Twee dagen na het Feest van de Arbeid, op 3 mei, vindt een andere bijzondere dag plaats, de Internationale Dag van de Persvrijheid. Helaas met maar weinig reden om te feesten en des te meer redenen om de handen uit de mouwen te steken. Want onafhankelijke journalisten en vrije nieuwsmedia zijn op steeds meer plaatsen volstrekt ongewenst.

Dit stuk verscheen eerder op tijd.be. Auteor: Caroline Pauwels, voormalig rector van de Vrije Universiteit Brussel. 

In onze gepolariseerde democratieën richt een deel van de bevolking zich op steeds agressievere manier tegen de vertegenwoordigers van wat ze als regimemedia afschilderen, maar dat is nog niets vergeleken bij de gevaren die journalisten moeten trotseren in autocratische landen en dictaturen wereldwijd. Ook in Europa. De oorlog in Oekraïne en het beklemmende patriottische discours van agressor Rusland maakt dit pijnlijk duidelijk. Het eerste slachtoffer is bekend: de waarheid. Wie is er bang van de waarheid? Doorgaans zijn dat degenen die in een leugen leven. Poetin, Loekasjenko, Duterte, de lijst van leiders die bij voorkeur hun eigen waarheid fabriceren, is lang. En de nood aan kritische en vooral moedige journalisten om leugens te ontmaskeren, is groter dan ooit. Net als de nood om ze te ondersteunen.

We hebben meer dan ooit kritische en moedige journalisten nodig om leugens te ontmaskeren. 

Dat is exact de reden waarom we intussen zeven jaar geleden, op 3 mei 2015, van start zijn gegaan met Difference Day, een jaarlijks internationaal evenement in het teken van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting in de Brusselse Bozar. In 2015 hadden we de aanslagen op Charlie Hebdo al gehad, veel ander onheil was nog onderweg. Op die eerste editie reikten de universiteiten VUB en ULB hun eerste Difference Day Honorary Title for Freedom of Expression uit aan Raif Badawi, de Saudische liberale blogger die veroordeeld was tot 1000 zweepslagen en een jarenlange gevangenisstraf. Als medeoprichter van Difference Day vond ik het ontzettend belangrijk om journalisten, schrijvers of organisaties te eren. Ik heb dat ingezien in de jaren 90 op het congres van de World Association of Newspapers and News Publishers, dat zowaar in Moskou plaatsvond. Ze reikten er de Golden Pen of Freedom Award uit aan de Chinese journalist en schrijver Shi Tao. De laureaat zat in de gevangenis, het was zijn oude moeder die de prijs in ontvangst kwam nemen. Ze zei dat ze tot nu toe alleen maar gedacht had dat haar zoon een crimineel was.  “En nu zie ik dat dat niet waar is. Nu zie ik dat hij goed werk doet.” En ze begon te wenen. Dat was een kippenvelmoment. En een belangrijke les. Door een prijs toe te kennen maak je duidelijk dat bijvoorbeeld Raif Badawi en alle anderen die na hem een Honorary Title kregen, aan de goede kant van de geschiedenis staan. 

Volgende week reiken we opnieuw fysiek prijzen uit, na twee online corona-edities. Een Difference Day in het teken van ‘evidence’. Wat zijn de feiten? Waar is het bewijs? Hoe komen we in de buurt van de waarheid? Het antwoord vormt de essentie van onafhankelijke journalistiek. We reiken onze Honorary Title for Freedom of Expression uit aan twee organisaties: de Belarusian Association of Journalists, die met Loekasjenko met een kleine maar niet minder meedogenloze versie van Poetin af te rekenen heeft, en The Fix, een internationale organisatie die op alle mogelijke manieren steun verleent aan Oekraïense journalisten en hun nieuwsmedia. Laten we alvast hopen dat de Internationale Dag van de Persvrijheid volgend jaar op 3 mei terug wat meer feest en minder tragedie zal zijn.