Dit artikel verscheen eerder op demens.nu.
 

De euthanasiewet speelde een belangrijke rol in het doorbreken van het taboe rond het levenseinde. Er kwam hierdoor ook meer aandacht voor de rechten van de patiënt en de nood aan een goed uitgebouwde palliatieve zorg. Dankzij deze wet kunnen mensen bij het levenseinde hun eigen beslissing tot euthanasie nemen wanneer voor hen het lijden ondraaglijk wordt. Op het ethisch vlak staan we hierdoor op eenzame hoogte. We zijn één van de weinige landen in de wereld die euthanasie legaliseerden.
 

In de Benelux ging Nederland ons vooraf en volgde het Groothertogdom Luxemburg na ons. Canada voerde in 2016 ook een wetgeving in die euthanasie mogelijk maakt. In de totstandkoming van deze wet werden ook Belgische experten rond het levenseinde gehoord en was onze wetgeving een voorbeeld.
 
Compromistekst
De wet van 2002 laat, mits het volgen van een aantal strikte zorgvuldigheidsvoorwaarden, toe om euthanasie uit te voeren. Deze wet was een compromistekst. Vanuit de praktijk werden inmiddels een aantal punten ter verbetering gesignaleerd: de mogelijkheid voor minderjarigen om euthanasie te vragen, de mogelijkheid van euthanasie bij verworven wilsonbekwaamheid (dementie en hersentumor), de doorverwijsplicht van de arts die weigert euthanasie uit te voeren, de weigering van verzorgingsinstellingen, de geldigheidsduur van de wilsverklaring.
 
De wetswijziging van 2014 maakte euthanasie toegankelijk voor minderjarigen. Positief is dat onze wet toelaat dat mensen die ondraaglijk psychisch lijden omwille van een psychiatrische aandoening ook euthanasie kunnen vragen. Deze vragen worden zeer nauwgezet behandeld, waarbij steeds gekeken wordt of er nog een therapiemogelijkheid bestaat. Tegenstanders van de wet zouden dit willen terugschroeven en beweren dat psychiatrische patiënten nooit uitbehandeld zijn.
 
Recent kwam het positieve nieuws dat de Broeders van Liefde euthanasie niet meer totaal verbieden binnen de muren van hun instellingen. Hun protocol verzwaart echter de voorwaarden van de euthanasiewet. Het is dan ook de vraag hoe het in de praktijk zal verlopen. Dit protocol impliceert echter dat ook psychiatrische patiënten palliatief en uitbehandeld kunnen zijn.
 
Problemen
Anno 2017 worden mensen nog steeds geconfronteerd met problemen in de praktijk. Zo weigeren artsen euthanasie uit te voeren, wat hun recht is, maar verwijzen ze niet door, wat hun plicht is. Verzorgingsinstellingen leggen bijkomende voorwaarden op voor de uitvoering van euthanasie of weigeren dat het binnen hun muren gebeurt.
 
Dit is des te schrijnender wanneer dit in een woonzorgcentrum gebeurt. Dat vormt eigenlijk de thuissituatie van de bejaarde. Zo dienden kinderen een klacht in bij de rechtbank omdat door de instelling Sint-Augustinus in Diest de euthanasie van hun moeder door haar huisarts geweigerd werd in 2011. Positief is dat de burgerlijke rechtbank de directie van de instelling veroordeelde voor de weigering van euthanasie in hun woonzorgcentrum. Het vonnis stelt dat het rusthuis niet het recht had om de euthanasie te weigeren op basis van gewetensbezwaren. Alleen een geneesheer kan gewetensbezwaren inroepen, een instelling niet!
 
Transparantie
Op 11 mei 2017 organiseerde Jean-Jacques De Gucht in het Parlement een symposium naar aanleiding van 15 jaar euthanasie. De voorgestelde cijfers tijdens dit symposium toonden aan dat er geen sprake is van een hellend vlak. De vraag werd gesteld om de verschillende medische beslissingen bij het levenseinde te registreren, in het bijzonder de registratie van de palliatieve sedatie. Bedoeling is om meer transparantie te krijgen bij de toepassing ervan. Zo registreert men binnen het UZ Brussel alle uitgevoerde palliatieve sedaties.
 
Verdere verfijning
Voor de verschillende zorgverstrekkers is er nood aan opleiding rond levenseinde. Zo voorziet het LevensEinde InformatieForum (LEIF) reeds jaren een opleiding voor artsen, verpleegkundigen en andere betrokken hulpverleners (psychologen, moreel consulenten, pastores, maatschappelijk werkers). De Mens.nu nam in 2011 het initiatief tot de oprichting van een leerstoel Waardig Levenseinde aan de Vrije Universiteit Brussel met als titularis Prof. Dr. Wim Distelmans. Het is echter nodig dat in de opleidingen voor de betrokken zorgverleners in alle universiteiten en hogescholen aandacht besteed wordt aan het begeleiden van het levenseinde.
 
De nood aan informatie bij de bevolking blijft hoog, zelfs bij sommige zorgverstrekkers. De overheid kan hier een rol spelen zoals bij de gevoerde campagne rond patiëntenrechten. Tot op heden gebeurde dit door privé-initiatieven zoals LEIF.
 
Tijdens het symposium deed Jean-Jacques De Gucht een oproep naar zijn collega’s politici om het debat rond de verdere verfijning van de euthanasiewet te voeren. De bevolking is vragende partij. Uit een representatief bevolkingsonderzoek eind 2011 in de Benelux uitgevoerd op vraag van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde bleek immers dat 62 procent van de Belgen vond dat euthanasie moet kunnen bij verworven wilsonbekwamen, o.a. dementerenden, mits ze beschikken over een door hen zelf opgestelde voorafgaande wilsverklaring.