Een groep juristen uit verschillende Belgische universiteiten, waaronder VUB-professoren Paul de Hert, Franck Dumortier, Gloria González Fuster en Serge Gurtwirth, pleiten voor een sterke en onafhankelijke gegevensbeschermingsautoriteit.
Dit stuk verscheen eerder op knack.be. Auteurs: Elise Degrave (UNamur), Franklin Dehousse (ULG), Pierre Dewitte (KUL), Paul de Hert (VUB), Cécile de Terwangne (UNamur), Benjamin Docquir (ULB ), Franck Dumortier (VUB), Benoit Frydman (ULB), Gloria González Fuster (VUB), Serge Gutwirth (VUB), Yves Poullet (UNamur), Françoise Tulkens (UCL) en Marc Verdussen (UCL) zijn allen verbonden of emeritus aan de rechtsfaculteit van hun universiteit.
Kunstmatige intelligentie en data-analyse betekenen zowel een technologische revolutie als een verdere transformatie van onze nu al digitaal te noemen samenlevingen. Zij vormen echter ook een zwaarwegend risico voor onze rechten en vrijheden. Om beleid te kunnen voeren moet de overheid natuurlijk kunnen beschikken over toegang tot gegevens over tal van aspecten van ons leven (gezondheid, gezin, huisvesting, financiële situatie, enz.). Daartegenover staat de duidelijke verplichting opgelegd door de Europese Unie om in elke Lid-Staat een onafhankelijke gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) op te richten. Sinds haar oprichting hebben de Belgische beleidsmakers echter nooit opgehouden deze "onafhankelijke" autoriteit te controleren, te omzeilen, af te wijken van haar aanbevelingen of ze te negeren. De alarmsignalen zijn de laatste tijd nog sterk toegenomen.
Wij willen er drie uitlichten.
- De gegevensbeschermingsautoriteit heeft tot taak de overheid te controleren. De overheid moet er dus voor zorgen dat ze niet wordt geïnfiltreerd door leden die onder invloed van diezelfde overheid staan. Dit is echter niet het geval. Zo is het hoofd van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het Platform eHealth, twee instellingen die de grote databanken in de twee grootste sectoren van het land moeten beheren, ook lid van het kenniscentrum van de GBA. De Europese Commissie heeft België al aangemaand de situatie uiterlijk vandaag te regulariseren. Maar de overheid heeft geen effectieve stappen ondernomen om aan deze specifieke eis te voldoen. Het risico is groot dat België hiervoor binnenkort voor het Europees Hof van Justitie wordt gedaagd.
- Bij de voorbereiding van elke wet- of regelgevende maatregel die de verwerking van persoonsgegevens voorziet moet de gegevensbeschermingsautoriteit verplicht worden geraadpleegd. Doel van deze verplichting is ervoor te zorgen dat ontwerpteksten "gescand" kunnen worden door een gespecialiseerde autoriteit, die publiekelijk kan waarschuwen voor de gevaren van bepaalde beoogde maatregelen. Ondanks een uitdrukkelijke aanmaning van de Raad van State heeft de overheid de GBA niet geraadpleegd toen het Covid Safe Ticket tot het gehele land werd uitgebreid. Hierover is een klacht ingediend bij de Europese Commissie.
- De gegevensbeschermingsautoriteit werkt niet naar behoren. Eén van de haar directrices, verantwoordelijk voor het kenniscentrum, heeft onlangs ontslag genomen omdat zij haar werk niet meer kon doen door het gebrek aan onafhankelijkheid van sommige van haar leden.Bovendien, onthulde Le Soir dat twee andere directeurs - waarvan één ook al herhaaldelijk had gewezen op het dysfunctioneren van de GBA - het voorwerp zijn van een ontslagprocedurevoor redenen die niet publiek gekend zijn, en dit op de dag dat België verondersteld was een Europese richtlijn ter bescherming van klokkenluiders te hebben omgezet in nationale wetgeving. Indien de Kamer van Volksvertegenwoordigers de mandaten van de directeurs opheft omwille van niet bekendgemaakte redenen die niets met hun onafhankelijkheid te maken hebben, dan zou dit alleen maar leiden tot een vergroting van de niet-onafhankelijkheid van de GBA in plaats van een oplossing dichterbij te brengen. Bovendien wordt deze quasi-gerechtelijke procedure achter gesloten deuren gevoerd, wat ook ernstige vragen oproept met betrekking tot de rechten van de verdediging.
Kortom, talrijke signalen wijzen niet alleen op een normvervaging, maar ook op een openlijke minachting en flagrante schending van de wet door onze hoogste politieke leiders. Terwijl zij voortdurend oproepen tot gehoorzaamheid van de burgers en eerbiediging van de regels, tonen zij er zelf weinig respect voor en negeren zij de norm in een gebied dat nochtans wordt erkend als zeer gevoelig voor de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers.
Een dergelijk gedrag kan het diepe wantrouwen en de bezorgdheid van de burgers ten aanzien van het overheidsoptreden en de bedreiging van hun grondrecht op bescherming tegen de verwerking van persoonsgegevens, niet zonder reden, alleen maar doen toenemen.
In afwachting van de rechterlijke evaluatie van die schendingen, roepen wij op tot de waakzaamheid van burgers, observatoren en academici. Wij zullen zelf bijzonder waakzaam blijven voor de eerbiediging van de integriteit en de bevoegdheden van de onafhankelijke toezichthoudende gegevensbeschermingsautoriteit, het wegwerken van belangenconflicten binnen haar schoot en de eerbiediging van de regels van het fair trial en de rechten van de verdediging.