(Op de foto: Arthur Meul)

De wereld heeft je nodig. En je ideeën. Die oproep is niet voorbijgegaan aan de studenten die dit jaar opteerden voor het keuzevak Redelijk Eigenzinnig. Het resulteerde in enkele knappe opiniestukken over actuele problemen. Omdat Poincaré – lees: de kritische, vrij denkende geest - behoort tot de zes P’s die de VUB en haar community mee helpt waar te maken, publiceren we hier, op VUB Today, een aantal opiniestukken. Hieronder dat van Arthur Meul, die in de coronacrisis een kantelmoment ziet om de digitale kloof te dichten. 

De coronacrisis heeft verregaande gevolgen op de samenleving, waarbij bijvoorbeeld de ongelijkheid, die er voorheen al was, groter én zichtbaarder werd. Daarnaast werd ook de digitale kloof zichtbaar, door bijvoorbeeld afstandsonderwijs. En hoewel er tal van initiatieven bestaan, blijkt het uitdagend om deze digitale kloof te verkleinen. In dit opiniestuk wordt geargumenteerd om de coronacrisis als kantelmoment te gebruiken om de digitale kloof te dichten, met aandacht voor digitale competenties, ook op lange termijn.   

Stijging ongelijkheid door de coronacrisis 

De samenleving werd op een ongelijke manier getroffen, zoals bleek uit het recente Oxfam-rapport, dat Covid-19 bestempeld als the inequality virus. Volgens dit ongelijkheidsrapport steeg ongelijkheid dan ook in nagenoeg elk land ter wereld. Maar ook de mortaliteitscijfers zijn scheef verdeeld, aangezien datzelfde rapport vermeld dat de kans om te overlijden van Covid-19 groter is indien je arm bent. De cijfers in België hieromtrent zijn schrijnend: het corona-sterftecijfer bij mannen (40-65 jaar) uit de armste bevolkingsgroep ligt vijf keer hoger dan mannen uit de hoogste inkomensklasse (top 10%-verdieners) (zie De Rijke, 2021).  

Econoom Decoster, verbonden aan de KUL, vat dit mooi samen: “Het coronavirus treft iedereen, maar niet iedereen wordt in gelijke mate getroffen.” (zie Pironet, 2020). Dit illustreert nogmaals dat de coronacrisis dus heel wat nefaste, diepgaande en ongelijke gevolgen heeft. Maar naast het versterken van bestaande ongelijkheden kwam tijdens de coronacrisis het digitaliseringsproces in een stroomversnelling, waarbij de digitale kloof ook duidelijker werd blootgelegd.   

Digitalisering & de Digitale Kloof

Digitalisering is uiteraard al langer gaande dan vandaag, maar komt momenteel wel in een stroomversnelling terecht. Digitale webshops, videomeetings, telewerken en afstandsonderwijs zijn hier voorbeelden van. 

Na de getuigenis van Dylan bij de publieke omroep werd de financiële impact van de coronacrisis duidelijk, maar ook het gevolg van afstandsonderwijs: door een verouderde en trage computer liep de jongen uit een kansarm gezin een leerachterstand op. 

Maar ook andere gevolgen van digitalisering kunnen opgemerkt worden, zoals de sluiting van NMBS-loketten doordat onder andere meer mensen online een ticket aankopen. En dit terwijl heel wat mensen, die wel redelijk overweg kunnen met een computer, toch moeite hebben met het online aankopen van een ticket (zie Verhaeghe, 2021). Ook in de Vlaamse beleidsnota wordt geopteerd voor een uitgebreide digitalisering van alle diensten, aangezien digitalisering de weg naar meer welvaart is, en dit terwijl nog heel wat mensen de digitale know how niet bezitten. 

Een digitale kloof kan dus wel degelijk opgemerkt worden. Cijfers hieromtrent worden gepubliceerd in de Digitale Barometer, waarbij in het meest recente rapport het duidelijk werd dat maar liefst 10% van de Belgische bevolking, 650.000 huishoudens, niet over een internetverbinding beschikt. Cijfers binnen de categorie van gezinnen met een laag inkomen schets nog een onthutsender beeld: 30% beschikt niet over een internetverbinding. Dit cijfer vertoont de grootste ongelijkheid in vergelijking tot buurlanden of het Europees gemiddelde. 

Maar de digitale kloof gaat niet enkel over toegang, maar ook over digitale competenties en het gebruik van essentiële diensten. Hierbij blijkt uit de Digitale Barometer (2020) dat 40% van de bevolking digitaal kwetsbaar is, indien er gekeken wordt naar digitale competenties. Binnen de groep van laaggeschoolden en lage inkomens stijgt deze kwetsbaarheid zelf tot 75%. Ook werd door deze groep aanzienlijk minder gebruik gemaakt van online diensten zoals webwinkels of overheidsdiensten. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gaan over online sollicitaties of online aanvragen van financiële tegemoetkomingen. Dit rapport is dan ook van oordeel dat de voordelen verbonden aan digitalisering vooral ten bate is van de bevoordeelde groepen in onze samenleving. Samenvattend kan opgemerkt worden dat de digitale kloof meerdere dimensies heeft.

