Tekst Ebe Daems / Foto Saskia Vanderstichele
Twee levensgrote poppen komen met de ferry aan op een Grieks eiland. Terwijl de poppen enkele dagen rondhossen op het eiland, vertellen de inwoners over hun zorgen, die ze neerschrijven op keien. Op een avond komen de bewoners van het eiland samen. De poppen zijn vastgebonden. Een eilandbewoner gooit een steen die tegen het oog van een pop vliegt. Zijn oogbol hangt nu uit de kas. Het regent stenen op de poppen, die steeds verder aftakelen onder het geweld. Wanneer de eilandbewoners in een stoet weer vertrekken, worden de poppen verbrand.
Het bovenstaande gebeurt in de kortfilm ‘Pharmakos’ van kunstenares Laura Vandewynckel (1986) die aan de VUB een doctoraat in de kunsten doet: “Ik heb me gebaseerd op een zondebokritueel uit het oude Griekenland, waar in het kader van het oogstfeest twee mensen uitgekozen werden. Een jaar lang werden ze goed verzorgd, om dan uiteindelijk in een uitgebreid ritueel buiten de stadsmuren geslagen en verbrand te worden”, zegt Laura. Dat uitdrijven van de zondebok moest de samenleving behoeden voor onheil.
De onschuldige pop als zondebok
‘Pharmakos’ is een voorstudie voor Laura’s doctoraat, waarin ze onderzoekt of poppen en robots een trigger kunnen zijn voor sociale verandering. Daarvoor zal ze op drie verschillende locaties - in Ieper, op het Griekse eiland Sifnos en op het Braziliaanse eiland Itaparica - plaatselijke zondebokmythes re-enacten en verfilmen met lokale inwoners.
Het zondebokthema houdt Laura allang bezig: “Ik vind het interessant omdat het universeel is. De schuld op een ander afschuiven doen we allemaal, want dat lucht op. We kunnen er niet goed mee om dat we soms stomme dingen doen en de schuld op onszelf nemen is heel zwaar.” Laura’s interesse voor dat zondebokmechanisme ontstond tijdens een persoonlijke crisis als gevolg van een relatiebreuk: “Jarenlang legde ik de verantwoordelijkheid voor kwesties die ik zelf moest oplossen bij anderen. De zondeboktheorie van antropoloog René Girard heeft me geholpen om dat in te zien. Ik besefte dat ik het heft zelf in handen had en er dus iets aan kon doen. Dat is ontzettend bevrijdend.” [Lees verder onder de foto]
De zondebokken die Laura in het project zal gebruiken, zijn steeds poppen omdat die het makkelijker zouden maken om kritisch na te denken over het zondebokmechanisme. “Als een medemens iets naars overkomt, dan schokt dat ons diep. Maakt een pop hetzelfde door, dan kijken we daar met een grotere afstand naar. Het is tenslotte maar een object. Met die afstand kunnen we veel rationeler over de gebeurtenis nadenken. Tegelijk identificeren we ons ook met de poppen, we geven hen een ziel. Hun pijn komt dan ook harder bij ons aan dan we hadden kunnen vermoeden. We vragen ons af waarom een onschuldige pop geweld wordt aangedaan.” Laura zal onderzoeken of dat medeleven met de pop ons tot denken aanzet en ons gedrag kan beïnvloeden.
Tegenstanders laten communiceren dankzij de pop
In Ieper zal Laura een kattenpop maken als zondebok. Katten werden er in de middeleeuwen namelijk van de toren gegooid omdat ze met heksen en de duivel geassocieerd werden. Op Itaparica zal de pop de vorm aannemen van een paard, want het eiland is vergeven van de zwerfpaarden. Hoewel zo’n paard in het straatbeeld een bevreemdend en sprookjesachtig mooi beeld kan zijn, zijn de paarden ook echt een plaag: “Ze dringen huizen binnen op zoek naar voedsel, schijten overal en er gebeuren dodelijke ongevallen als iemand in het donker tegen zo’n paard aan rijdt. Als de paarden sterven, worden de karkassen ook niet tijdig opgeruimd”, zegt Laura.
