
‘Wat mannen niet weten... en vrouwen zouden moeten weten.’ In zijn nieuwe boek neemt Prof. Dr. Hendrik Cammu, hoogleraar aan de VUB en verbonden aan het UZ Brussel, ons mee in de wereld van de gynaecologie en gynaecologische kwalen en gaat daarbij geen taboe of problematiek uit de weg.
Wat gaf voor u de doorslag om het boek te schrijven?
Hendrik Cammu: In de eerste plaats wilde ik meer inzicht geven in de meest voorkomende gynaecologische problemen. Ik heb het altijd heel belangrijk gevonden om wetenschap in mensentaal te vertalen. In de tweede plaats wilde ik ook de kennis van mannen hierover opkrikken. Ik heb 41 jaar lang patiënten gezien en vaak hoorden mannen, als ze hun vrouw vergezelden naar de gynaecoloog, het in Keulen donderen. Da’s jammer, want meer kennis en inzicht in mogelijke gynaecologische kwalen zorgt er ook voor dat hij meer steunend en betrokken kan zijn. Dat is geen overbodige luxe als je weet dat bv. 70 à 80 procent van de vrouwen menopauzale klachten krijgt en dat er in Vlaanderen 90.000 dames zijn met endometriose. Om maar te zeggen: het gaat in mijn boek niet om uitzonderlijke klachten, maar om klachten waar heel veel vrouwen, en dus ook onrechtstreeks hun man, vroeg of laat mee te maken krijgen. Kwalen die minder frequent voorkomen dan 1 procent, zijn trouwens niet in het boek opgenomen.
U zag meerdere decennia patiënten, zag u in de loop der jaren mannen méér meekomen naar de gynaecoloog?
Cammu: Eerlijk gezegd niet of amper. Zeker bij routinecontroles waren mannen er zelden bij. Bij een zwangerschap, zwangerschapsproblemen of bij een reëel gynaecologisch probleem dan weer wel.
Uw boek start met the basics: de anatomie van de geslachtsorganen en het verloop van de vrouwelijke cyclus?
Cammu: Klopt. Daarmee start alle kennis. Neem nu het woord ‘vagina’. In de praktijk staat het synoniem met ‘alles wat daar onderaan zit’, terwijl het eigenlijk het buisvormige vrouwelijke geslachtsorgaan is dat de vulva – de uitwendige geslachtsdelen – verbindt met de baarmoederhals. Daar start al vaak de verwarring. Ook over de vrouwelijke cyclus bestaat nog veel onwetendheid. Terwijl die kennis wel nodig is als je bv. het ontstaan van een zwangerschap, maar ook heel wat gynaecologische ziektes zoals onvruchtbaarheid, endometriose of polycystische eierstokken wil begrijpen.
"Anticonceptie is maatwerk. Er bestaat geen one-size-fits-all"
Wat zijn nog altijd de grootste misverstanden als we het over gynaecologie gaat?
Cammu: Ik merk dat er over heel wat zaken nog steeds vrij zwart-wit wordt gedacht. Ik denk bv. aan anticonceptie. Lange tijd was de pil de heilige graal, terwijl anticonceptie maatwerk vereist. Waar heeft een dame het meeste baat bij, rekening houdend met haar voorgeschiedenis, wensen, levensstijl,...? Er zijn natuurlijke anticonceptiemiddelen, en je hebt een ruim aanbod aan hormoon-anticonceptie: gaande van de pil, de vaginale ring, de prikpil, de hormoonspiraal tot de koperspiraal en sterilisatie. En zelfs na een keuze moet die opgevolgd worden. Mensen vergeten vaak dat geneeskunde een vak van trail and error is: lukt het ene niet, dan proberen we iets anders.

Wat weten mannen niet over gynaecologische kwalen..., en zouden vrouwen moeten weten?
Cammu: Hoewel er nu een kleine kentering is: wat een menopauze betekent, hoe ze evolueert, wat er gebeurt met de hormoonproductie en welke de mogelijke gevolgen zijn. Kort door de bocht: mannen zien hun vrouw tijdens de menopauze veranderen en schrikken zich kapot. Vapeurs, vaginale droogte, gewrichtspijn, gewichtstoename, stemmingswisselingen,... Als je dan uitlegt hoe dat precies komt, als je inzicht geeft in mogelijke klachten en remedies, zoals veranderingen in levensstijl, gezonde voeding, en indien nodig medische behandelingen zoals hormoontherapie, dan zie je toch vaak een soort van Aha-erlebnis bij je patiënt. En bij haar man. Verder merk ik dat mannen nog heel onwetend zijn, als het over klachten gaat die gelinkt zijn aan de vrouwelijke anatomie. Bekkenbodemproblemen, verzakkingen van de blaas, incontinentie,... Ik tekende enorm veel tijdens mijn consultaties, en ja, dat helpt. Mannen blijven toch een beetje technisch he. (lacht)
U heeft in het boek in één adem over de loonkloof en de orgasmekloof. Hebben ze überhaupt iets met elkaar te maken?
