ander steeds meer onder druk staat. Draag zorg voor jullie omgeving, spreek elkaar en volwassenen aan op jullie en hun verantwoordelijkheid, en probeer zo goed en zo kwaad als dat kan zelf een voorbeeld te zijn. Maar bovenal: houd moed, het leven is op elk ogenblik een wonder en de moeite waard.

Aan onze politici en beleidsmakers:

Jullie hebben de taak om over het haalbare na te denken en daar praktische beslissingen mee te verbinden. Spreek eendrachtig, heb eerst oog voor de zwaksten en vermijd de gedachte aan politiek gewin. In jullie handen ligt het lot van velen die jullie hebben verkozen om het juiste te doen. Dit mag jullie geen gevoel van macht geven. Eerder een gevoel van onmacht die de voortdurende aansporing moet zijn om de ethische plicht te laten primeren bij elke beslissing.

Aan alle verplegend personeel en zorg- en hulpverleners:

We zijn jullie dank en respect verschuldigd voor jullie onverdroten inspanningen. Jullie presteren tegen elke vorm van zelfbehoud in. Jullie verdienen meer, omdat jullie verdiensten niet in het teken van verdienen staan. Jullie staan in de vuurlijn en verdienen om die reden alleen al absolute voorrang. Laat jullie stem horen en blijf waardig schreeuwen om de aandacht en bijstand die jullie nodig hebben. De wereld kan niet verder zonder jullie essentiële bijdrage aan het samenleven en aan de gedachte dat een zorgverlener in elk van ons moet schuilen.

 

Draag zorg voor jullie omgeving

Aan alle onderwijzende beroepen:

De druk en de opdracht zijn groot. Dring erop aan zoveel mogelijk vanop afstand te kunnen onderwijzen, en houd daarmee in de eerste plaats rekening met de zwakste schakel. Sterker is de ketting niet dan juist die ene zwakste schakel. Maak jongeren bewust van de wereldbrand, die het corona-probleem overstijgt en hen aanspoort zorg te dragen. In jullie handen bevindt zich het menselijk kapitaal die de toekomst vorm zal geven.

Aan alle private bedrijven en ondernemingen:

Jullie business-model staat onder druk. Pas het aan met zicht op de grote noden van onze tijd en in het besef dat het huidig economisch (consumptie)model geen halve eeuw meer te gaan heeft. Door de uitputting van de aarde en haar bewoners staat dat model op het punt te kantelen. Weet dat de menselijkheid aan de economische realiteit voorafgaat. Om het economische huishouden te kunnen regelen, is ons mens-zijn altijd al voorondersteld.

Aan elk van ons:

Wees mens, en draag zorg voor elkaar. Elk van ons heeft op elk ogenblik de opgave mens te worden. De ethische plicht tot zorg voor de ander staat daarbij voorop. In de miskenning van die plicht schuilt een miskenning van wie we zijn: wezens in staat tot zorg voor elkaar en alles wat leeft.