Na 232 dagen begaven de informateurs zich met lege handen naar de koning. Niemand weet nog hoe het verder moet. Werd dat al niet door onze grondwet voorspeld? Die opent, artikel 1, met te wijzen op de moeilijke relatie tussen natie, gemeenschap en staat: ‘België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.’ In die kabbelende zin voel je de aarzeling om een echt land te zijn. Groot is het contrast met hoe de Amerikaanse grondwet opent: ‘We the People’, wij het volk. Daaruit spreekt eenheid en voortvarendheid. Bij ons is het onduidelijk of we nog wel ergens naartoe willen.

Dit opiniestuk verscheen eerder op demorgen.be (+).

We geraken het zelfs niet eens over wat die 232 dagen en de lege handen nu precies betekenen. Zijn zij het gevolg van een haperend land, van constructiefouten of van slechte wil?

Landen die ooit goed werkten, komen er doorgaans veel te laat achter dat zij dat niet meer doen. Het slecht functioneren wordt gemakshalve op rekening van ongunstige omstandigheden, de huidige of de laatste regering geschreven, terwijl de rot dieper zit. Het is een veeg teken dat het woord ‘vernieuwen’ steeds meer wordt toegepast op de politiek, steeds minder op sociaal beleid, arbeidsmarktbeleid, onderwijs, de instellingen, het milieu… Kortom, op de dingen die de kwaliteit van ons leven en onze toekomst bepalen.

Ondertussen kunnen we bezwaarlijk nog eens 232 dagen wachten op een regering. Daarom vragen steeds meer mensen zich vertwijfeld af hoe we er vaart in krijgen. Zij verwijzen onder meer naar de landen waar er nillens willens nieuwe verkiezingen komen als men er na een aantal dagen, bijvoorbeeld 150, niet uit is. In die landen rekent men er niet zozeer op dat nieuwe verkiezingen helderheid scheppen, wel dat de horizon van 150 dagen de onderhandelaars tot spoed en toegevingen maant. Zo’n limiet valt dus zeker te overwegen. Mocht ze er zijn, de MR zou zich inschikkelijker opstellen, sneller beseffen dat eenheid een kind is van toegevingen, niet van halsstarrigheid. Overigens is het niet uitgesloten dat we tegen Pasen of daaromtrent toch weer gaan stemmen … als een soort wanhoopsdaad. De kans is namelijk groot dat het oordeel van de kiezer nog duidelijker, de vorming van een regering nog moeilijker wordt.

 

Bij ons is het onduidelijk of we nog wel ergens naartoe willen.

 

Die vorming is moeilijk omdat de burgers in de twee landsdelen hun belangen aan erg verschillende vertegenwoordigers hebben toevertrouwd. Wat op zich verbazend is. Tal van onderzoeken laten immers zien dat de burgers in beide landsdelen grotendeels dezelfde zorgen en wensen hebben, zelfs erg gelijklopende opvattingen huldigen over hoe deze dienen aangepakt. En toch, bijna twee derde van de Vlaamse Parlementsleden is rechts of uiterst rechts (N-VA, Open Vld en VB), iets meer dan twee derde van de Franstalige parlementsleden links of uiterst links (PS, Ecolo en PTB). Je zou hen allen kunnen aanraden: kijk eens grondig naar opiniepeilingen, naar wat je kiezers willen, wat hen zorgen baart, en loop hen dan snel achterna. Rekening houden met de kiezer vanuit de heel verschillende invalshoeken van N-VA en PS zou weleens een werkend en werkbaar land kunnen opleveren.

Maar niets beweegt, zo lijkt het toch. Steeds meer burgers krijgen het gevoel dat hun stem niet telt. Zij vermoeden slechte wil bij de politici. Ten onrechte. De onderhandelende politici hebben geen slechte wil, wel grote goesting. Zij willen veel meer krijgen dan de tegenstander wil geven. Men kan hen dat niet kwalijk nemen. Het hoort bij het spel, maar wordt destructief als iemand denkt ‘incontournable’ te zijn en de reeds afgelegde weg met wat stoere verklaringen telkens weer ongedaan kan maken om meer ‘binnen te halen’. Dat is het probleem van de PS.

 

Tal van onderzoeken laten immers zien dat de burgers in beide landsdelen grotendeels dezelfde zorgen en wensen hebben, zelfs erg gelijklopende opvattingen huldigen over hoe deze dienen aangepakt.

 

Op zich is er niets mis met een poging om een linkse tweederde meerderheid onder Franstalige parlementsleden te verzilveren in beleid, behalve dat een dergelijk beleid slechts steun vindt bij 20 procent van de Vlaamse Parlementsleden, 35 procent mocht na de Open Vld ook de CD&V suïcidaal worden.

Onderhandelen werkt niet als iemand zich onmisbaar waant. Daarom dient, zoals de krant La Libre Belgique al eens suggereerde, gezocht naar de mogelijkheid een regering zonder de PS te vormen, een meerderheidsregering als het kan, desnoods een gedoogde minderheidsregering. De partijen die de Vlaamse regering vormen, kunnen met hun Franstalige zusterpartijen, via een informateur of preformateur, een ontwerp van regeerakkoord maken dat dan aan alle andere partijen wordt voorgelegd met de vraag onder welke voorwaarden, mits welke aanpassingen en afspraken, zij die regering willen vervoegen, desgevallend niet vervoegen maar gedogen. Behalve als het om grote liefde gaat, zijn mensen aangenamer als zij zich vervangbaar weten.