De voorbije dagen was een snel oplopende spanning voelbaar tussen (sommige) politici en de wetenschappers die de beste weg door en uit deze coronacrisis zoeken. Commentatoren spreken van ruis tussen wetenschap en politiek. Sommige politici sakkeren inderdaad openlijk dat de virologen ministers zouden zijn geworden, zien hen als een blok aan het been, wijzen op de onderlinge tegenspraak, of verwijten hen mediageil te zijn. Deze groeiende spanning is nodig noch gezond. Een politieke aanval op wetenschappelijk advies is een aanval op de nexus tussen wetenschap en politiek. Laat die nexus nu net de motor zijn die ons door deze crisis moet leiden.

Het klopt, de virologen, epidemiologen en infectiologen zijn deze weken omnipresent. Ze geven duiding tijdens het journaal, zijn niet weg te denken uit de kranten, schuiven aan in praatprogramma’s. Vreemd dat men zich daaraan stoort. Want stel u eens voor dat ze dat niet zouden doen? Miljoenen burgers blijven dan in het ongewisse over de omvang, de impact, de risico’s en het verloop van deze pandemie. De experten moéten duiden, om onderbouwd perspectief te bieden als het kan en te waarschuwen wanneer het moet. Niemand kan hen daarin vervangen.

Vanzelfsprekend evolueren hun standpunten en zijn er al eens inconsistenties. Een nieuw virus geeft maar stapsgewijs zijn geheimen bloot aan de wetenschap. Die wetenschap vormt zich door voortschrijdend inzicht. In normale tijden ontsluit de wetenschap zich pas zodra er een coherent verhaal geschreven is, wanneer er conclusies en oplossingen voorliggen. Maar het verhaal over SARS-CoV-2 en COVID-19 krijgt nog volop vorm. Voor het eerst krijgen zoveel burgers een uniek zicht op de interne keuken van de wetenschap, terwijl ze zich vormt. Ze zien en horen nu hoe ze van dag tot dag evolueert, met successen en tegenslagen, met projecties en noodzakelijke revisies. Dat creëert misschien onrust, maar is geen reden om de adviezen niet te volgen. Want betere ankerpunten zijn er niet.

Een goede wetenschapper weet doorgaans genoeg af van een onderwerp om te weten dat hij of zij veel nog niét weet.

Een goede wetenschapper weet doorgaans genoeg af van een onderwerp om te weten dat hij of zij veel nog niét weet. Dus ja, natuurlijk twijfelen de deskundigen ook al eens over wat de beste aanpak is. Wie dat afdoet als problematisch, heeft weinig begrepen van de complexiteit van deze epidemie en nog minder van de onzekerheid inherent aan wetenschappelijk onderzoek. Wetenschap draait om onzekerheid, want wat zeker is hoeft niet verder onderzocht. Het is precies die onzekerheid die momenteel de wetenschap aan ongeziene snelheid voortstuwt. Bovendien, onzekerheid is iets anders dan onwetendheid. De wetenschappers proberen vanuit kennis en kunde zo adequaat mogelijk de openstaande vragen te beantwoorden, en in het zoeken naar oplossingen meerdere opties op tafel te leggen. Dat is geen probleem, het is veeleer een voorwaarde om tot degelijk beleid te kunnen komen. 

Er bestaat ook een misverstand over de opdeling tussen politiek en wetenschap op het niveau van disciplines. Sommigen denken dat virologen enkel vanuit een enge kijk op de kenmerken van het virus aanbevelingen formuleren, dat epidemiologen enkel begaan zijn met de inperking van de verspreiding in de bevolking. De opdracht van de politici, daarentegen, wordt voorgesteld als het garanderen van voldoende socio-economische stabiliteit. Die misvattingen kristalliseren zich nu uit in het valse dilemma tussen virologie en economie. Alsof we moeten kiezen tussen het bestrijden van de pandemie en het redden van de economie. Dat is niet zo. Het succesvol overwinnen van de pandemie is wellicht onze beste kans om de socio-economische schade in te perken. Wanneer een team van wetenschappers een aanbeveling maakt om het virus in te dijken, is dat dus niet ingegeven vanuit één enge discipline maar vanuit transdisciplinariteit. Deze zal overigens nog toenemen bij het uitwerken van de exitstrategie, die ook door eenzelfde voortschrijdend inzicht vorm zal krijgen.

Wetenschappelijke onzekerheid mag politieke duidelijkheid niet in de weg staan. Precies daarom verdraagt de lijn tussen politiek en wetenschap momenteel niet veel ruis.

We vragen begrip voor de twijfel van de wetenschapper. We hebben begrip voor de lastige klus die de politicus wacht. Want wetenschappelijke onzekerheid mag politieke duidelijkheid niet in de weg staan. Precies daarom verdraagt de lijn tussen politiek en wetenschap momenteel niet veel ruis. Met elk nieuw inzicht verkleint de onzekerheid en groeit de accuraatheid van het wetenschappelijk advies. Met elke inspanning van politieke zijde om dat voortschrijdend inzicht te vatten en goed in te schatten, vergroot de kans op juiste beslissingen. Die symbiose maakt al van bij aanvang het verschil. Toen de wetenschappers op 12 maart eensgezind aan de alarmbel trokken, volgde de dagen nadien de noodzakelijke en dringende kordate politieke actie. Het maakte een wereld van verschil. 

De Jonge Academie startte eerder dit jaar met een Science Meets Parliament programma om het wederzijds vertrouwen tussen beide werelden te vergroten. De initiatiefnemers hadden niet verwacht dat de twee werelden elkaar zo intens zouden ontmoeten, amper enkele maanden later. Want nooit eerder hebben zoveel wetenschappers de politieke beslissingen verdedigd. Nooit eerder hebben zoveel politici de wetenschap omarmd bij het doorvoeren van moeilijke beslissingen. Zij die vandaag de ruis creëren op de lijn tussen wetenschap en politiek, beseffen onvoldoende dat precies het wederzijds vertrouwen de toekomst en de welvaart van ons land zal bepalen.  We moeten de nexus tussen politiek en wetenschap koesteren en versterken. Voor goede oplossingen vandaag, en nog een mooiere toekomst morgen.

De rectoren Luc De Schepper (Universiteit Hasselt), Caroline Pauwels (Vrije Universiteit Brussel), Luc Sels (KU Leuven), Rik Van de Walle (Universiteit Gent), Herman Van Goethem (Universiteit Antwerpen), en de co-voorzitters van de Jonge Academie Vincent Ginis (Vrije Universiteit Brussel) en Sylvia Wenmackers (KU Leuven).