“De toenadering tussen onderwijsinstellingen en het beroepsleven is zeer belangrijk. Ons ‘doelpubliek’, jongeren die een studiekeuze maken, kunnen zich vaak niet voorstellen wat dat beroepsleven echt is. Dus daar moeten we mee aan de slag en dat is niet zo eenvoudig. Ook al omdat jobs tegenwoordig erg veranderen, en in de toekomst zal dat er niet op verbeteren.”
Is er een kloof tussen wat bedrijven verwachten en wat studenten verwachten?
“Het is zeker onze taak om onze studenten een bepaald aantal vaardigheden bij te brengen, maar ik weet niet of wij ze ook absoluut ‘marktklaar’ moeten maken of perfect moeten ‘formatteren’. Ik denk dat bedrijven ook andere zaken verwachten dan perfect geformatteerde mensen: bijvoorbeeld bepaalde problemen zelfstandig oplossen of kritisch denken of zelfs om dat beroepsleven helemaal anders vorm te geven. Maar goed, de dialoog moet wel zeker aan de gang blijven tussen onderwijs en het professionele leven.”
Wat is specifiek de rol van een universiteit?
“Het is voor mij vooral een kwestie van de mogelijkheden te tonen. Hier intern leeft de bezorgdheid dat wij geen ‘vakschool’ mogen worden. Niks mis met nadenken over de beroepsmarkt, maar dat is niet onze taak. Daar zijn andere instellingen beter in. Tegelijk voel je in die roep om vaardigheden ook wel dat je je onderwijsvormen in vraag moet stellen. En daar denken wij zeker graag mee over na. Er zijn al heel wat richtingen waar bijvoorbeeld stages een belangrijk deel van het curriculum zijn, ook al kan dat misschien nog meer gestructureerd worden. Bij de artsen en de leraren zijn stages altijd al een wezenlijk deel van hun opleiding geweest, maar het mag nog breder uitgerold worden. Daarnaast ook bijvoorbeeld lezingen of het meer incorporeren van het beroepenveld. Wij hebben ook ons project ‘Wekonekt.brussels’, waarbij studenten − nog voor ze hun eerste sollicitaties doen − al eens bij bedrijven langs zijn geweest en weten wat daar gebeurt.”
We hebben nu middelen om het onderwijstraject serieus op zijn kop te zetten. Je moet niet alles weggooien, maar je moet ook niet alles doen zoals het altijd al was.
Zijn er al concrete stappen gezet in dat incorporeren?
“Wel, we hebben bijvoorbeeld studenten uit de faculteit Economische Wetenschappen die nu mee zijn op handelsmissie in Colombia. We doen dat al heel lang, elk jaar naar een ander land. Vorig jaar was het bijvoorbeeld Kenia. De studenten bereiden dat een heel jaar voor, ze spreken met ondernemingen, met ambassades, ze maken dossiers op… We willen daar ook onze politicologen en communicatiewetenschappers bij betrekken. En dat werkt heel goed, de studenten zelf vinden het fantastisch om te doen.”
Kunnen ook de humane wetenschappen ervan profiteren? Pakweg Filosofie?
“Ik denk dat het voor alles kan. Met We Connect Brussels proberen we dat ook: studenten moeten van de campus af en de stad in. Idealiter evolueert dat naar iets structureels
waarbij ze bijvoorbeeld een heel semester lang in een bedrijf of organisatie zitten. Voor de politicologen kan dat pakweg in het parlement of in een politieke fractie zijn. En dan
krijgen ze ter plekke ook al eens een les van bijvoorbeeld de voorzitter van het parlement of van de woordvoerder of de fractieleider. Zo krijg je een nieuw pedagogisch concept. De
computerwetenschappers hebben de start-ups hier in Brussel maar voor het uitkiezen. De meteorologen kunnen naar het KMI in Ukkel. Dat kun je voor elke richting organiseren.”
Levenslang leren is iets fantastisch. Alleen moeten we zorgen dat we de curiositeit onderweg niet kwijtraken.
Duaal leren zal uiteindelijk naar levenslang leren evolueren. Dan zal je waarschijnlijk in een later stadium terug met het professionele veld in contact komen?
“Absoluut, en we moeten samen nadenken over hoe we dat doen. Het gaat dus in twee richtingen: vroeg in het beroepstraject zullen wij de brug moeten maken naar de beroepen. En later is het aan hen om de brug naar ons te bouwen. Op termijn zal een diploma een soort van levensgarantie worden, waarbij je regelmatig updates krijgt om verder te kunnen werken. Je ziet duidelijk dat die bruggen in beide richtingen beginnen te lopen, dat duaal leren een soort voorbode wordt van levenslang leren.”
Hoe zie je dit alles in de toekomst evolueren?
“Het zijn in elk geval boeiende tijden (lacht). We hebben nu middelen om heel het onderwijstraject serieus op zijn kop te zetten. Ik vind dat positief. Je moet niet alles weggooien,
maar je moet ook niet altijd alles doen zoals het altijd al was. Levenslang leren is iets fantastisch. Alleen moeten we zorgen dat we de curiositeit onderweg niet kwijtraken. Nu wordt het nog vaak aanzien als iets stresserends. Dat hoeft niet zo te zijn. Leren kan je leven boeiend en verrijkend maken. Dat is de belangrijkste boodschap: levenslang leren moet iets plezants worden.”