Cammu: In 2021 verdiende de vrouw in België gemiddeld 5 procent minder per uur dan mannen. Daarmee staat België op een vijfde plaats in Europa (gemiddelde loonkloof 12,7 procent). We horen dus niet bij de slechtste leerlingen van de klas en het gaat bovendien de goede richting uit. Bij werknemers onder de 25 jaar is de loonkloof zelfs onbestaande. Over naar de orgasmekloof. Die verwijst naar het verschil in het aantal keer dat mannen en vrouwen tot een orgasme komen tijdens heteroseks: 19 op de 20 mannen en 13 op de 20 vrouwen. Waarbij nog geen 20 procent van de vrouwen een orgasme bereikt door penetratie. Dat een vrouw het niet zo belangrijk vindt om klaar te komen is onzin. In lesbische relaties is die orgasmekloof ‘maar’ 18 op de 20. Op het eerste gezicht hebben die loon- en orgasmekloof niets met elkaar te maken, en toch... In beide gevallen hebben vrouwen er baat bij om meer voor zichzelf op te komen en dan heb ik het over zowel loononderhandelingen als in bed.
"Moet je een vrouw zijn om een goede gynaecoloog te zijn? Ik vind van niet"
Worden vrouwen vandaag nog steeds stiefmoederlijk behandeld in de medische research?
Cammu: Gelukkig minder dan vroeger, maar het verschil is er nog wel. Er was een tijd waarin medische research op mannen gemakshalve ook gold voor vrouwen en kinderen. Die tijd is gelukkig voorbij. Wél zien we nog een gender bias in de academische wereld. Neem nu het onderzoek naar hartziekten: maar liefst 80 procent van alle wetenschappelijke publicaties wordt nog door mannen geleid. In mijn vak, de gynaecologie, nemen ze 55 procent van de studies voor hun rekening. Gelukkig gaat het geleidelijk aan wel de goede richting uit. Terwijl twintig jaar geleden nog een kwart van de belangrijkste medische onderzoekers een vrouw was, was dat in 2023 40 procent.
Is het extra moeilijk voor een mannelijk gynaecoloog om vrouwelijke gynaecologische klachten en de impact ervan helemaal te vatten?
Cammu: Een vraag waar ik me wel aan verwachtte én de reden waarom ik met wat schroom aan dit boek begonnen ben. Toen ik in 1981 aan de VUB in het UZ Brussel aan mijn opleiding gynaecologie startte, was de gynaecologie/verloskunde een hoofdzakelijk mannelijke aangelegenheid. In UZ Brussel waren we met elf assistenten waaronder vier vrouwen, wat in die tijd uitzonderlijk veel was. Vandaag is dat helemaal anders, en zijn bijna 90 procent van onze assistenten vrouwen. Maar, om nu te stellen dat je een vrouw moet zijn om een goede gynaecoloog te zijn, vind ik niet helemaal terecht. Moet je dan een man zijn om een goede uroloog te zijn? Of moet je zelf kanker hebben gehad om je genoeg te kunnen inleven in de problemen van kankerpatiënten? Ik denk het niet. De meeste dokters maken niet hetzelfde ziektebeeld mee van hun patiënten. Ik beschik wel, en met mij heel veel collega’s, over spiegelneuronen die ervoor zorgen dat ik me allerlei symptomen kan inbeelden en me voldoende kan verplaatsen in de toestand van mijn patiënt. Op termijn zou ik het heel interessant vinden dat men onderzoek doet naar de impact van de vervrouwelijking van ons beroep. Wat verandert er fundamenteel? Neemt men meer tijd voor de patiënt? Worden er meer of minder keizersnedes uitgevoerd? Ik ben oprecht benieuwd naar de resultaten daarvan.
Bio Hendrik Cammu
Prof. Dr. Hendrik Cammu is gynaecoloog, hoogleraar en afdelingshoofd urologie UZ Brussel (sinds 2021 op rust). Werkt momenteel 1 dag/week als enthousiast zij-instromer in het 2de leerjaar van GBS Rode in Meise. Is een gepassioneerd fietser en filmliefhebber.