Hoe de ingrijpende uitdagingen van het afgelopen academiejaar onze universiteit transformeert
Het einde van het eerste semester van dit academiejaar nadert. De faculteit Ingenieurswetenschappen aan VUB werpt alvast een voorzichtige terugblik op de impact die de coronacrisis heeft gehad op de organisatie van het hoger onderwijs, op de opleidingen en op studenten.
“Waar fysieke lessen, nauw contact tussen professor en student en een reeks aan labo- en andere praktijklessen schering en inslag waren aan de faculteit, werd dit abrupt stopgezet in maart 2020 als gevolg van een strenge lockdown”, zegt decaan Francis Berghmans, die in dit digitale tijdperk begon aan zijn ambtstermijn als hoofd van de faculteit. “Online onderwijs werd sindsdien de nieuwe norm en bracht een reeks uitdagingen, maar zeker ook opportuniteiten met zich mee. De reeds alom gekende uitdrukking ‘Never waste a good crisis’ werd zo het focuspunt van het nieuw facultair beleid op vlak van onderwijs, studentenondersteuning en algemeen beleid. We mogen onze collega’s van de faculteit hiervoor zeer dankbaar zijn. Zij zijn enorm veerkrachtig omgesprongen met de steeds wijzigende situatie en hebben zich daarbij erg flexibel en creatief opgesteld.”
“Eén van de grote uitdagingen van de crisis in het hoger onderwijs was uiteraard de plotse switch naar het online lesgeven”, vertelt prof. Annick Hubin, voorzitter van de Facultaire Onderwijscommissie en gewezen decaan van de faculteit. “In de faculteit heerst immers al jaren een traditie van lesgeven op basis van een sterke band en nauw contact tussen professor en student. De vrees bestond dat we dit gingen verliezen door om te schakelen naar 100% online onderwijs. Daarnaast is het ook eigen aan onze ingenieursopleidingen dat er heel wat labo, practica en hands-on-projecten verweven zitten in de opleidingsonderdelen, waar niet onmiddellijk een online alternatief voorhanden was.”
“Bovendien bleek niet alleen het fysiek contact bij het lesgeven een belangrijke factor van ons onderwijs, ook het belang van het sociaal contact tussen studenten onderling kon niet onderschat worden.” Daarbij komt volgens prof. Hubin ook nog eens dat de meerderheid van masterstudenten in de faculteit internationale studenten zijn: “Hun sociaal netwerk in Brussel of België is in de regel al minder groot dan dat van de Belgische studenten.” Inspelen op de noden van zowel onderwijzend personeel als studenten werd daarom op de voorgrond geschoven als een topprioriteit in het facultair beleid sinds het tweede semester van vorig academiejaar.
De ommekeer naar het online lesgeven bracht ook een aantal nieuwe voordelen en opportuniteiten aan het licht. Studenten gaven aan zich beter te kunnen voorbereiden op hun examens, bijvoorbeeld omdat ze de lesopnames in hun eigen tijd opnieuw konden bekijken. Er werd een hoger slaagcijfer genoteerd dan het vorige academiejaar en ook het deelnamecijfer steeg.
Na een evaluatie van het tweede semester, besloot de faculteit om het online onderwijs steevast aan te houden tijdens het eerste semester van het huidige academiejaar. De beslissing was vooral gegrond op het feit dat er nog steeds geldende coronamaatregelen van toepassing waren en dat de relatief grote kans op een tweede besmettingsgolf in het land niet te negeren was. Daarnaast anticipeerde de faculteit ook een vertraging van inschrijvingen van een aanzienlijk aantal internationale visumplichtige studenten die wegens de sluiting van de Belgische ambassades hun visumaanvraag nog niet konden opstarten. In het kader van gelijk onderwijs voor iedereen en met oog voor de gezondheidssituatie in België en in de wereld, werd ook het eerste semester van 2020-2021 volledig online georganiseerd.
Het nieuwe normaal in de master fotonica
De volledige omslag naar het digitale was ook een game changer voor de Master of Science in Photonics aan VUB. Dit Engelstalige masterprogramma, dat samen met UGent aangeboden wordt, teerde al voor de coronacrisis op gedeeltelijk digitaal onderwijs. “Omdat we zowel in Brussel als in Gent lessen aanbieden aan onze studenten, kunnen sommige vakken online gevolgd worden vanuit de andere stad”, zegt prof. Heidi Ottevaere, opleidingsdirecteur van het programma. “De stap naar het volledig online lesgeven was voor ons dus iets kleiner, maar daarom niet makkelijker. Ook onze studenten en professoren moesten zich aanpassen aan het nieuwe normaal.”
