Covid-19 zorgt momenteel voor een hoge tol in de woonzorgcentra. Enerzijds was dat te verwachten: oudere personen zijn nu eenmaal vatbaarder voor het virus en kwetsbaarder voor de complicaties. Toch werd iedereen, van de overheid tot het personeel in de centra, verrast door de felheid waarmee het coronavirus huis houdt in de centra. “Het legt helaas op een vreselijke wijze de vinger in de wonde van het huidig beleid. Er is meer dan ooit nood aan van een sterker active & healthy ageing beleid, met mensen aan het roer die weten wat ouder worden precies inhoudt,” zeggen de professoren Geerts, Devroey en Bautmans. Zij zijn allen betrokken bij de opleiding ‘Master in de Gerontologie’ van de VUB.

We mogen met zijn allen terecht trots zijn op alle zorgverstrekkers die in de ouderenzorg momenteel in de vuurlinie staan: het zijn helden, zonder meer. Het applaus dat overal te lande voor hen weerklinkt, is meer dan terecht. We doen eraan mee.  Tegelijkertijd rept iedereen zich nu om luidkeels te roepen dat de woonzorgcentra al jaren verwaarloosd. Ja juist. We doen eraan mee. Maar het probleem reikt verder.

Er bestaat in Vlaanderen een heel netwerk van ouderenvoorzieningen. Daarvan zijn de woonzorgcentra een essentieel onderdeel. Maar ze zijn lang niet de enige voorzieningen om onze senioren tot op hoge leeftijd te laten genieten van een kwaliteitsleven. En voor een goede levenskwaliteit is een volwaardige keten aan voorzieningen wel noodzakelijk. Daar stelt zich een probleem: want er ontbreken schakels in de keten. Enkele voorbeelden.

Zo dringen we er vanuit de Vrije Universiteit Brussel al een tijd op aan om extra werk te maken van lokale dienstencentra. Nogal wat Vlaamse steden en gemeenten hebben er helemaal geen. Nochtans weten we vanuit ons academisch onderzoek aan de VUB dat deze werkvorm cruciaal is als eerste schakel in de ketting van voorzieningen. Een andere bevinding van ons academisch onderzoek naar het verouderingsproces betreft het belang van seniorenverenigingen. Die bereiken via hun activiteiten ouderen die niemand anders bereikt en vormen zo een onschatbaar preventiemiddel. Ook daar dringt een doorgedreven valorisatie zich op.

In de VUB - masteropleiding Management, Zorg en Beleid in de Gerontologie – overigens de enige universitaire opleiding in haar soort in Vlaanderen trachten we de studenten mee te geven, dat de woonkwaliteit en ‘de zorg op maat’ zorgen voor een cruciale bijdrage in de levenskwaliteit van oudere personen. Veel overtuiging hebben we daarvoor niet nodig: de meeste van onze studenten zijn werkstudenten die naast hun studies al werkzaam zijn in de ouderenzorg, de gezondheidszorg of het ouderenbeleid. Zij ervaren van dichtbij de nood en het tekort aan handen op het werkveld. En dit op diverse fronten. Met onze studenten werken we daarom bijvoorbeeld trajecten uit om van onze steden en gemeentes echte ‘leeftijdsvriendelijke’ age forward environments te maken.  Omgeving die een actief en gezond ouder worden faciliteren en mogelijk maken.

De realiteit is niet dat het ons ontbreekt aan de wetenschappelijke onderbouw om op alle fronten een active & healthy ageing beleid uit te rollen. Wel dat het ons momenteel daarvoor nog ontbreekt aan een toereikende ondersteunende en emancipatorische context – lees aan een pro-actief ouderenbeleid-.

Hoe gezonder onze ouderen zijn, mentaal én fysiek, hoe weerbaarder zij zijn. Hoe beter de infrastructuur en voorzieningen, hoe beter ook hun gezondheid kan gewaarborgd worden.

Momenteel ligt het accent op ad hoc maatregelen om onze ouderen in de woonzorgcentra zo goed mogelijk te beschermen tegen het coronavirus, of om ze bij te staan wanneer ze besmet zijn. Heel wat van onze studenten helpen daar trouwens bij. Maar eenmaal voorbij, moet deze vreselijke beproeving toch ook het startschot zijn voor een sterker en duurzamer active & healthy ageing beleid.  De erkenning van de beroepstitel gerontoloog zou al een mooie start kunnen zijn. Masters in de gerontologie zijn immers professionals die mee aan het roer kunnen staan met een goed overzicht van wat ouder worden precies inhoudt, die de opportuniteiten en noden gekoppeld aan de vergrijzing kennen en die ook zicht hebben op de noden van het verzorgend personeel.  Ze kunnen mee instaan voor een gecoördineerd beleid waarbij die noodzakelijke schakel aan voorzieningen wordt uitgebouwd.

Dit zijn de basisvoorwaarden om een relevant en duurzaam ouderenbeleid uit te rollen. Het blijft veelal bij steekvlampolitiek en acties wanneer het al veel te laat is. Als universiteit blijven wij daarom op de barricades staan om actie te voeren voor een volwaardig ouderenbeleid. Een beleid waar activering en zorg hand in hand gaan.

Wij hopen het alvast uit de grond van ons VUB- hart voor alle ouderen in Vlaanderen.

Christel Geerts, VUB-professor gerontologie. Zij geeft les in de opleiding Master in Science in Management, Zorg en Beleid in de Gerontologie, de enige opleiding in Vlaanderen die het verouderingsproces academisch bestudeert. De opleiding streeft ernaar de professionele en kwalitatieve ouderenzorg aan te vullen met kennis van zaken op het vlak van ouderdomsprocessen (bio-psycho-sociaal), wetgeving, beleid en management. De meeste studenten zijn werkstudenten die naast hun opleiding al werkzaam zijn in de ouderenzorg/beleid en gezondheidszorg.

Dirk Devroey: voorzitter VUB-huisartsengeneeskunde

Ivan Bautmans, VUB-professor gerontologie is hoogleraar en voorzitter van de vakgroep Gerontologie aan de Vrije Universiteit Brussel.