Chris Vandenberghe haalt herinneringen op aan haar studententijd.

1e kan Scheikunde. Eerste les fysica. Wij, groentjes, zien een man in jeans en sandalen het leslokaal binnenkomen en het bord schoonmaken. Dat zou wel zeker de amanuensis zijn, want proffen hebben kostuums of zo en zijn niet zo discreet.

Mis poes. Het WAS de prof. En het was niet minder dan prof Jean Jeener, de bezielende prof in wiens lessen men vergat nota te nemen, zo interessant waren ze. Beeld U dat in: lessen fysica die men met open mond volgt.

 

De VUB "zat" nog in de ULB gebouwen op de Solbosch. Het was lente 70 toen ik vanuit het restaurant de rook zag opstijgen uit de brandende labo's scheikunde aan de overkant van de Paul Hegerlaan. Ik zou spoedig mijn taak opnemen als assistent bij Prof L. Van Hove, die Algemene Scheikunde gaf aan eerstejaarsstudenten uit verschillende richtingen, zoals geneeskunde, farmacie, tandheelkunde, etc.

De studenten moesten een belangrijk aantal uren laboratoriumervaring meemaken, maar die labo's waren er niet meer. Eerst heeft COOVI-CERIA ons dan een tijdje zijn labo's ter beschikking gesteld, en daarna zijn we naar Leuven (jaja, Leuven) getrokken. Dat ging per bus, en ik veronderstel dat dat bij veel studenteneen schoolreisgevoel gaf. In Leuven werden we erg hartelijk onvangen en de amanuensis was er enorm hulpvaardig.

Maar in deze noodsituatie hadden de studenten geen halve dag, dan wel een ganse dag labo, met natuurlijk een middagpauze om hen toe te laten te eten. De studenten vonden dat uiterst plezant met als gevolg dat de assistenten 's namiddags op zoektocht moesten gaan in de café's rond de Naamsestraat, wilden ze nog studenten hebben in de namiddag.

 

We zaten in de 1e licentie scheikunde. Mijn toenmalige vriend en studiegenoot Marc wilde een vraag stellen aan een van onze proffen, laat ons hem P noemen. Daartoe begaf hij zich naar het 10 verdiepingen tellende gebouw "De Math et Physique", op de site van de ULB waar de prof zijn bureau had. Dat was vóór de splitsing.

Hij vond dat bureau niet onmiddelijk en vroeg aan een dame die hij daar tegenkwam naar het bureau van prof. P.  "Ja, maar dewelke van de twee?" vroeg die dame. Er waren dus blijkbaar twee proffen P. "Oh," zei  Marc, "de lelijkste." "Dat is mijn man," was het antwoord.