Met de bomaanslagen van dinsdag 22 maart daverde niet alleen Brussel op zijn grondvesten. Net als na al die andere bloedige aanslagen in Parijs, Beiroet, Istanboel en andere plaatsen, stond opnieuw de hele wereld even stil.
 
De weerzinwekkende terreurdaden van religieuze fanatici vormen ondertussen een lange, trieste rij en zijn een rechtstreekse oorlogsverklaring aan de waarden die onze maatschappij en onze universiteit zo na aan het hart liggen: verdraagzaamheid, openheid van geest en vrijheid van meningsuiting.
 
In die humanistische waarden schuilt ons ultieme weerwoord tegen al diegenen die een tirannie willen vestigen gebouwd op dogma's, onwetendheid en onderdrukking.
 
Het neemt niet weg dat op de voorbije fatale gitzwarte dinsdag vele honderden mensenlevens geknakt zijn. Ieder slachtoffer is iemands kind, partner, vader of moeder, broer of zus, of een intieme vriend. Het aangebrachte menselijke leed is grenzeloos.
 
Via deze weg wil ik in naam van de hele VUB dan ook mijn diepste medeleven betuigen met alle slachtoffers en hun naasten.
 
Ook bedank ik al onze studenten, medewerkers, onderzoekers en academici voor de sereniteit waarmee ze hebben gereageerd op de turbulente gebeurtenissen en waardoor iedereen in alle veiligheid terug naar huis is kunnen gaan of is kunnen blijven overnachten op een veilige plaats.
 
In het bijzonder wil ik ook hulde brengen aan al het personeel - medisch zowel als niet-medisch - van ons UZ Brussel dat het beste van zichzelf gegeven heeft om de toevloed van gewonden op uitermate professionele wijze en met veel toewijding op te vangen en te verzorgen, ondanks de verbijstering en het afgrijzen waarmee ook zij het nieuws van de aanslagen hebben moeten verwerken.
 
Ik doe mijn hoed af voor hun inzet en dank ze vanuit het diepste van mijn hart voor de onberispelijke manier waarop ze zich in uiterst moeilijke omstandigheden van hun taak gekweten hebben. En ik weet dat ik voor onze hele universitaire gemeenschap spreek.
 
Ik sluit me dan ook volmondig aan bij Marc Noppen, die in naam van het hele directiecomité van UZ Brussel opmerkte dat een dergelijke ramp, hoe betreurenswaardig ook, een gemeenschap als de onze ook dichter bij elkaar brengt.
 
Ter afsluiting wil ik een hoopvol gezegde van Confucius aanhalen dat me heel passend lijkt voor de moeilijke situatie waarin ons land en onze samenleving zich momenteel bevindt: "Onze grootste overwinning is niet dat we nooit falen, maar wel dat telkens als we vallen weer opstaan.”
 
Paul De Knop
Rector van de Vrije Universiteit Brussel