Beloftevolle initiatieven

Een kanttekening dat hierbij dient gemaakt te worden, is dat deze cijfers van voor de coronacrisis dateren. De coronacrisis had mogelijks een, al dan niet tijdelijke, positieve wijzigende invloed op bijvoorbeeld toegang tot internetdiensten. Zo introduceerde Telenet het initiatief om internet aan kwetsbare groepen aan te bieden voor een lage prijs. 

Er kunnen dus heel wat bemoedigende initiatieven opgemerkt worden, zowel vanuit de overheid als organisaties, die alleen maar aangemoedigd kunnen worden. Zo investeert de federale regering 6 miljoen euro om de digitale kloof te dichten of belooft minister Weyts een laptop voor elk kind vanaf het vijfde leerjaar. Vlaanderen lanceert ook een “digibuddies”-project en investeert 50 miljoen euro, waarvan er 30 miljoen euro naar internettoegang en 20 miljoen euro naar de ontwikkeling van digitale vaardigheden gaat. 

Ook zijn tal van organisaties betrokken bij de het dichten van de digitale kloof, zoals Beego die kwetsbare doelgroepen verder helpt met hun problemen. Of Circular.Brussels, die gedurende de coronacrisis maar liefst 2000 laptops verdeelde onder scholen en OCMW’s. Ook verschenen recentelijk beloftevolle opiniestukken of resoluties. Zo hebben de Belgische ombudsmannen de resolutie aangenomen om internettoegang te behandelen als basisbehoefte, aangezien dit een sociale noodzaak is geworden in het dagdagelijks leven.

Maar ook de open brief van de taskforce e-inclusie hamerde nogmaals op het feit dat niemand achterwege mag blijven door de digitaliseringsgolf. Zij ijveren voor internettoegang, de aanscherping van digitale vaardigheden, alternatieven voor online dienstverlening en een minimale fysieke dienstverlening. 

Er zijn dus heel wat beloftevolle initiatieven, maar de digitale kloof blijft groot in vergelijking tot de buurlanden, en dit terwijl België gekenmerkt wordt door een relatief lage ongelijkheid. Ook staat het wegwerken van de digitale kloof al meer dan een decennium op de politieke agenda (zie Moreas & Pickery, 2011). Er is dus heel wat ongelijkheid en verschillen op vlak van digitale kennis en competentie, alsook de toegang zelf tot het internet. Toegang tot internet is de eerste stap, maar het is wenselijk dat het debat hier zich niet enkel op toespitst. Het aandeel dat digitaal kwetsbaar is, ligt dan ook vele malen hoger dan het aandeel dat geen toegang heeft tot het internet. Initiatieven zoals Beego, die digitale skills willen verbeteren, zijn echter nog niet aanwezig in Brussel of Wallonië, alhoewel deze uitbreiding nog zal plaatsvinden.

Een kans om aan te grijpen 

Laten we dit moment aangrijpen om een versnelling hoger te schakelen om de digitale kloof te dichten, met een focus op de ontwikkeling van digitale competenties om zo het gebruik van essentiële diensten beter te garanderen. Essentiële diensten, zoals de online inschrijvingen (voor bijvoorbeeld een school) of het aanvragen van financiële tegemoetkomingen zijn dan ook broodnodig voor de kwetsbaren in onze samenleving. Het betekent echter niet dat hiermee een fysieke dienstverlening afgeschaft moet worden, aangezien dergelijke dienstverlening wenselijk is om te garanderen dat niemand wordt uitgesloten. 

Uit de Digitale Barometer blijkt dat digitale vaardigheden voortdurend bijgewerkt moeten worden door de snel evoluerende toepassingen en innovaties. Hierbij is het dus zeer belangrijk dat de visie voor het wegwerken van de digitale kloof zich ook moet richten op de lange termijn. Het is zeer wenselijk dat de initiatieven geïntroduceerd tijdens de coronacrisis, zoals het goedkopere internetabonnement of de verdeling van computers, ook verdergezet worden. Hopelijk zal de (verhoogde) aandacht voor de digitale kloof niet van korte duur blijken. Kortom, de gewenste inspanningen zullen dus ook op lange termijn moeten plaatsvinden.

De coronacrisis maakt armoede, kwetsbaarheid en ongelijkheid zichtbaarder, en vergrote deze ook.  De digitale kloof kwam tevens naar de voorgrond, doordat er massaal werd ingezet op digitalisering, gaande van afstandsonderwijs tot online dienstverlening. Hoewel het wegwerken van de digitale kloof al lang op de politieke agenda staat en blijkbaar een werk van lange adem is, is het mogelijks belangrijker dan ooit om deze kloof te dichten om verdere ongelijkheid tegen te gaan. Het garanderen van internettoegang is belangrijk, maar niet de wonderoplossing.

Laten we dus de coronacrisis gebruiken als katalysator om ook de digitale kennis en competenties van kwetsbare groepen aanzienlijk te verbeteren, met het oog op het vermijden van sociale, maatschappelijke en economische uitsluiting. Het is belangrijk dat het beleid hieromtrent duurzaam is en zich ook toespitst op de lange termijn, aangezien het aanscherpen van vaardigheden een voortdurende vereiste zal zijn in de toekomst.