Die nieuwe situatie bracht een en ander in een stroomversnelling. “Er waren al plannen binnen onze opleiding om een gedeeltelijk online traject aan te bieden voor internationale studenten”, legt Prof. Ottevaere uit. “Het merendeel van onze studenten komt uit het buitenland en zelfs van buiten Europa. Dit zou meer mensen kunnen overtuigen om voor onze ingenieursopleiding te kiezen, niet enkel voor het comfort, maar ook en vooral om financiële redenen. In september beslisten we om het programma gedeeltelijk te hervormen*. De structuur blijft grotendeels dezelfde, maar er zit nu ook een online traject in, waarbij een student het eerste jaar vanuit het thuisland kan volgen en het tweede jaar naar België komt voor het hands-on gedeelte en de masterthesis. Eigenlijk een beetje het omgekeerde van wat de meeste masterstudenten nu doen, die het eerste jaar op de campus verblijven en nadien via internationale mobiliteit (Erasmus+ uitwisseling) een of twee semesters in het buitenland kunnen vertoeven. Binnenlandse en internationale stages in de industrie en bij onderzoekscentra blijven voor iedereen toegankelijk. Online lessen behoren vanaf nu sowieso tot het nieuwe normaal, maar uiteraard kunnen studenten hun volledige masteropleiding nog steeds in Brussel on-campus volgen.”
‘Kracht van de natuur nodig voor goede veranderingen’
Dat deze transitieperiode een unieke kans is, zien ook de kersverse alumni. Zij studeerden afgelopen academiejaar af en zaten dan ook op de eerste rij van deze complete hervorming van offline naar online. Mehdi Feizpour, alumnus van de Master of Science in Photonics, bekijkt het positief: “Ik was extreem blij om na maanden van voorbereiding eindelijk mijn experimenten te kunnen starten. In diezelfde week kregen we helaas te horen dat er een lockdown ingevoerd werd. We werden gedwongen om voor een andere aanpak te kiezen.”
“Het was een ware rollercoaster, maar we hielden de moed erin en probeerden met de beperkingen om te gaan”, blikt Mehdi hoopvol terug. “Ik heb gezien hoe snel mensen zich kunnen aanpassen en hoe ze elkaar helpen in moeilijke tijden. We hebben nieuwe mensen ontmoet en conferenties gevolgd die we anders nooit hadden kunnen meemaken. Alle lessen worden opgenomen en studenten kunnen die op hun eigen tempo herbekijken. Zeker voor mensen wiens Engels minder goed is, is dit handig.”
In juni 2020 kon Mehdi zijn thesis verdedigen tijdens een virtueel mastersymposium. “Het voelde niet zo finaal en zo groots als het zou moeten. Je kon geen oogcontact maken en zag geen reacties. VUB zorgde achteraf wel voor een fantastische diplomauitreiking op de Grote Markt in Brussel. Op het balkon van het Stadhuis werden onze namen afgeroepen. Het was echt een speciaal gevoel om in de geschiedenis van deze universiteit, de faculteit en de stad terecht te komen. Ieder van ons heeft getoond dat we ook in moeilijke tijden sterk en oprecht kunnen blijven. Soms hebben we de kracht van de natuur nodig om goede veranderingen teweeg te brengen.”
“We waarderen enorm hoe onze studenten hiermee zijn omgegaan”, besluit decaan Berghmans. “Het was niet voor alle studenten even makkelijk of moeilijk, maar iedereen heeft er het beste van gemaakt. De wereld heeft ze nu meer dan ooit nodig.”
De Master of Science in Photonics Engineering is een Engelstalig masterprogramma van twee jaar in samenwerking met UGent. Deze opleiding combineert essentiële fotonicavakken met keuzevakken en multidisciplinaire modules. Professionele training in labo’s, focus op ‘entrepreneurship’ en een sterke internationale component, maken onze afgestudeerden erg gegeerd in innovatieve industrieën en onderzoeksdomeinen zoals biotechnologie, gezondheidszorg, groene energie en ICT.
Lees er alles over op www.vub.be/masterphotonics
*Het voorgestelde traject wordt mogelijks nog deels aangepast. Begin 2021 ligt de definitieve structuur van het programma vast.