Het WVDM Living Lab van de VUB is officieel bekroond als winnaar van de Henry van de Velde Awards 2026 in de categorie Environment. Een stevige erkenning. En niet de enige. Het project was dit jaar ook één van slechts vijf genomineerden in de categorie Small Intervention van de Brusselse Architectuurprijs.
Twee podia. Twee jury’s. Eén duidelijke boodschap: dit Living Lab geldt vandaag als een toonaangevend voorbeeld van circulaire architectuur, zowel op Brussels als op Vlaams niveau. Hoewel het project nu al vaststaat als winnaar binnen zijn categorie, blijft het nog even spannend. Pas tijdens de officiële uitreiking op 27 januari 2026 in Bozar wordt bekendgemaakt of het Living Lab een Gold, Silver of Bronze Award ontvangt.
Van erfgoed naar toekomstmodel
Het WVDM Living Lab vertrekt van een scherp en actueel vraagstuk: hoe renoveer je naoorlogse architectuur duurzaam, zonder haar identiteit te verliezen?
De case is even iconisch als concreet. Twaalf modules van voormalige studentenkamers op de VUB-campus, ontworpen in 1972 door Willy Van Der Meeren, werden ingezet als proefterrein. Geen klassieke renovatie. Wel een onderzoekend proces, waarin hergebruik, aanpasbaarheid en schaalbaarheid centraal staan.
De focus lag niet op een vast eindbeeld, maar op het ontwikkelen van circulaire strategieën die reproduceerbaar zijn. Denk aan bouwen zoals een meccano: met gestandaardiseerde, compatibele onderdelen die je kan monteren, demonteren en opnieuw inzetten.
Circulair tot in het detail
Het Living Lab werkt volgens het kit-of-parts-principe. Bouwschil en binnenwanden bestaan uit hanteerbare componenten die technisch omkeerbaar zijn. Zo ontstaat een architectuur die meebeweegt met veranderende noden.
Tijdens de uitvoering werd maximaal ingezet op hergebruik van materialen. Zowel ter plaatse als elders. Van draagstructuren en sanitaire cellen tot verlichtingsarmaturen, tapijttegels en keukenelementen. Waar nieuw materiaal nodig was, viel de keuze bewust op opties met een lage milieu-impact, zoals grasvezelisolatie, houtstructuren en mineraalgebaseerde platen.
Het project verbindt theorie en praktijk. De ontwikkelde strategieën werden geëvalueerd aan de hand van vier pijlers: energie, erfgoed, duurzaamheid en economie. Dat vroeg om nieuwe profielen en nauwe samenwerking met lokale experten.
Volgens de jury van de Henry van de Velde Awards toont het Living Lab hoe je bestaande materialen niet alleen vandaag, maar ook morgen een rol kan laten spelen in toekomstgerichte bouwsystemen. Met respect voor de oorspronkelijke vormentaal. En met een uitnodiging aan de sector om verder te denken dan het klassieke renovatiemodel.
Opschalen, op de campus en daarbuiten
De impact reikt verder dan deze twaalf modules. Op de VUB-campus zijn ondertussen al 56 bijkomende studentenkamers gerenoveerd volgens één van de ontwikkelde strategieën. Voor een volgende reeks staat een gelijkaardig traject gepland. Ook bij MAKER architecten leeft het onderzoek verder. De opgebouwde detail-, materialen- en evaluatiebank wordt vandaag actief ingezet in nieuwe projecten. Steeds gelaagd. Steeds omkeerbaar. Steeds afgestemd op context en gebruik.
Lees meer over het WVDM Living Lab op de website van Henry van de Velde Awards: WVDM Living Lab | Henry van de Velde Awards