“Toch is het op het eerste zicht absurd dat men op een eiland met zoveel problemen de paarden als zulk een prangend probleem ziet. Toen ik er was, viel er op het marktplein een dode bij een afrekening in het drugmilieu, er ligt overal afval en er heerst zware armoede. ls er een probleem is dat wel meevalt, dan zijn het de paarden wel.” Dat de focus zodanig op de paarden ligt, komt volgens Laura omdat de andere problemen van een grotere omvang zijn en tot voorbij het eiland reiken. In vergelijking daarmee zijn de paarden een probleem dat aan te pakken valt. “Voor de mensen daar zou het een mentale troost zijn als de paarden weg zijn. Natuurlijk geloven ze niet dat hun problemen dan zullen verdwijnen, maar het zou wel een teken zijn dat er iets beweegt in een context waar alles op politiek vlak in een impasse zit.” [Lees verder onder de foto]
Onder het bewind van president Bolsonaro liggen politieke thema’s ook gevoelig in Brazilië. In dat klimaat is het paard een veilige casus om rond te werken. Door mensen te laten samenwerken rond de paardenpop als zondebok, hoopt Laura een dialoog op te starten tussen groepen in de samenleving die anders niets met elkaar te maken willen hebben. Zo staan op Itaparica pagodemuzikanten en leden van de Pinksterkerk lijnrecht tegenover elkaar. Pagode is een muziekgenre dat geassocieerd wordt met de verheerlijking van seksisme en geweld. Laura leerde op Itaparica jonge pagodemuzikanten kennen, maar ook mensen van de evangelische Pinksterkerk die in de pagodemuziekscène de belichaming van het kwaad zien. “Doordat het project niet gaat over de problemen die ze onderling hebben, maar over de betekenis en hun interpretatie van het paardenverhaal, hoop ik dat ze in dialoog kunnen gaan.”
De kunstenaar als hedendaagse hofnar
Laura vindt het belangrijk om de zondebokmythe niet enkel in het buitenland te onderzoeken, maar ook op eigen bodem in Ieper: “Wie ben ik tenslotte om als blanke Europeaan in andere landen te gaan kijken wat er daar schort?”, zegt ze. “Toch is het ook een toegevoegde waarde om een deel van het project in het buitenland te doen. Het is namelijk eigen aan het zondebokmechanisme dat we er blind voor zijn in onze eigen omgeving omdat het zodanig ingebakken zit. Door uit je eigen context te stappen en te kijken naar hoe het elders werkt, ga je ook beter begrijpen hoe het in elkaar zit bij jezelf.”
Als we vandaag denken aan de zondebok in onze eigen context, dan is de link met nieuwkomers snel gelegd. “We moeten absoluut de mythe doorprikken van nieuwkomers, maar tegenwoordig ook de cultuursector, als profiteurs”, zegt Laura. “Het zondebokmechanisme kan enkel blijven bestaan op basis van een mythe over de zondebok. Door de mythe te doorprikken, kun je het mechanisme dus doorbreken. Dat zie ik als mijn taak als kunstenaar en als mens.” [Lees verder onder de foto]
Toch wil Laura niet op voorhand vastleggen wie of welke maatschappelijke groep de zondebok symboliseert, want dat zou de discussie bij voorbaat op slot leggen. “Mensen hebben een mening over maatschappelijke groepen en die mening is klaar. Door het op een indirecte, neutrale manier aan te pakken, haal je mensen uit hun gebruikelijke denkkader. Zo kunnen ze een denkoefening maken over welke rol ze zelf spelen in het zondebokmechanisme. Die rol is vaak complex, want mensen kunnen tegelijk dader en slachtoffer zijn.”
Met haar werk hoopt Laura niet enkel mensen met tegengestelde visies samen te brengen, maar ook kunst te maken die een ruim publiek aanspreekt. “We praten als kunstenaars vaak voor mensen uit onze eigen ideologische kringen. Het is de uitdaging om iets te maken dat ook mensen daarbuiten aanspreekt. Zelf richt ik me graag tot mijn familie of de mensen uit mijn geboortestad Poperinge. Ik wil een film maken voor mensen wier taal ik spreek, die ik begrijp, maar met wie ik niet noodzakelijk een mening deel. Ik prijs me soms gelukkig dat mensen mij maar zien als het poppenmeisje dat filmpjes maakt. Vanuit die softe, schijnbaar naïeve manier kan ik makkelijker controversiële onderwerpen aansnijden zonder dat mensen er op voorhand al aanstoot aan nemen.”
Waarom een doctoraat in de kunsten?
“Het laat me toe meer met theorie bezig te zijn en te lezen. Iedereen weet wel wat een zondebok is, maar de literatuur laat toe echt de nuances van het zondebokmechanisme te snappen. Ik wil ook 'Het appel van de ander' van de filosoof Emmanuel Levinas lezen en me in andere aspecten theoretisch verdiepen, bijvoorbeeld de ethiek van de filmmaker. Ik zou dan een stuk willen schrijven met het theoretische kader van mijn grote inspiratiebron René Girard en Levinas.” Verder maakt het doctoraat dat ze meer tijd heeft om aan haar project te besteden. Ze zal nu bijvoorbeeld een jaar lang bezig zijn met het ontwikkelen van de pop en het voorbereiden van het participatief werken. “Op dat vlak is het doctoraat goud waard, want in een echte filmproductie is daar helemaal geen tijd voor.”