Een doorgedreven screening van gehospitaliseerde COVID-19-patiënten vanaf het acute begin van de ziekte en op lange termijn leidt tot een betere risico-inschatting voor hart- en vaatziekten en kan de levenskwaliteit van deze patiënten verbeteren door een aangepaste behandeling. Zo blijkt uit onderzoek naar aanleiding van het doctoraat van UZ Brussel-cardioloog dr. Maria Luiza Luchian, waarmee ze recent promoveerde aan de Vrije Universiteit Brussel. Hoewel COVID-19 overwegend een milde griepachtige ziekte is, kan er een aanzienlijke impact zijn op het cardiovasculaire systeem, vooral maar niet enkel bij oudere patiënten met reeds bestaande cardiovasculaire of luchtwegaandoeningen en andere chronische ziekten.

Dr. Maria Luiza Luchian promoveerde recent aan de Vrije Universiteit Brussel met haar doctoraat over de cardiovasculaire impact van COVID-19 op patiënten die werden opgenomen in het ziekenhuis. Dr. Luchian volgde tijdens de eerste covidgolf 310 patiënten op vanaf het begin van de acute infectie, en op 6 en 12 maanden na hun ontslag uit het UZ Brussel. Ze evalueerde daarnaast de aanwezigheid van het eiwit cardiaal troponine en van calcium in de kransslagaders bij COVID-19-patiënten om te achterhalen in welke mate zij kunnen dienen om hartaandoeningen en mortaliteit te voorspellen. De resultaten tonen aan dat COVID-19 wel degelijk een impact heeft op patiënten die met COVID-19-besmetting in het ziekenhuis worden opgenomen en dat een grondige screening bij opname en nadien cruciaal is voor het opsporen van hartafwijkingen. 

Evolutie van eiwit cardiaal troponine belangrijk in diagnose acute complicaties bij COVID-19

Meer dan een derde van de gehospitaliseerde patiënten met COVID-19 ontwikkelt een hartletsel, weerspiegeld in de klinische praktijk door abnormale niveaus van cardiaal troponine, een eiwit dat voornamelijk in de hartspier wordt aangetroffen. Eerdere studies waren gericht op een troponinemeting voornamelijk tijdens ziekenhuisopname.

De wijzigingen in de evolutie van dit eiwit kunnen wijzen op verschillende acute complicaties zoals een hartspierontsteking, een hartinfarct of ritmestoornissen. Deze complicaties kunnen zich echter op elk moment in het verloop van een COVID-19-infectie voordoen, niet enkel bij opname. Dr. Maria Luiza Luchian toont in haar onderzoek aan dat het opvolgen van de evolutie van deze parameter eveneens belangrijk is. Dit geeft inzicht in de verdere risico’s voor de patiënt en indien nodig kan de verdere behandeling aangepast worden.

De hoeveelheid calcium in de kransslagaders voorspelt risico op cardiovasculaire aandoeningen 

De hoeveelheid calcium wordt gemeten via een CT-scan van de borstkas, wat op grote schaal werd gebruikt bij COVID-19 voor een diagnose van de longinfectie en mogelijke complicaties. 

Dr. Maria Luiza Luchian: “Het onderzoek toont aan dat de afwezigheid van calcium in kransslagaders betekende dat er een lager cardiovasculair risico was voor COVID-19 patiënten. Een standaard CT-scan van de borstkas, met het beoordelen van de calciumscore met behulp van een semi-kwantitatieve methode, kan een waardevol instrument zijn om de risico’s op hartaandoeningen en mortaliteit in te schatten. Het is een eenvoudige manier met belangrijke voordelen in de context van een wereldwijde gezondheidscrisis, met minder verbruik van financiële middelen, een kortere onderzoeksduur en een lagere blootstelling aan stralingsdoses voor de patiënten in vergelijking met andere technieken, die bekend zijn voor de evaluatie van het calcium in de kransslagaders. Belangrijk is dat deze methode kan worden opgenomen in alle CT-scans van de borst die worden uitgevoerd voor verschillende klinische vragen, en niet alleen bij COVID-19 patiënten. Het resultaat kan de behandelstrategie voor de patiënten veranderen.”

30% van de COVID-19-patiënten opgenomen in het ziekenhuis vertoont hartafwijkingen één jaar na acute ziekte, zelfs zonder voorgeschiedenis van long- of hartaandoeningen

Bij 143 COVID-19-patiënten werd een klinische follow-up uitgevoerd op 6 maanden en 12 maanden na hun ontslag uit het ziekenhuis. Het ging om een klinisch onderzoek, een meting van de longfunctie en CT-scan van de borstkas en uitgebreide echografie van het hart.

Dr. Maria Luiza Luchian: “Bij bijna een derde van de patiënten werden longafwijkingen waargenomen tijdens CT-onderzoeken van de borstkas na 6 maanden, maar deze waren niet gelinkt aan het langdurige COVID of 'Long COVID'. We stelden echter subtiele veranderingen vast in de hartspier, die gelinkt kunnen worden aan het aanhouden van de klachten, ook bij patiënten zonder voorgeschiedenis van long- of hartaandoeningen. Een verdere diepgaande analyse, met behulp van een nieuwe techniek, Myocardial Work, toonde aan dat de hartpompfunctie licht was veranderd bij deze patiënten. Deze nieuwe echografische techniek houdt rekening met bloedruk van de patiënt en de vervorming van de myocardvezels, bijvoorbeeld de grootte of vorm. Dit zou op lange termijn kunnen wijzen op een vervroegd optreden van hartziekten.”