Sinds de dag - nu anderhalf jaar geleden - dat ik de diagnose ‘kanker’ kreeg, leef ik met onzekerheden. Over de evolutie van mijn ziekte, over hoe mijn lichaam zal reageren op de behandelingen, over hoe ik mijn job kan blijven doen.

Dit opiniestuk verscheen eerder op tijd.be. Auteur: Caroline Pauwels, rector aan de VUB.

Iedereen die met een ernstige ziekte kampt, kent die onzekerheden. Ze zijn hoogst individueel. Maar nu we een wereldwijde pandemie over ons heen hebben gekregen, zijn gelijkaardige onzekerheden ook een collectieve zaak. We willen weten waar we aan toe zijn. Anders worden we angstig en onrustig.

Toen ik onlangs als risicopatiënt een coronabesmetting opliep en preventief in het UZ Brussel werd opgenomen, was ik er ook niet gerust op. Maar tegelijk besef ik dat zowel individuele als collectieve vragen dikwijls onbeantwoord blijven. Is het daarom niet beter onze houding te veranderen? En te leren leven met het onzekere, met het onbekende?

Evolutiebiologen weten dat mensen millennium na millennium almaar beter zijn geworden in het herkennen van patronen in onze omgeving. Door patronen en regelmatigheden te zien en ernaar te handelen, kregen we greep op het onbekende. We leerden welke planten we konden eten, we begonnen natuurverschijnselen te begrijpen, we ontwikkelden technologieën om onze omgeving naar onze hand te zetten.

Ons leventje verloopt doorgaans in een sfeer van vertrouwen in de dingen. Tot dat vertrouwen plots een schok krijgt. Dat is wat - persoonlijk én maatschappelijk - een crisis tot een crisis maakt: het besef dat we vanaf nu blind varen.

Greep krijgen op het onbekende is wat ook de wetenschap doet. Mythes, verhalen en kunst gaan dan weer over het leven, de liefde en de dood. Ze leren ons omgaan met de existentiële onzekerheden.

Op veel terreinen zijn we er steeds beter in geslaagd onzekerheden onder controle te krijgen en het onbekende te doorgronden. We weten wat donder en bliksem zijn. Als we ziek worden, gaan we naar de dokter. En als onze internetverbinding uitvalt, is er steevast iemand dat snel fikst.

Blind

Ons leventje verloopt doorgaans in een sfeer van vertrouwen in de dingen. Tot dat vertrouwen plots een schok krijgt. Dat is wat - persoonlijk én maatschappelijk - een crisis tot een crisis maakt: het besef dat we vanaf nu blind varen.

Soms weet ook de grootste expert of de meest daadkrachtige politicus even niet meer wat te doen of wat te verwachten. En toch moeten we verder, moeten we een manier vinden om met deze onzekerheden te leven. Maar hoe doe je dat? Wat moet je daarmee in je job, in je bedrijf of organisatie?

Regels, procedures en draaiboeken tekenen doorgaans voor voorspelbaarheid, zekerheid en duidelijkheid. Maar wat als ze niet meer voldoen? En beseffen we wel voldoende dat we in de toekomst eerder veel grotere, dan kleinere onzekerheden voorgeschoteld zullen krijgen? De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk dat hoe complexer de samenleving wordt en hoe meer we in de wereld met elkaar zijn verweven, hoe kwetsbaarder we worden en hoe meer onzekerheden opduiken.

De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk dat hoe complexer de samenleving wordt en hoe meer we in de wereld met elkaar zijn verweven, hoe kwetsbaarder we worden en hoe meer onzekerheden opduiken.

Die toenemende onzekerheden - over gezondheid, maar ook over werk, identiteit, klimaat... -  maken dat nogal wat mensen hun hoop stellen in sterke leiders die eenvoudige oplossingen beloven. Dat is begrijpelijk, maar het zal ons niet verder helpen. Onzekerheid valt niet in een handomdraai uit te bannen. Laten we dus eerder manieren vinden om ermee om te gaan. Ik stel er graag enkele voor.

Vooreerst moeten we af van het idee dat dé experten, dé specialisten en hét beleid het allemaal weten of zouden moeten weten. Het belangrijkste is niet dat ze alle antwoorden kennen, wel dat ze over een goede zoekstrategie beschikken om de juiste antwoorden te vinden.

Bondgenoot

Wetenschappers maken twijfel tot hun bondgenoot. Dat is een houding die ons ook in het dagelijks leven en in de samenleving geen windeieren zou leggen.

Ik heb als universiteitsrector geleerd dat je je niet te veel moet vastpinnen op al te concrete doelen of ambities. Ik geloof veel meer in sturing vanuit waarden. Waarden die je - als je oog in oog staat met het onvoorziene - helpen keuzes te maken en beslissingen te nemen. Weet dus vooral wat je wil worden en wat je niet wil worden. De rest is onzeker en heb je niet in de hand.

Toenemende onzekerheden - over gezondheid, maar ook over werk, identiteit, klimaat... - maken dat nogal wat mensen hun hoop stellen in sterke leiders die eenvoudige oplossingen beloven. Begrijpelijk, maar het zal ons niet verder helpen.

En laat je vooral omringen door mensen die niet hetzelfde denken als jij. Andere meningen doen ertoe. De confrontatie met nieuwe en vaak onverwachte inzichten maakt dat je zelf beter gewapend bent om met onzekerheden om te gaan.

Ik heb de voorbije maanden geleerd dat de muurtjes tussen wat ‘nu eenmaal zo is’ en ‘waarom niet?’ soms een behoorlijk eind kunnen opschuiven. Veel van wat onmogelijk leek, bleek mogelijk. Het is zoals dichter Jozef Deleu schrijft: het vraagt moed om hoopvol te zijn, meer dan om wanhopig te zijn.  

Caroline Pauwels, rector van de VUB