Mobiliteit is een grote uitdaging voor het Brusselse grootstedelijke gebied. De grote instroom van pendelaars in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de onderlinge afhankelijkheid tussen het stadscentrum en de periferie voor logistiek en vrachtvervoer tonen aan dat er nood is aan een nieuwe aanpak.
 
Kortetermijnwinsten
Kortetermijnwinsten ziet het onderzoek op volgende plaatsen: De mobiliteitstoestand in de onmiddellijke Brusselse periferie lijdt onder het povere openbaar vervoersaanbod. Lokale verbeteringen, zoals de uitbreiding van bestaande lijnen, de ontwikkeling van speciale sites of de aanleg van fietspaden, zouden de toestand daar aanzienlijk verbeteren. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou dan weer een betere integratie van het bestaande openbaar vervoersaanbod tussen de verschillende exploitanten meer dan een derde van de inwoners in staat stellen zich beter te verplaatsen, zonder dat er een nieuw aanbod moet worden gecreëerd. Er is maar een kleine investering voor nodig.  Ook wat de tariefintegratie van het openbaar vervoer betreft is er op korte termijn aanzienlijke winst mogelijk door het wijzigen van lokale prijslimieten of het uitbreiden van de begunstigden van bestaande geïntegreerde tariefproducten. 
 
Muurvast
Hoewel deze problematiek al meer dan twee decennia onderzocht wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kwam onderzoek met een supragewestelijke aanpak minder aan bod. Brussel mag op het gebied van vervoer echter niet tot zijn administratieve grenzen worden beperkt. Bovendien zijn mobiliteitsvraagstukken gelieerd aan andere grootstedelijke thema's, zoals de financiering van het Gewest, de toegankelijkheid en de maatschappelijke kosten van de toegang tot de stad en de aantrekkelijkheid van de stad, zowel op lokaal, grootstedelijk als mondiaal niveau. Deze nauwe band tussen Brussel en de omliggende ruimten komt ook naar voren in diverse plannings- en politieke kwesties, zoals de uitbreiding van de ring, het Gewestelijk ExpresNet, de planning van nieuwe intergewestelijke tramlijnen, de invoering van een tolsysteem of de aanleg van fietssnelwegen.
 
Het MOBRU-project is gebaseerd op een aanpak in twee stappen. Eerst werd een analyse gemaakt van de stedelijke mobiliteit van Brussel, meer bepaald de toestand van de infrastructuur en het vervoersaanbod, de redenen voor verplaatsing en de geprefereerde vervoerswijzen. Tegelijk werd ook de metropolitane besluitvormingsstructuur bestudeerd en de gevolgen ervan voor het mobiliteitsbeheer. Tot slot werden de grootstedelijke vervoersprojecten toegelicht, evenals de uitdagingen die zij vormen op het gebied van grootstedelijke samenwerking. Zo kregen de onderzoekers een kritisch overzicht van de huidige situatie in Brussel.
 
In een tweede stap werd een nieuwe aanpak ontwikkeld voor de evaluatie van vervoersprojecten in een institutioneel complexe omgeving. Het doel was om elk van de belanghebbenden en hun belangen in kaart te brengen, licht te werpen op de punten van impasse en vooruitgang, en de implementatiescenario's en samenhang tussen de verschillende problematieken te helpen bepalen.
 
Te Boveldt:“Het doel van het onderzoek is om het metropolitane mobiliteitsbeleid vooruit te helpen door de kansen, maar ook de tegenstrijdige belangen van de verschillende belanghebbenden in kaart te brengen. Hiermee willen we een nieuw perspectief bieden op de huidige en de toekomstige mobiliteit in het Brusselse metroolgebied."