VUB-professor Internationale Betrekkingen Jonathan Holslag stelt dat facisme, racisme en supremacisme geen typisch westerse erfzonden zijn. 'Een ravijn van onbegrip drijft het Westen uiteen', stelt Holslag. 

Dit artikel verscheen eerder op knack.be(+). Auteur: Jonathan Holslag, hoogleraar internationale betrekkingen aan de VUB. 

Aan de ene kant staan de zelfverklaarde strijders: de verdedigers van zelfredzaamheid, land en eigenheid. Aan de andere kant staan de zelfverklaarde verzoeners: de hoeders van solidariteit, openheid en verdraagzaamheid. Beide kampen proberen de vraag te beantwoorden hoe we moeten omgaan met een veranderende wereld. Terwijl ze almaar verder van elkaar af gaan staan, verliezen verbindende instellingen zoals de staat en het onderwijs aan aanzien. 

Vooral de strijders op rechts winnen daarbij. Voor het andere kamp is dat een verschrikking. Want is het gedrag van de swastikakladders, de paintballbully's niet verwerpelijk? Hoe dwaas is het barbaarsheid te bestrijden door zelf barbaar te worden, wild om je heen slaand en schreeuwend? Hoe kleinzielig is het te dwepen met de bezetter, met een donkere geschiedenis van dondergoden en oostfronters, zonder de ambitie een waardige toekomst te bouwen voor de volgende generatie? Hoe stompzinnig is het om met een flauw libertarisme het laatste beetje verantwoordelijkheidszin ongedaan te maken? 

Fascisme, racisme en supremacisme zijn geen typisch westerse erfzonde. Die kwalen zijn universeel. 

En toch heeft ook het andere kamp zwaktes. Neem de eenzijdige empathie. Na de terreuraanslagen van 2015 en 2016 voerden veel hoeders van de verdraagzaamheid aan dat we de moslims niet over één kam mochten scheren. Dat we de sociale motieven van de radicalen moesten begrijpen. Dat we hen als slachtoffers van de maatschappij hoorden te zien en ze een tweede kans moesten geven in plaats van hen op te sluiten. Weinig nuance vinden we in dat andere grote debat over extremisme: plots lijken het allemaal verveelde Brasschaattienertjes en verwaande middenklassesupremacisten.

Historische eenzijdigheid is de tweede zwakte van het tolerante kamp. Het geeft vooral af op de brutaliteit van Europa, terwijl in Rusland de totalitaire leider Jozef Stalin openlijk wordt gerehabiliteerd door president Vladimir Poetin. Terwijl de beeltenis van de Chinese revolutionair Mao Zedong nog altijd boven het Plein van de Hemelse Vrede in Peking prijkt. Terwijl er met geen woord gerept wordt over de genocide op de inheemse bevolking door de stichters van het democratische Amerika. De hoeders van de tolerantie herleiden zulke brutaliteit tot een westerse erfzonde die de kop ingedrukt moet worden. Ook die houding delegitimeert hun inspanningen. Fascisme, racisme en supremacisme zijn geen typisch westerse erfzonde. Die kwalen zijn universeel, van alle tijden - en springlevend. 

Op schietkamp bij Poetin-sympathisanten mag niet. Poetin sponsoren met pijpleidingen? Dát wel.

De derde kwetsbaarheid van de toleranten is het gedrag van hun politieke vertegenwoordigers. Neem de recente onthulling dat leden van de extreemrechtse jongerenorganisatie Schild & Vrienden zich op sleeptouw laten nemen door pro-Russische clubjes. Op schietkamp gaan bij Poetin-sympathisanten mag niet, maar Poetin zelf sponsoren met nieuwe pijpleidingen? Dat mag wél. Als kleine garnaal heulen met een gruwelijk totalitair regime uit het verleden: mag niet. Als politicus een hedendaags totalitair regime verrijken: mag wel - want dat heet 'pragmatische samenwerking'. Hoe geloofwaardig is de klaagzang van een politicus over de Shoah als hij tegelijk het de normaalste zaak vindt te investeren in een land dat nog altijd minderheden in kampen stopt? 

Laten we een vierde zwakte toevoegen: de gemakzucht van de diversiteit. De diversiteit vergroten is geen verdienste, zorgen voor harmonie is een verdienste. Het zou de geloofwaardigheid van de verzoeners ten goede komen als ze hun verantwoordelijkheid zouden nemen voor het weinig succesvolle diversiteitsbeleid in het verleden. De segregatie in de scholen en op de werkvloer is de verantwoordelijkheid van centrumpartijen die toen aan de macht waren. Laten we met een schone lei beginnen, zou je dan denken, en leren uit onze fouten. En in het middenveld worden al waardevolle initiatieven genomen. Maar rapporten van bijvoorbeeld de Europese Commissie doen uitschijnen hoe moeilijk ' Wir schaffen das' in de praktijk blijft. Ook dat ondergraaft de geloofwaardigheid van de toleranten. 

Sommige lezers zullen mijn argumentatie verdacht eenzijdig vinden. Laat ik hen geruststellen: ik voel me niet aangetrokken tot roekeloos nationalisme, racisme en isolationisme. Maar twee dingen zitten me dwars. Als je jezelf op het voetstuk van Verdraagzaamheid en Integriteit plaatst, teken je voor een grotere verantwoordelijkheid. Als je dan eenzijdig verdraagzaam bent, stel je teleur. En wat me ronduit kwaad maakt, is de verheven huichelarij van een aantal van onze nette leiders. De schade daarvan valt met geen enkele verbindende toespraak goed te maken.